23
k
3
2 37oj 100
GEMEENTELIJKE DIENST VAN DE WEDEROPBOUW EN DE STADSONTWIKKELING
Gemiddelde classificatie-inhoud
Premieregeling 1950/1953
Totaal.
Periode.
Particulier.
Gemeente.
x) gemiddeld 311 m3.
o) gemiddeld 287 m3.
Gereedgekomen woningen.
Woningwetbouwfinanciering.
Particuliere bouw.
Totaal.
1951
1951
1952
1953
1951
1952
1953
Aant.
Aant.
Aant.
Aant.
649' 27
29,2
9,2
3 9is! 100
Totaal
I 4 003
2 764
100 2 403 100
1 633 100 1 151 100
100
3 322
100
Wijze van financiering der na-oorlogse goedgekeurde woningen.
Particuliere woningbouw.
Periode.
374
374
I Aant.
1952
I Aant. I
Evenals in de vorige jaarverslagen volgt thans weder
om een overzicht van de gemiddelde classificatie-inhoud
Hieruit blijkt, dat de gemiddelde classificatie-inhoud
(in m3) in 1953 aanzienlijk is gestegen, welke stijging,
behoudens een kleine daling bij de herbouw, zich in alle
sectoren voordoet.
Bij de Woningwetsector hangt deze stijging samen
met de voren gereleveerde daling van het aantal kleine
woningen.
Voor wat de particuliere bouw betreft is zij mede ver
oorzaakt door het op 20 April 1953 in werking treden
van de „Premie- en bijdrageregeling woningbouw 1953”,
bij welke regeling de maximuminhoud van de woningen
zowel voor ééngezinshuizen als voor étagewoningen is
1945 t./m. 1949
1950
1951
1952
1953
Aantal
slaap
kamers.
Normale
bijdrage.
Woningwet
bouwfinanciering.
Woningwet
bouw
financiering.
Verminderde
bijdrage, i
m3
m3
m3
m3
m3
m3
van de van 1945 t./m. 1953 goedgekeurde woningen
naar de financieringswijzen.
bepaald op 500 m3 (onder de op die datum vervallen
regeling bedroeg deze voor ééngezinshuizen 375 m3 en
voor étagewoningen 325 m3).
Tenslotte volgt een overzicht van de in 1951 tot en
met 1953 gereedgekomen woningen, gesplitst naar de
grootte en de wijze van financiering. Vergeleken met de
cijfers over 1952 zijn de verschillen in de percentages
betrekkelijk zeer gering.
Voor de vergelijkbare verhoudingscijfers voor de
jaren 1945 tot en met 1950 moge naar het jaarverslag
over 1951 worden verwezen.
Herbouw-
financiering.
Zonder
financiering.
Totaal
particuliere
woning
bouw.
745
1 520
917
140
Totaal-
generaal
der goed
gekeurde
woningen.
m3
m3
m3
Zonder
financiering.
Totaal
overheids-
bouw
(woningwet-
4- premie-
bouw)
22,4
45,8
27,6
4,2
I
2
3
4 en meer
Aant.
6 644
5 536
2 863
4 646
2 561
22250
504
360
864
1 744
1 124
444
502
399
4213
357
154
233
380
507
1 631
37
924
306
69
16
1 352
4 506
3 334
1 880
3 695
1 639
15 054
2 138
2 202
983
951
922
7 196
1945 t./m. 1949
1950
1951
1952
1953
Totaal
ningen, dat in de gehele na-oorlogse periode in de par
ticuliere sector werd goedgekeurd, toont duidelijk aan,
hetgeen hiervoren onder 1 reeds werd gezegd over het
grote aantal herbouwwoningen, waarmede in 1953 een
aanvang is gemaakt.
3. Financiering nieuwbouw.
De wijze van financiering van de na-oorlogse goed
gekeurde woningbouw in deze gemeente moge uit het
volgende overzicht blijken.
Het in deze staat opgenomen aantal van 7 196 wo-
368
I 613
1 677
345
253
1 116
8811 37,2|
120
251
246
240
278,4 m’
258
213
210
204,2 m’
221,1 m’
van de goedgekeurde woningen.
1953
Aant. I
onvoldoende gegevens
346 m3
338 m3
461,5 m3
531 m3
10,7 807
47,1 1 221
686
50
129| 11,2'
429 37,3
458 39,8)
135) 11,7|
I 919] 100
Fin. reg.
1947/1948 Herbouw-
en verminderde)financiering.
Premiereg.
272,3 m3 o)
288 m' x)
i 314
274
279
300,7 m3 o)'
333,5 m3 x)
Aant.
Z. -zz, t )*-r y i
44,2! 1 192 49,6
24,8
1,8
I Premiereg.
woning- i
bouw
gemeente
115 7
497: 30,4
796! 48,8
225 13,8,
5111 21,3
51 2,1
4 506
2 960
1 880
3 191
1 279
13 816
334 m3
339 m3
377,3 m3
367 m3
96) 10,4
328; 35,7
406 44,2
89 9,7
5,’o|
936 23,9
40,3 1 650 42,1
41,9, 1 144 29,2
8,6 185 4,8