I 13 Ifc b. Filters. 6 J Voor de bestrijding met behulp van natriumchlo- raat van de reeds in het vorige verslag gememoreerde, hinderlijke groei van hogere, wortelende waterplanten (Batrachium Spp.) was nafilter 7a (gevuld met rivier zand) buiten dienst van 8 December 1952 tot 19 Januari 1953. In verband met verbouwing, vulling met rivierzand en overkapping was nafilter 9a gedurende het gehele verslagjaar en nafilter 9b van 17 Februari tot het einde van het jaar buiten dienst. Gedurende het grootste gedeelte van het jaar was 19 311 m2 nafilteroppervlakte in dienst, waarvan 12 324 m2 niet-overdekt duinzandfilter, 3 991 m2 niet-overdekt rivierzandfilter, 2 996 m2 overdekt rivierzandfilter. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de door de nafilters verwerkte hoeveelheden water en van de nafilterschoonmaak. De aanvoer van electrische energie door het Ge meentelijk Electriciteits-Bedrijf naar het Pompstation is gedurende het contractjaar niet onderbroken ge weest. De afdeling „Beplantingen” verzorgde in het voor jaar de verdere beplanting van de 4 percelen in Meijendel (te zamen rond 20 ha), op gedeelten waar van het voorafgaande najaar eikels waren gezaaid. Op daarvoor in aanmerking komende gedeelten wer den populieren (zwarte populier en abeel) ter plaatse gestekt. Hoewel met de gelegde eikels last werd on dervonden van muizen- en vogelvraat en hoewel het uitvalspercentage van in het terrein gestoken stek aanzienlijk hoger was dan op de kwekerij, is voor lopig de indruk verkregen, dat met de thans toege paste wijze van werken, ondanks de noodzaak het ge hele perceel van een gaasafrastering te voorzien, uit eindelijk een belangrijke besparing van kosten zal worden bereikt. Tussen het Pompstation en het Koningsbos werd een langs het rijwiel- en wandelpad gelegen perceel beplant, mede met het doel op de duur het Pomp station in meerdere mate aan het gezicht van het pad af te kunnen onttrekken. In de wijze van openstelling van het terrein Meijen del kwam geen verandering. De belangrijkste voor waarden van openstelling werden op verscheidene punten met borden duidelijk kenbaar gemaakt. Het bezoek aan Meijendel, één van de weinige terreinen in de omgeving van ’s-Gravenhage waar het publiek zich buiten de paden mag begeven, neemt voortdurend toe. De terreinen Kijfhoek en Bierlap waren op de gebruikelijke wijze toegankelijk voor houders van jaarkaarten. Het aantal gevallen van terreinbrand bleef gelukki gerwijs tot twee beperkt. Voor de terreinen Kijfhoek en Bierlap werden 2157 persoonlijke jaarkaarten en 147 excursie vergunningen, elk voor ten hoogste 20 personen, uitgereikt. Bij het toezicht op het publiek werd nauw en op aangename wijze samengewerkt met de Natuurwacht. Het toezicht op de Meeuwenkolonie werd, evenals vorige jaren, voor een belangrijk deel door de Vogel wacht uitgevoerd. Het onderhoud van en de controle op de nestkasten werd, thans in het raam van het algemene Meijendel- onderzoek, verricht door leden van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie. De werkzaamheden van de afdeling „Laborato rium” zijn grotendeels hiervoor onder het hoofd „On derzoek van het water” gememoreerd. Daarnaast ver richtte het laboratorium speurwerk in verband met de toekomstige rivier-duinwaterleiding (o.a. experimenten betreffende de groei en de bestrijding van bryozoën). De voorfilters 13, 14, 15 en 16, die in de loop van het vorige jaar buiten dienst werden gesteld om ge schikt te kunnen worden gemaakt voor het werken met hogere filtersnelheden, werden respectievelijk op 19 Februari, 16 Maart, 21 April en 12 Mei weer in dienst gesteld. Deze filters hebben thans een filterlaag van grind, waarvan 10 pCt. kleiner is dan 5,1 mm en 95 pCt. kleiner is dan 8,1 mm. Na de inwerkperiode geven deze filters uitstekende resultaten. De gemid delde looptijd is 5,7 dagen, terwijl de gemiddelde specifieke opbrengst 360 m3 per m2 en per filter- periode heeft bedragen. Voorfilter 5, dat reeds eerder bij wijze van proef was verbouwd en dat gevuld is met een iets minder grof filtermateriaal dan de filters 13, 14, 15 en 16 (nl. 10 pCt. kleiner dan 4,6 mm en 95 pCt. kleiner dan 7,2 mm), had een gemiddelde looptijd van 5,1 dagen en een gemiddelde specifieke opbrengst van 300 m3 per m2 en per periode. De gemiddelde looptijd van de overige filters, die met nog fijner grind zijn gevuld (10 pCt. kleiner dan 2,8 mm en 95 pCt. kleiner dan 6 mm), was gemiddeld 8,1 dagen, waarin een specifieke opbrengst van onge veer 220 m3 pér m2 en per periode werd verkregen. Van laatstbedoelde filters werden de nummers 9, 10, 11 en 12, respectievelijk op 8 October, 16 Octo ber, 29 October en 29 October voor verbouwing bui ten dienst gesteld. De verbouwde filters hielden gemiddeld per periode ruim 2 kg slib (drooggewicht) per m2 tegen, waarin ruim 0,3 kg ijzer (Fe); voor de oude filters zijn deze waarden respectievelijk bijna 1,5 kg en bijna 0,2 kg. Het spoelen van een voorfilter van 100 m2 vroeg gemiddeld 3,1 manuren per spoeling, alsmede 332 m3 voorgefiltreerd water (d.i. 1,20 pCt. van de opge pompte hoeveelheid ruw water) en 30 kWh aan elec trische energie voor het onder druk brengen van het spoelwater. VERSLAG DER DUINWATERLEIDING Nafilters. Voorfilters.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1953 | | pagina 145