47
28
VERSLAG VAN DE DIENST VOOR SCHONE KUNSTEN
CMA 1305,
CMA 1306.
159,
CMC
541,
423,
CMC
348
CMC
542,
CMC
606,
CMA 1833.
CMA 1834,
CMA 1835,
CMA 1836,
CMT
359,
CMA 1837,
CMA 1751,
CMA 1838,
CMA 1839,
CMA 1840,
CMA 1841,
geschulpte
geborduurd,
CMA 1842,
CMC
CMC
614,
CMA 1848,
CMC
615,
CMA 1949,
CMC
616,
CMA 1883,
CMA 1900,
CMA 1901,
CMA 1904,
CMA 1874,
CMT
422,
CMA 1865,
CMA 1866,
CMA 1867,
CMA 1868,
CMA 1869,
CMA 1871,
CMA 1872,
CMA 1873,
CMA 1850,
CMA 1851,
CMA 1852,
CMA 1853,
CMA 1862,
CMA 1863,
CMA 1864,
CMA 1843,
CMA 1844,
CMA 1845,
CMA 1846,
CMA 1847,
CMT
CMT
CMT
CMT
CMT
CMT
CMT
CMT
CMT
CMT
CMT
CMA 1752,
CMA 1753,
CMA 1754,
CMA 1755,
CMA 1756,
CMA 1757,
CMA 1758,
CMA 1759,
CMA 1760,
CMA 1881,
CMA 1882,
CMA 1884,
CMA 1887
CMA 1902,
CMA 1903,
CMC
CMC
CMC
CMC
427,
428,
429,
430
545,
546,
543,
544,
Een babymutsje, geborduurd wit neteldoek met
kant, 1840;
idem;
Een ondermutsje; 1840;
424,
-125
356,
357,
358,
CMA 1875,
CMA 1878
CMT
Shawl, 1916, van dunne lichtgrijze zijde, lang
werpig.
Cashemere shawl, wol, wit bedrukt, langwerpig,
groot model;
Parasol, wit katoen met rode rand;
160/161, Twee hoedenpennen;
Van Mevrouw Henri Borel te 's-Gravenhage:
Een japonnetje van wit neteldoek, geheel gebor
duurd met bloempjes en takjes in wit tamboureer-
werk en fil tiré„ Empire, ca 1805;
t/m 1877, Drie zakdoeken van wit linnen met kant;
en 1879, Twee flebjes van wit linnen met kant;
Een merklap van wit linnen met kruissteek gebor
duurd;
Een zilveren priem;
en 426, Twee hoedenspelden met zilveren knoppen;
Een dasje van paars lint met frivolitéwerk;
Een sachet van wit geborduurd neteldoek met
kant;
Van de Heer N. van Brussel te 's-Gravenhage:
CMA 1750, Een mannenhemd van wit linnen, eind 18e eeuw;
Van de Heer W. Bijmoer te Amsterdam:
CMA 1796, A/B, Een paar Indische muiltjes, geborduurd met
gouddraad;
Van Mevrouw E. M. Castendijk-Jansen te Schiedam:
CMT 344 t/m 347, Vier waaiers, 18761879;
Van Mevrouw CnoopPathuis te Barchem (Gem. Lochem):
Een cape’je met bontrandje rondom geplisseerde
zijden voering, opstaande kraag;
Een tasje, langwerpig, rood katoen, waarover open
macramé-werk
Een paar polsmofjes, wol, gebreid, versierd met
metalen kraaltjes;
Een guimpe met modestie, hoge boord, waarin
stijf gaas gevoerd met wit batist;
Een paar ondermouwen, gegarneerd langs pols en
onderarm met lichtblauw geplooid lint;
Een kraagje met ronde applique’s van machinaal
borduursel en machinale kant;
Een kraagje, getamboureerd met hoekmotief en
strooibloempjes, geschulpte rand;
Een grote kraag, brede rand, machinaal file twerk
met roosjesmotief rondom;
Een kraagje met afhangende slippen, machinaal
geborduurd met takjes en gestyleerde bladmo
tieven;
Een kraagje met geappliqueerde blaadjes van ma
chinaal borduursel;
Een paar manchetten,
rand;
Een kraag met veststuk;
Een oorijzermuts, Friesland
Een kraagje met bloempjes geborduurd;
Een modestie, katoen;
Een modestietje, driehoekig stuk brokaat; met lila
en goudkleurige bloemen;
Een modestie, lila zijde met twee breede stroken
machinale kant;
Een paar manchetten, fluweel met kleine goud
kleurige kraaltjes;
Een paar manchetten, fluweel;
A/B, Een paar manchetten, fluweel;
Een jabot je van gaze de soi;
t/m 1861, Negen zijden dasjes;
Een strikje van neteldoek, geborduurd met
bloempjes;
Een driehoekige kanten shawl;
Een driehoekig kanten shawltje met geschulpte
rand;
Een grote kraag van Ottomanzijde;
Een lange ruitvormige kanten shawl;
Een lange driehoekige kanten shawl;
Een kanten shawl met chenille franje;
en 1870, Twee kanten dasjes;
Een satijnen strik met balletjes van zwart passe-
ment;
Een dasje geklost van dikke zwarte zijde;
Een tulen shawltje met doorgestopte rand met
bloemen;
Een bolerotje gegarneerd met krullen, pailletten
en kraaltjes;
Een doorgestikte wiegedeken;
Een doosje met zwarte passementerie, voiles en
kralenwerkjes;
CMA 1943,
CMA 1944,
Van Mevrouw H. Endt-Albers te De Bilt (Utr.):
570, Een doopjurk van wit neteldoek, van voren ver
sierd met borduurwerk en tule-incrustaties;
Van de Heer A. A. Gerbrands te Oegstgeest:
CMC 578, Een japonlijfje, zwart met blauwe gebrocheerde
zijde, 1900,
CMT 348 en 349, Twee zwarte waaiers, eind 19e eeuw;
Van Mevrouw P. Hakker-van den Berg te 's-Gravenhage:
Kinderjurkje van katoen met garnering van wit-
katoenen koord, 1872;
Een kinder (onder-)jurkje, katoen, 1872;
Een kinderjurkje, katoen met rode cirkeltjes,
1872;
Een kinderjurkje (of onderrokje?), katoen, 1872;
Een kinderjurkje, katoen met ingeweven open
naadjes en witte blokjes en strepen;
Een kleedje voor bloementafeltje van wol;
idem;
Een merklap, stramine met alfabetten, 2 cijfer
reeksen en 14 alfabetten;
Een parapluiehoes, geborduurd met bloemranken
in genuanceerde zijde;
A/B, Een paar kinderlaarsjes, zwart leer met rijg
veter sluiting, 1872;
A/B, Een paar gebreide wollen mitaines;
Een kinderschortje van katoen, 1872;
idem;
Een onderrokje, geheel gebreid van katoen, 1872.
Een kinderrokje van katoen, 1872;
A/B, Een paar mitaines van dun katoen;
Een zijden tasje gevoerd met wit satijn;
Een kinderbolero’tje, kantstof;
Een tasje van gebreid katoen met sluiting van
9 parelmoeren knoopjes;
Een gebreide katoenen slobkous zonder voet;
Van de Heer en Mevrouw A. van Helbergen te 's-Gravenhage:
602, Een japon, wit katoen, bedrukt met paars blad
motief, 1830;
Van Mevrouw L. Baronesse van Hogendorp te 's-Gravenhage:
A/B, Een mannenjas met bijpassend vest, jas van
zwart laken, vest van witte zijde, beide met zil
veren bladranken geborduurd, Lodewijk XVI;
Een damesmanteltje, zwart fluweel met garnering
van zwarte soutache, 1908;
Een rok, heldergroene zijde met bloemen in rose,
rood en blauw, stof begin 18e eeuw;
Een fichu, neteldoek, geborduurd in fil-tiré;
Een vrouwenmuts, fijn linnen met Antwerpse kant,
18e eeuw, Friesland;
Een vrouwenmuts, tule met applicaties van kant,
1910;
1885, 1886, Drie babymutsjes, gebreid wit katoen;
t/m 1899, Dertien baby- en kinderondermouwtjes,
van gebreide witte katoen;
Een paar dames-ondermouwen van wit neteldoek,
1870;
Een paar damesmitaines, van geknoopt wit garen,
laat 18e eeuw;
Een omslagdoek, zwart wollen kant;
Een shawl, zwarte tule, rondom af gezet met zwarte
kloskant;
Een heren vest, witte zijde, geborduurd met diverse
kleuren zijde, 18e eeuw;
Een waaiertje van schildpad met veertjes, 1870;
Een kam, schildpad, 19e eeuw;
Een haarband, schildpad, 19e eeuw;
t/m 433, Vier parasols;
Vier stoeltjes, 1825;
Een doosje met stukken wit machinaal borduursel
en gehaakte machine kanten;
Een doosje met hoeden voiles;
Een doosje met passement, fluweelband, kralen-
werk;
Een doosje met zwarte machine kanten, passe
menten;
Een doosje met zwarte stroken van onderrokken;
Een doosje met witte en gekleurde machinekanten;
Van Mevrouw M. H. Baronesse de Constant Rebecque te Breda:
CMT 333 t/m 342, Elf modeprentjes, gedrukt en met de hand
gekleurd, ±1840;
Van Mejuffrouw D. van Ditzhuijsen te Doorn:
CMA 1942,
