47
I
33
VERSLAG VAN DE DIENST VOOR SCHONE KUNSTEN.
1883,
1904,
1884,
1885,
1905,
1886,
1906,
1887,
1888,
1907,
1889,
1908,
1890,
1909,
1891,
1892,
1910,
1893,
1911,
1894,
1895,
1912,
1896,
1913,
1914,
1915,
1897,
1916,
1898,
1917,
en
1918,
1899,
1919,
1900,
1920,
1901,
1921,
1922,
1902,
1923,
1924,
1903,
1925,
Ophicleide, niet gesigneerd, 19e eeuw, 2 koperen buizen
van ongelijke dikte, waaraan 10 kleppen, lang 113,
(RM 11430/33);
Klephoorn, niet gesigneerd, le helft 19e eeuw, van koper
2 windingen, 8 kleppen, rand van de klankbeker versierd
met bladmotieven, lang 48.2, (RM 11430/22);
Klephoorn, niet gesigneerd, le helft 19e eeuw, van ko
per, 2 windingen, 7 kleppen, lang 38, (RM 11430/21);
Kleptrompet, niet gesigneerd, le helft 19e eeuw, van
koper, 2 windingen, 8 kleppen, rand van de klankbeker
versierd met bloemmotieven, lang 38.6, (RM 11430/25);
Klephoorn, gemerkt L. Embach Co, Amsterdam, le
helft 19e eeuw, van koper, 2 windingen, 6 kleppen, naam
gegraveerd in de rand van de klankbeker, lang 54,
(RM 5500);
Signaaltrompet, niet gesigneerd, 18e eeuw, van koper
met 1 winding, rood koord met kwasten, lang 50.8 (RM
11430/40);
Waldhoorn, gemerkt G. van Engelen aïné, Lier, 19e
eeuw, van koper, 2 windingen, omwonden met groen
koord, klankbeker van binnen rood geverfd, aan de bui
tenzijde versierd met gegraveerde bloemenranken, diam.
klankbeker 28.5, (RM 5497);
Waldhoorn, gemerkt Carl Gottlieb Schuster, Markneu
kirchen, 19e eeuw, van koper, 2 windingen, rand van de
klankbeker versierd met bloem- en bladornamenten,
diam. klankbeker 29.3, (RM 11430/36);
Bugel, gemerkt E. P. van Os, Maastricht 1868, van koper,
3 pistons, lang 51, (RM 5499);
Waldhoorn, gemerkt V. F. Cerveny et Fils, Königgratz,
19e eeuw, van koper 2 windingen, in de rand van de
klankbeker is de naam gegraveerd, mondstuk met ket
tinkje aan het instument bevestigd, diam. klankbeker
27, (RM 11430/35);
Waldhoorn, gesigneerd Francois Perinet, Parijs, le helft
19e eeuw, van koper, 2 windingen, naam gegraveerd in
de rand van de klankbeker, diam. 27, (RM 5496);
Posthoorn, niet gesigneerd, 19e eeuw, van koper, 3 win
dingen, diam. klankbeker 11.4, (RM 5498);
Gitaar, gemerkt Rondhloff fils aïné, Mirecourt, begin
19e eeuw, achterblad en zij bladen van wortelhout, rand
van het bovenblad, een gedeelte van de toets en rand
van het klankgat versierd met parelmoerfiguren, 6 eb
benhouten schroeven,lang 92.3, grootste breedte 29.4,
(RM 13115);
Gitaar, niet gesigneerd, begin 19e eeuw, achterblad, zij-
bladen en hals geel bruin, in het bovenblad de randen
ingelegd met ivoor, toets en kop met talrijke parelmoer-
ornamenten, 6 ebbenhouten schroeven, lang 91.6, groot
ste breedte 29.5, (RM 11430/13);
Gitaar, niet gesigneerd, begin 19e eeuw, bruin gelakt
hout, 18 ivoren ,,Bünde”, 6 ebbenhouten schroeven, lang
90.3, grootste breedte 18, (RM 5488);
Gitaar, niet gesigneerd. 19e eeuw, randen van boven
blad en van open rond klankgat met figuren ingelegd,
op de bijna tot het klankgat doorlopende toets 16 me
talen ..Bünde”, lang 91.7, grootste breedte 28.8, (RM
5489);
Sister, gemerkt I. en G. Vogler, Londen. 2e helft 18e
eeuw, klankkast geelbruin gelakt, koperen rozet, waarin
in het midden zittende vrouw, de luit bespelend, vier
gaten in de toets voor capotasto, toets bedekt met schild
pad. lang 72, (RM 5490);
Sister, gemerkt Johannes Cuypers, ’s-Gravenhage 1768.
klankkast geelbruin gelakt, houten rozet, ebbenhouten
toets, waarin 4 gaten voor capotasto, lang 77.8, (RM
11430/17);
Sister, niet gesigneerd, 2e helft 18e eeuw, achterblad,
zijbladen, bovenblad, hals en sikkel roodbruin gelakt,
randen van bovenblad, rozet en toets ingelegd met
ivoor en parelmoer, verdiept rozet, ebbenhouten toets,
waarin 4 gaten voor capotasto, koperen stempennetjes,
lang 79.6, (RM 5805);
Toetsensister, niet gesigneerd, Engeland, 2e helft 18e
eeuw, klankkast, hals en sikkel bruin gelakt: door het
neerdrukken van 6 kleine toetsen die op het bovenblad
zijn gemonteerd, worden 6 hamertjes via 6 gaten in het
bovenblad tegen de snaren geslagen; ebbenhouten toets
waarin 3 gaten voor een capotasto, koperen stempen
netjes. lang 72.7, (RM 5491);
Hamburger Cithrinchen, niet gesigneerd, Duitsland,
einde 17e eeuw, klankkast in klokvorm, achterblad van
7 spanen, waartussen gele biezen, in het bovenblad 3
rozetten van hout en perkament, brede toets, waarin
6 gaten voor een capotasto, 18 koperen Bünde” op de
toets, de schroefhouder wordt bekroond door een uit
gesneden vrouwenkopje, lang 65.7, (RM 11430/14);
Napolitaanse mandoline, niet gesigneerd, Italië, 18e
eeuw, achterblad van 17 geel gelakte spanen, waartussen
ivoren biezen, rond open klankgat, ebbenhouten toets
met 10 koperen „Bünde”, lang 56.7, (RM 5148);
Luit, gemerkt Giuseppe Carlo fratelli Fiscer, Milaan,
1780, klankkast van 19 donkere spanen, waartussen bie
zen, open klankgat, op de toets 20 koperen „Bünde”,
6 snaren, lang 96, (RM 11430/11);
Sister, niet gesigneerd, 2e helft 18e eeuw, roodbruin
gelakte klankkast, hals en sikkel, randen van boven
blad, verdiept rozet en toets ingelegd met ebbenhout en
parelmoer, in de toets 5 gaten voor een capotasto, ko
peren stempennetjes, lang 73.5, (RM 8461);
Sister, gemerkt Longman Broderip, Londen, ca 1800,
klankkast, hals en sikkel bruin gelakt, koperen rozet
met in het midden een zittende vrouw de luit bespe
lend, 12 koperen „Bünde”, op de toets 6 gaten voor een
capotasto, koperen stempennetjes, lang 70.7, (RM
11430/9);
Salzburger Zither, gemerkt P. H. Hof, 1747, langgerekte
houten klankkast, aan één zijde uitlopend in een krul,
aan de andere zijde verbreed, 3 klankgaten in het
bovenblad, 16 metalen snaren, lang 86 (RM 5147);
Napolitaanse mandoline, niet gesigneerd, Italië, 18e
eeuw, gewelfd achterblad van 19 spanen van lichtbruin
hout; bovenblad, hals en toets versierd met schildpad,
parelmoer, ivoren en ebbenhouten repen, 4 dubbele
snaren, lang 58, (RM 11430/30);
Lyra-gitaar, gemerkt Augustin Claudet, Frankrijk, 19e
eeuw, achterblad en zijbladen van de klankkast van
brede spanen, waartussen bruine biezen, in het boven
blad 2 open ronde klankgaten, verbindingsstang tussen
de beide armen van keper, op de toets 14 ivoren
„Bünde”, 6 snaren, lang 84.3, (RM 11430/12);
Lyra-gitaar, niet gesigneerd, Frankrijk, ca 1800, achter
blad, zijbladen en bovenblad bruin gelakt, in het
bovenblad 2 rozetten, 16 ivoren „Bünde” op de toets,
verbindingsstang tussen de beide armen van hout, 6
snaren, lang 84, (RM 5494);
Noordse balk, Noord-Nederland, 17e eeuw langwer
pig koperen klankkast uitlopend in een krul, rozet in
het onderste gedeelte van het bovenblad, 4 houten stem-
schroeven, lang 86.5, (RM 11430/2);
Viool, eigenaardig model met ongewoon hoge welving
van het achterblad, grof makelij, lang 58.7, (RM 11430/6);
Viool, niet gesigneerd, 19e eeuw, grof vervaardigd
speeltuig, roodbruin gelakt, lang 45, (RM 5481);
Altviool, gemerkt Hendrik Aerninck, Leiden 1672, don
kerbruin gelakt, bekroond door een fraai gesneden
engelenkopje, lang 76, (RM 5893);
Dansmeestersviool, niet gesigneerd, einde 18e eeuw, zeer
platte klankkast van eigenaardige vorm, roodbruin ge
lakt, 2 C-gaten, 4 snaren, lang 46.3, (RM 11430/15);
Viool, niet gesigneerd, 19e eeuw, geheel van koper
allerlei ornamenten, lang 58, (RM 11430/5);
Viool, gemerkt Chanot, Parijs, 1818, geelbruin gelakte
klankkast met vrij diepe inbuigingen voor de strijkstok
dus geen hoeken, in het bovenblad 2 C-vormige klank
gaten, 4 snaren, lang 60, (RM 88889);
Viola d’amore, gemerkt Johann Andreas Dürffel, Klin
genthal 1754, roodbruin gelakte klankkast, in het boven
blad vlamvormige klankgaten, 7 melodie- en 6 sympa
thische snaren, lang 73, (RM 11430/7);
Altviool, gemerkt Daniel Raetzen, Hamburg, 1732, bruin
gelakt, bekroond door een uitgesneden leeuwenkop,
lang 69.2, (RM 11430/4):
Viool, niet gemerkt, 19e eeuw grof gebouwd, bruin
gelakt, van een eigenaardige vorm, 4 snaren, lang 58.2,
(RM 92153;
Viool, gemerkt Hendrik Jacobsz, Amsterdam, 1692, bruin
gelakt, lang 59, (RM 11430/1);
Tafelpiano, niet gesigneerd, ca 1790, bruin geverfd, op
4 hoekige spitspoten, om vang klaviatuur C-f 3, onder
toetsen van ivoor, boventoetsen van ebbenhout, Engels
mechaniek, aan linkerkant twee registers voor forte en
piano, breed 121.3, diep 40, hoog 76.7, (RM 5502);
Tafelpiano, gemerkt Gottfried Sibermann, Leipzig 1749,
op 4 poten eindigend in klauwen, omvang klaviatuur
C-e 3, ondertoetsen van ebbenhout, boventoetsen van
ivoor, klankbodem met figuren bewerkt, breed 141.5,
diep 50.8, hoog 75.7, (RM 5674);
Spinet, ca 1750, waarschijnlijk uit Frankrijk, samenge
steld uit drie delen en opvouwbaar, omvang klaviatuur