I 23 I 2 i 2 aantal woningen ten laste van het contingent wordt goedgekeurd dan in uitvoering kan worden genomen. Na deze korte toelichting spreekt het volgende staatje, waarin de cijfers wederom zijn gesplitst naar de op drachtgevers, voor zichzelf. Uit onderstaand overzicht blijkt overigens, dat bij de in 1953 goedgekeurde en geaccepteerde woning- bouwplannen de koerswijziging van 1952 reeds merk baar was, doordat het percentage één- en tweeslaap- kamerwoningen, dat in 1952 meer dan 71 van het totaal bedroeg (bij de woningwetbouw bijna 75) in 1953 tot circa 60 daalde. Deze daling werd geheel veroorzaakt door die in de woningwetsector, omdat bij de particuliere bouw het percentage kleine woningen vrijwel gelijk bleef. - Tweede Kamer de staf gebroken over het hoge percen tage kleine woningen, dat in 1952 in deze gemeente was gereed gekomen. Naar aanleiding hiervan is dit onder werp bij de behandeling van het voorstel tot de bouw van 2 000 gemeentewoningen in Bouwlust-Vrederust- Oost op 30 November 1953 in de Gemeenteraad uit voerig besproken; daarbij is van de kant van Burge meester en Wethouders medegedeeld, dat zij overtuigd waren van de noodzaak van een verdere „ombuiging” van het beleid met betrekking tot de woningdifferen- tiatie in die zin, dat het aantal één- en tweeslaapkamer- woningen nog meer zou moeten worden beperkt. Eerst in de loop van 1954 is de beslissing hierover gevallen. 1 huurverhoging reeds met de bouw van een zeer groot aantal herbouwwoningen aangevangen, waarvoor de financiering nog niet was toegestaan en die dus niet in vorenstaande cijfers zijn opgenomen. In 1954 zal dus het omgekeerde het geval zijn, namelijk dat een groter 2. Grootte van de woningen. In het vorige jaarverslag is vermeld, dat de in 1950 vastgestelde differentiatie naar het aantal slaapkamers (onder slaapkamers te verstaan alle kamers boven één woonvertrek) van de in de Gemeente gedurende de ko mende tien jaren nieuw te bouwen woningen in 1952 werd gewijzigd. Bedroegen de percentages van de wo ningen met één, twee, drie en vier en meer slaapkamers aanvankelijk onderscheidenlijk 25, 60, 10 en 5 van alle nieuwe woningen, in 1952 werden deze vastgesteld op 22, 39, 15 en 24. Bij het Algemeen Verslag van de begroting 1953 is in een nota over de woningdifferentiatie uiteengezet, dat in de nieuwe wijken in het Zuidwesten van de stad, die hoofdzakelijk in woningwetbouw verrijzen, de onder linge verhouding 20-40-20-20 zou worden aangehouden. Nader overleg bracht de wenselijkheid aan het licht om in de uitbreidingsplannen Bouwlust-Vrederust-Oost en Berestein-Vrederust-West het aantal kleine woningen nog meer te beperken door de verhouding 15-40-25-20 aan te houden. In de loop van het verslagjaar had de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting bij de bespreking van het vraagstuk van de woningdifferentiatie in de GEMEENTELIJKE DIENST VAN DE WEDEROPBOUW EN DE STADSONTWIKKELING Totaal. 6 3 4 5 1 2 038 16 1) Hierin begrepen het in Moerwijk te stichten tehuis voor bejaarden, dat voor de berekening van het contingent op 80 woningen is gesteld. Goedgekeurde 1953. 1952. 1950. 1951. 1952. 1953. 1950. 1951. 1950. I 1951. 1952. 1953. 100 11,5 100 100 100 100 100 100 100 Totaal Overheidsbouw. Woningwetbouw. Gemeente. Premieregeling. Gemeente. Particuliere bouw. Herbouw. Aangevr. Verleend Financieel accoord Aantal slaap kamers. 1945/ 1949. Woningwetbouwfinanciering in percentages. 1 810 1 015 360 360 Premiebouw Gemeente Premie regeling. 1945/ i 1949. Particuliere bouw in percentages. Vrije bouw. 1945/ 1949. Totaal in percentages. Totaal - generaal 1 t./m. 6. 4 339 2 561 4,2 86,7 9,1 6,0 41,8 47,5 4,7 7,0 36,7 43,4 12,9 T.l.v. contingent 1 t./m. 4 23,3 41,2 30,4 5,1 9,3 51,3 35,9 3,5 1 2 3 4 en meer 21,5 46,0 28,8 3,7 21,7 49,7 23,1 5,5 100 100 520 399 I I 720 507 -- Buiten contingent 523 woningen. en geaccepteerde woningbouwplannen. 100 100 100 100 100 13,2| 12,0 38,0 32,6 40,0 37,5 8,8 17,9 Woningbouw vereniging. 11,8 11,3 23,3) 34,8 40,2 42,4 24,7l 100 100 j 100 4,4 31,3 43,9 45,4! 50,6 46,8: 45,1 22,5 6,6i 0,8 1952. 1953. 26,2! 28,0! 13,21 48,1 22,4 22,5 35,1 0,8| 2,7 3,6 929 264 - Ten laste van contingent 2 038 woningen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1953 | | pagina 282