15
ADMINISTRATIEF OVERZICHT.
het Gasbedrijf over 1953.
9
De lengte van het hoofdleidingennet in het verzor
gingsgebied is in 1953 met 16 702 m toegenomen en
bedroeg aan het einde van het jaar 834 701 m. Voor
de hoofdleidingen binnen de Gemeente zijn deze
cijfers 13 331 m en 747 312 m.
passing van de speciale overeenkomsten tot gasleve
ring geschiedt, dan blijkt de nuttige afgifte aan de
verbruikers te zijn gestegen met 1,97 pCt. in het
zomerhalfjaar en met 2,78 pCt. in het winterhalfjaar.
Rekening van
Het totaal van de aanleg en uitbreiding bedroeg in
1953 5.479.405,84, waar tegenover een afschrijving
stond van slechts 1.671.932,07.
De gemiddelde opbrengst van het gas met inbegrip
van het gasverlies bedroeg 13,33 cent per m3. De
gemiddelde opbrengst van het gas na aftrek van het
gasverlies bedroeg 13,68 cent per m3, terwijl deze
gemiddelde opbrengst over 1952 13,64 cent per m3
heeft bedragen. Er is dus een stijging met 0,04 cent
per m3 opgetreden, hetgeen uiteraard verband houdt
met de verminderde levering aan de buitengemeenten.
Allereerst volgen hier enige beschouwingen over
de gasomzet.
Terwijl daarbij tot dusver werd uitgegaan van de
productie, zal nu en in het vervolg worden uitgegaan
van de nuttige afgifte. Het correctiepercentage, dat
tussen deze twee grootheden ligt, is nl. tengevolge
van het toenemende verbruik van kraakgas aan be
langrijke veranderingen onderhevig, waardoor de be
wegingen van de productie niet zo’n goede maatstaf
meer zijn als voorheen voor de bewegingen van de
gasomzet.
In 1951 en 1952 is de nuttige afgifte slechts zeer
weinig beneden de raming gebleven nl. resp. 0,54 pCt.
en 0,65 pCt.
In 1953 bleef zij echter 4,43 pCt. beneden de
raming. Ten aanzien van de levering aan verbruikers
bedroeg het nadelige verschil 2,84 pCt., ten aanzien
van de levering aan andere gemeenten evenwel
24,2 pCt.
Dit grote nadelige verschil tussen de afgifte aan
andere gemeenten en de raming is voornamelijk toe
te schrijven aan de omstandigheid, dat de gemeenten
aan welke een aanvullende levering plaats vindt, haar
eigen productie hoger hebben opgevoerd dan bij het
opmaken van de begroting was te voorzien. Het na
delige verschil ten aanzien van de verbruikers is stel
lig voor een belangrijk deel toe te schrijven aan het
buitengewoon zachte weer in de periode September
t./m. December. Opgemerkt moet evenwel worden,
dat zich reeds in het voorjaar een klein maar voort
durend groeiend nadelig verschil begon af te tekenen,
hetgeen zou kunnen wijzen op het ontstaan van een
neiging om te besparen op het gasverbruik.
Het voorafgaande neemt niet weg, dat de nuttige
afgifte in 1953 1 845 200 m3 (1,71 pCt.) hoger is
geweest dan in 1952. De nuttige afgifte aan andere
gemeenten was 591 900 m3 (8,32 pCt.) lager, die aan
de verbruikers daarentegen 2 446 100 m3 (2,42 pCt.)
hoger. Daar het aantal verbruikers met 2,41 pCt. is
loegenomen, is de toeneming van het verbruik zeker
niet onbevredigend, temeer niet, omdat het landelijk
verbruik ca 7 pCt. minder was dan in 1952.
Splitst men het jaar in een zomerhalfjaar (Mei t./m.
October) en een winterhalfjaar, zoals dat bij de toe-
Het gasverlies heeft 2,569 pCt. bedragen tegen
2,401 pCt. in 1952. In verband met de reeds meer
malen gereleveerde moeilijkheden bij het schatten
van het per 31 December nog op te nemen gas kan
uit dit geringe verschil niet worden geconcludeerd, dat
het gasverlies werkelijk is gestegen. Aangenomen mag
worden, dat het op ongeveer hetzelfde peil is gebleven
en om de 2,5 pCt. schommelt.
De bedrijfsrekening sluit met een batig saldo
van 594.772,42. Geraamd was oorspronkelijk
72.000,na herziening 661.000,Daar het
batige saldo 1952 365.955,42 heeft bedragen, is
het behaalde bedrijfsresultaat tot op zekere hoogte
bevredigend. Gezien de nog steeds doorgaande stij
ging van rente en afschrijving en de recente stijging
van salarissen en lonen moet worden gevreesd, dat
in de komende jaren het batige saldo zich niet op het
- overigens toch al lage peil van 1953 zal kun
nen handhaven.
Het bedrijfsresultaat over 1953 was blijkens het
bovenstaande 229.000,gunstiger dan dat over
1952. De baten daalden met 1.104.000,maar
daar tegenover stond een nog grotere daling van de
lasten nl. met 1.333.000,
VERSLAG VAN HET GEMEENTELIJK GASBEDRIJF.