I
i
b
23
I
I
e.
f
2.
g-
III.
3.
10
betreffende het in Zorgvliet te stichten congres
gebouw e.a. werd, in overleg met de Directeur van
Gemeentewerken, rapport uitgebracht aan het
College van Burgemeester en Wethouders;
ten behoeve van de Advies-commissie voor de Alge
mene begraafplaatsen werd een nota opgesteld be
treffende benodigde begraafruimte op de Algemene
begraafplaatsen te ’s-Gravenhage in de komende
decennia;
de ontvangst en rondleiding van buitenlandse gasten,
die belang stelden in de stedebouwkundige ontwik
keling van ’s-Gravenhage, vond in het verslagjaar
met grotere frequentie dan in vorige jaren plaats.
OORLOGSSCHADE, WEDEROPBOUW-
ZAKEN EN WATERSNOODSCHADE.
vergoeding op grond van de puinruimingsregeling te
verkrijgen.
Daarentegen werden geen vorderingen gemaakt in
het overleg met de Minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid ter verkrijging van een bijdrage in de
door de Gemeente, in de vorm van werkverruiming,
uitgevoerde herstelwerken aan bossen, parken en plant
soenen.
Registratie en afwikkeling van de gemeentelijke uit
gaven in verband met de watersnoodramp van 1 Fe
bruari 1953.
In verband met de ramp, die ons land getroffen heeft,
hebben Burgemeester en Wethouders bij hun circu
laires van 6 Februari en 23 April 1953, nos. 319258 en
325042, afd. F. bepaald, dat de onderscheidene diensten,
bedrijven en afdelingen van de secretarie van de ge-
I
Registratie en aangifte van door de Gemeente geleden
oorlogsschade.
Hoewel de termijn van aanmelding van de oorlogs
schade in het algemeen reeds gesloten is, is met goed
keuring van het Ministerie van Financiën nog een aan
tal verzoeken tot toekenning van een vergoeding op
basis van artikel 7 der wet bij genoemd Ministerie in
gezonden.
Ingevolge de vijftiende tot en met de een en twin
tigste (in 1953 verschenen) uitvoeringsbeschikking zijn
in dat jaar nog aangemeld de schade c.q. door de Ge
meente gemaakte kosten wegens
acties tot verkrijging van tuindersglas voor herstel van
gebouwen,
huur en kosten voor tijdelijke inrichting van percelen
ter vervanging van door oorlogsgeweld verloren gegane
gebouwen,
kosten wegens aanleg van dekkingsgaten en die wegens
het nemen van schadebeperkende maatregelen, alsmede
de kosten in verband met de tijdelijke voorziening met
drinkwater.
In bijlage II zijn onder rubriek II „Immateriële
schade" nog een aantal gevallen vermeld, waarvoor
bij het Ministerie van Financiën een verzoek tot
toekenning van een vergoeding is ingezonden. Hoewel
nog niet voor alle soorten van immateriële schaden uit
voeringsbeschikkingen zijn verschenen, mag redelijker
wijze worden verwacht, dat voor deze, als rechtstreeks
gevolg van oorlogsomstandigheden ten laste van de
Gemeente gebleven kosten een regeling wordt getroffen,
op grond waarvan deze schaden in aanmerking komen
voor een vergoeding ingevolge de Wet Financiering
Wederopbouw Publiekrechtelijke Lichamen.
Bijlage 1 geeft een overzicht van de in 1953 bij het
Ministerie van Financiën ingezonden verzoeken tot
toekenning van een vergoeding tot een totaal van
1.581.295,41, waardoor het totaal van de tot en met
31 December 1953 ingezonden schadeaangiften met in
begrip van de verzoeken tot toekenning van een bij
drage in de wederopbouwplannen is gestegen tot ruim
65 millioen gulden.
I. Uitvoering Wet Financiering Wederopbouw Publiek
rechtelijke Lichamen.
Hoewel de uitvoering dezer wet, wat het tempo en de
wijze van afwikkeling van de objectenschade betreft in
het algemeen niet ongunstig verloopt en in vele gevallen
zelfs tot tevredenheid stemt, bestaat ten aanzien van de
wederopbouwplannen de indruk, dat het Rijk in de
eerste jaren na de bevrijding eerder bereid was een deel
van de kosten van verbetering van ongewenste plaatse
lijke toestanden ten laste van de wederopbouwplannen
te aanvaarden.
In vergelijking met 1952 moet geconstateerd worden,
dat in het tempo en de wijze van afwikkeling van de
objectenschade een aanmerkelijke verbetering is inge
treden. Zowel vóór als na de ontvangst van voorstellen
tot afwikkeling vindt regelmatig overleg plaats met ver
tegenwoordigers van het Ministerie van Wederopbouw
en Volkshuisvesting en van dat van Financiën ter voor
bereiding en bespoediging van deze financiële afwikke
ling.
Voorts zijn met gunstig gevolg besprekingen gevoerd,
teneinde te bevorderen dat gelijksoortige schadege
vallen zoveel mogelijk volgens gelijke normen worden
afgewikkeld en dat ook met betrekking tot de bij de
vergoeding toe te passen aftrekposten, op een uniforme
wijze wordt gehandeld.Een en ander mocht gelukken ten
aanzien van het kort na de bevrijding uitgevoerde her
stel aan bouwkundige werken, bestratingswerken, roe
rende goederen enz. In dit verband mag voorts worden
genoemd een normvergoeding tot verrekening van de
kosten van voorbereiding, tekenwerk, toezicht en alge
mene bedrijfskosten voor de door Gemeentewerken
van 1945 af uitgevoerde opruimings- en herstelwerken.
Belangrijk was de beslissing van het Ministerie van
Financiën, waarbij de plunderschade tengevolge van de
brandstoffennood als oorlogsschade werd erkend, zodat
uit dien hoofde de herstelkosten aan de scholen voor
een vergoeding in aanmerking komen.
Het stemt tot tevredenheid, dat het tenslotte mocht
gelukken om voor de aanvankelijk door het Ministerie
van Wederopbouw en Volkshuisvesting afgewezen kos
ten van opruimingswerken in vrijwel alle gevallen een
GEMEENTELIJKE DIENST VAN DE WEDEROPBOUW EN DE STADSONTWIKKELING