Ik
I
Ir-
1B
c.
e.
g-
6
Het Gemeentebestuur heeft in 1953 officieel ont
vangen:
een aantal Indonesische gasten (23 Februari); do
centen en studenten van de University of London
(20 Maart); de deelnemers aan de Atlantische Confe
rentie (21 Maart); een aantal genodigden ter gelegen
heid van het jubileum der Stenografenkamer (23
Maart); de deelnemers aan het congres van de Bond
van Arbeiders Esperantisten (4 April); de deelnemers
aan het Intergymnasiaal sporttoumooi „Gota” (9
April); de deelnemers aan de Sportdag van Hogere
Politie Ambtenaren (16 April); een aantal journalisten
uit Pakistan (17 April); een aantal genodigden ter
gelegenheid van het 70-jarig bestaan van de Onder
wijscommissie (20 April); de deelnemers aan het
congres van de Union Internationale contre le Péril
Vénérien (23 April); Belgische Goevemeurs en Ne
derlandse Commissarissen der Koningin (25 April);
een aantal autobusondernemers uit Nederland (29
April); Zuidafrikaanse Volksdansers (5 Mei); de deel
nemers aan de Rotary landdag (8 Mei); de deelnemers
aan het congres van de International Organization for
Standardization (12 Mei); een aantal Parlementsleden
uit Thailand (13 Mei); de Haagse journalistenvereni
ging ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan dier ver
eniging (15 Mei); de deelnemers aan het Congres van
De Wethouders zijn genoemd in de volgorde, vast
gesteld voor de vervanging van de Burgemeester bij
ontstentenis.
De werkzaamheden van het College waren op
1 Januari 1954 als volgt verdeeld;
de Burgemeester: de Politie, de Brandweer, het
Oud-Archief, het vreemdelingenverkeer, de Drank
wet, de bevolking, de verkiezingen, de Burgerlijke
Stand, de militaire zaken, de statistiek, de voor
lichting en alle zaken betreffende de verdeling
van woonruimte.
b. de Wethouder van Wederopbouw, Ir L. J. M.
Feber: de Dienst van de Wederopbouw en de
Stadsontwikkeling, het Gemeentelijk Grondbedrijf
en de Gemeentelijke Woningdienst.
de Wethouder van Financiën, Th. M. Dresmé: de
financiën en de Gemeentelijke Hypotheekbank.
d. De Wethouder van Sociale Zaken, C. H. P. W.
van den Oever: de personeelsaangelegenheden (be
halve die van de Politie, de Brandweer en het
Onderwijs), de Gemeentelijke Dienst voor Sociale
Belangen, de openbare gezondheid, de sociale
verzekering, de sociale zorg en het krankzinnigen
wezen.
de Wethouder van Onderwijs en Kunstzaken, J.
van Zwijndregt: het onderwijs, de Haagse Stich
ting voor Lichamelijke Opvoeding en alle kunst
zaken, zomede de sociale kunstopdrachten, voor
zover de artistieke zijde betreft.
de Wethouder van Economische Zaken, Mr J. van
Aartsen: de economische zaken, w.o. het Gemeen
telijk Gasbedrijf, het Gemeentelijk Electriciteits-
Bedrijf, de Duinwaterleiding, het Openbaar Slacht
huis, de Gemeentelijke Reinigingsdienst, het Ha
ven- en Marktwezen, de Gemeentelijke Crediet-
bank, de N.V. Gemengd Bedrijf „Haagsche Tram-
weg-Maatschappij” en de Stichting „Centraal
Badbeheer”.
de Wethouder van Openbare Werken: D. W. Dett-
meijer: de technische diensten, zoals het Gemeen
telijk Bouw- en Woningtoezicht, de Gemeente
werken en de Gemeenteplantsoenen.
Tijdens deze plechtigheid, waaraan muzikale luister
werd bijgezet door het Museum Kamerorkest o.l.v.
Dirk J. Balfoort, werden aan het Gemeentebestuur,
voor plaatsing in het nieuwe gebouw, vele geschenken
aangeboden uit kringen van ambacht, industrie, han
del, nijverheid, scheepvaart, visserij, bankwezen enz.
In de avonduren werden op het Burgemeester De
Monchyplein voor de Haagse burgerij feestelijkhe
den georganiseerd. Er werd een lichtspel opgevoerd,
waaraan o.a. werd deelgenomen door 12 Haagse
muziekcorpsen, 5 zangverenigingen en 600 fakkeldra
gers. Op het aangrenzende Alexanderveld werd een
vuurwerk afgestoken. Het officiële gedeelte van de
avond werd besloten met een taptoe, waarna onder be
voegde leiding gelegenheid tot dansen op het Burge
meester De Monchyplein werd gegeven.
Ter gelegenheid van de officiële ingebruikneming
werden in het nieuwe Stadhuis twee tentoonstellingen
gehouden, nl.
le. „Den Haag Onze Stad”. Deze gaf een beeld
van de historische ontwikkeling van het bestuur en in
het bijzonder van de verhouding tussen het tegen
woordige Gemeentebestuur en de burgerij;
2e. Een expositie van op Den Haag betrekking heb
bende werken, n.a.v. een door het Gemeentebestuur
uitgeschreven kunstprijsvraag. In totaal werden 295
inzendingen geëxposeerd, nl. 191 schilderijen, 86 teke
ningen en 18 grafische werken.
Bovendien werd in het Gemeentearchief een tentoon
stelling „Vijftig jaar Stadhuisplannen” gehouden.
Verder was er voor de Haagse schooljeugd een
teken- en een opstelwedstrijd.
Na zes jaren van ingespannen arbeid was in de loop
van 1953 het zg. administratieve gedeelte van het
nieuwe Stadhuis in zoverre voltooid, dat de meeste
secretarie-afdelingen, alsmede enkele diensten er hun
intrek in konden nemen.
Op 17 October 1953 werd het nieuwe Stadhuis, een
schepping van de architect M. J. Luthmann, officieel in
gebruik genomen. Zulks geschiedde door de Burge
meester, Mr F. M. A. Schokking, in aanwezigheid van
vele autoriteiten, onder wie de oud-Burgemeester van
’s-Gravenhage, Mr Dr S. J. R. de Monchy, onder
wiens bestuur de besluiten tot de stadhuisbouw wer
den genomen en tot een begin van uitvoering werden
gebracht.
a.
Officiële ontvangsten door het Gemeentebestuur.
)&-■
t
Officiële ingebruikneming van het nieuwe Stadhuis.