1
13
1
DUINWATERLEIDING VAN 'S-GRAVENHAGE.
VERSLAG OVER HET JAAR 1953.
I. COMMISSIE VAN BIJSTAND.
In de vergadering van de Gemeenteraad van 7 Sep
tember 1953 werden voor de duur van de zittings
periode van de Raad tot leden van de Commissie van
Bijstand voor de Duinwaterleiding benoemd de heren
Mr A. J. Dankelman, Ir R. C. A. F. J. van Lissa
Nessel, Dr B. van den Tempel en N. Veldhoen. Voor
zitter der Commissie is de Wethouder van Economi
sche Zaken, de heer Mr J. van Aartsen. Het hoofd
van de afdeling Economische Zaken der Gemeente
secretarie, de heer MrM. BleiWeissmann, is secretaris.
Bij besluit van de Gemeenteraad van ’s-Graven-
hage d.d. 13 April 1953, goedgekeurd bij besluit van
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 2 Juni
1953, G.S. No. 240/1, trad de Gemeente toe als lid
van de Vereniging van Waterleidingbedrijven.
II. ALGEMENE OPMERKINGEN.
In het kader van de adoptie door de gemeente
s-Gravenhage van de door de Februari-ramp getrof
fen dorpen Goedereede en Stellendam werd hulp ver
schaft bij het herstel van de hoofdleidingen van de
Stichting Drinkwaterleiding Goeree-Overflakkee.
Tevens werd een advies uitgebracht aan de Burge
meester van Ouddorp inzake het aanleggen van een
centrale drinkwatervoorziening voor die gemeente.
Natuurmonumenten; Ir G. Memelink, houtvester bij
de Nederlandse Heide-Maatschappij; Ir H. Otto,
landschapsarchitect; Ir A. Stoffels, houtvester in de
houtvesterij „Haarlem” van het Staatsbosbeheer; J.
Bruyn, kunstschilder; Ir A. J. Gurck, directeur van
de Duinwaterleiding van ’s-Gravenhage; Ir H. M.
Bos, hoofdingenieur-afdelingschef bij de Duinwater
leiding van ’s-Gravenhage.
De Adviescommissie vergaderde in 1953 driemaal
en stelde een aantal subcommissies in, die in de loop
van 1954 verschillende gespecialiseerde onderzoekin
gen zullen verrichten.
Het in het „Meijendel-comité” gecoördineerde
biologische onderzoek naar de gevolgen van de toe
komstige verhogingen van de grondwaterstanden bij
be vloeiing van de duinen, begon op gang te komen.
Een student van de Amsterdamse universiteit ver
richtte hydrobiologische onderzoekingen; enige stu
denten van de Landbouwhogeschool voerden vegeta-
tiekaarteringen uit van gebieden met voor de duinen
typische begroeiingen; verscheidene studenten van de
Leidse universiteit voerden zoölogische onderzoekin
gen uit. Uit de aard der zaak werden vorengenoemde
onderzoekingen door studenten uitgevoerd onder
voortdurende leiding van de betrokken hoogleraren
en leden van de wetenschappelijke staf.
Het Meijendel-comité is als volgt samengesteld:
Prof. Dr D. J. Kuenen, hoogleraar in de experi
mentele dierkunde aan de Rijksuniversiteit te Leiden;
Prof. Dr H. J. Venema, hoogleraar in de planten
systematiek, de dendrologie en de plantengeografie
aan de Landbouwhogeschool te Wageningen; Prof.
W. F. J. M. Krul, directeur van Rijksinstituut voor
Drinkwatervoorziening; Prof. Dr J. Heimans, hoog
leraar in de bijzondere plantkunde en de genetica aan
de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam; Prof.
Dr J. K. Baars, hoofd van het laboratorium van de
Sectie „Water, Bodem, Lucht” van de afdeling Ge-
zondheidstechniek T.N.O.x); Mej. DrA.G. Vorstman,
wetenschappelijk hoofdambtenaar bij de Gemeente
lijke Universiteit van Amsterdam; Dr A. D. Voute,
directeur van het Instituut voor Toegepast Biologisch
Onderzoek in de Natuur; Dr. A. Schierbeek, leider
van het vroegere Meijendelonderzoek; Dr W. C. de
Leeuw, voorzitter van de Stichting voor Wetenschap
pelijk Duinonderzoek; Ir A. J. Gurck, directeur van
de Duinwaterleiding van ’s-Gravenhage; Ir H. M.
Bos, hoofdingenieur-afdelingchef bij de Duinwater
leiding van ’s-Gravenhage.
Vanwege het bedrijf wordt deelgenomen aan het
werk van de Adviescommissie Duinbeplanting van het
Instituut voor Toegepast Biologisch Onderzoek in de
Natuur (Itbon). Deze commissie onderzoekt de eisen,
waaraan de beplanting moet voldoen van die gedeel
ten van het duinterrein, die voor recreatie beschik
baar worden gesteld, opdat het terrein daardoor de
gelegenheid zal geven tot zo ruim mogelijke recreatie
in een omgeving, die landschappelijk aan de hoogste
eisen voldoet.
De Commissie is als volgt samengesteld:
Prof. Dr G. A. van Poelje, Voorzitter van het Cen
traal Comité van het Itbon (Voorzitter); Dr A. D.
Voute, Directeur van het Itbon (Secretaris); Prof. Dr
H. J. Venema, Hoogleraar in de plantensystematiek,
de dendrologie en de plantengeografie aan de Land
bouwhogeschool te Wageningen; Dr V. Westhoff, lid
van het bestuur van de Vereniging tot behoud van
BIJLAGE
1) Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek.
Bedrijlsorganisatie.
Watersnood.
Onderzoekingen in de duinen.