10
10
3
VERSLAG VAN DE KEURINGSDIENST VAN WAREN.
VERSLAG VAN DE KEURINGSDIENST VAN WAREN.
I. Bedrijfsrekening.
Werkelijk bedrag.
BATEN.
Werkelijk bedrag.
LASTEN.
Art.
Art.
I.
1.750,—
1.722,50
II.
Memorie.
5,
lil.
1.750,—
9.618,78
2.179,50
9.618,78
9.618,78
IV.
IV.
42.536,63
42.540,30
V.
73.886,34
73.882,67
VI.
4.311,28
4.311,28
4.311,28
V.
3.396,33
126.527,48
10.420,97
126.527,48
10.425,—
10.000,—
55
2.915,05
104,50
2.810,55
2.915,06
5.725,61
5.725,61
B. ten bate van de gemeenten
55
Memorie.
X.
Bijzondere inkomsten
45,72
55
ƒ260.176,06
ƒ261.306,13
260.176,06
ƒ251.849,53
260.176,06
Batig saldo
9.456,60
I.
I.
4.311,28
4.311,28
4.311,28
4.311,28
Gezien
2
I.
II.
III.
Ten laste van het Rijk:
Kosten van administratie en van inning
van het recht, bedoeld in art. 13, lid 2, der
Warenwet (Stbl. 1935, No. 793)
B. Kapitaaldienst
UITGAVEN.
Aflossing op het geleende kapitaal:
Gemeente ’s-Gravenhage
Het Rijk
224.246,—
12.000,—
Begroot
bedrag.
Totaal der baten
Totaal der lasten
De directeur,
W. MEIJER.
Begroot
bedrag.
De boekhouder,
Th. SCHIPPER.
161,34
8.521,01
ƒ216.157,17
11.341,33
Memorie.
8.000,—
ƒ261.306,13
251.849,53
B. Kapitaaldienst.
INKOMSTEN.
Door afschrijving op de gebouwen vrijgekomen gelden:
Gemeente ’s-Gravenhage3.178,22
Het Rijk1.133,06
5 Afschrijvingen.
Aandeel voor rekening van de gemeente
’s-Gravenhage3.178,22
Aandeel voor rekening van het Rijk (te ver
rekenen met art. VI der baten)1.133,06
Na wijziging
bij besluit
Burgemeester
en Wethouders.
223.821,—
12.000,—
VII.
VIII.
IX.
A. Gewone dienst.
Algemene onkosten
Onderhoudskosten
Renten.
Aandeel voor rekening van de gemeente
’s-Gravenhage7.355,51
Aandeel voor rekening van het Rijk (te ver
rekenen met art. VI der baten)2.263,27
3.178,22
1.133,06
A. Gewone dienst.
Vergoeding door de Gemeente voor speciale onderzoe
kingen ten dienste van Gemeentelijke instellingen en be
drijven
Vergoedingen door het Rijk van kosten voor werkzaam
heden, bedoeld bij art. 13, lid 4, der Warenwet (Stbl.
1935, No. 793)
Vergoedingen voor speciale onderzoekingen ten dienste
der Kringgemeenten
Bijdragen der Kringgemeenten, ingevolge art. 13, lid 1,
der genoemde wet
Bijdrage van de gemeente ’s-Gravenhage, ingevolge art. 13, j
lid 1. der genoemde wet
Bijdrage van het Rijk, ingevolge art. 13, lid 1der genoem
de wet:
A. in contanten123.131,15
B. aandeel van het Rijk in de rente en
afschrijving der uitbreidingskosten
Rente van kasgeld
Verhaal van pensioensbijdragen
Batig saldo der laatst afgesloten rekening
A. 1ten bate van het Rijk
2. mindere opbrengst der retributie-
heffïng over 1949