23 M ƒ3.875.297,59 11 meentelijke uitgaven, zowel wegens acties ten behoeve van het rampgebied, alsmede wegens herstel van de ge- meenteeigendommen, opgave moeten doen bij de Ge meentelijke Dienst van de Wederopbouw en de Stads ontwikkeling. Daar verschillende uitgaven en nog door de Gemeente te maken herstelkosten in aanmerking kunnen komen voor een van rijkswege te verlenen vergoeding op grond van de Wet Financiering Stormvloedschade Publiek rechtelijke Lichamen van 30 Juli 1953, heeft de Ge meentelijke Dienst van de Wederopbouw en de Stads ontwikkeling overeenkomstig de gegeven voorschriften en uitvoeringsbeschikkingen, een aantal verzoeken tot toekenning van een vergoeding ingezonden bij het Bu reau Financiering Wederopbouw. Bijlage II geeft een overzicht van de ingezonden schade aangiften voor de materiële en de immateriële schade, terwijl op grond van de uitvoeringsvoorschriften in middels voorschotaanvragen zijn ingezonden wegens door de Gemeente gemaakte herstelkosten tot een be drag van ruim 600.000, Bovendien heeft de Dienst namens de Gemeente een aantal declaraties uitgezonden tot een bedrag van rond 42.000,wegens hulpacties en gemaakte herstel kosten in het rampgebied, opdat de betreffende ge meenten en instellingen, overeenkomstig de voorschrif ten, hun schade-aangiften bij het Bureau Financiering Wederopbouw van het Ministerie van Financiën kun nen inzenden. ƒ2.869.304,88 463.255,31 542.737,40 C. Wederopbouwplannen. In het afgelopen jaar werd geen vordering gemaakt met de pogingen het Ministerie van Financiën te be wegen de te verstrekken renteloze voorschotten in een meer redelijke verhouding te brengen tot de door de ge meenten, ten behoeve van de wederopbouwplannen, gedane uitgaven. Nog immer vormt de op grond van artikel tien te verstrekken bijdrage in de uiteindelijk ten laste van de Gemeente gebleven kosten de basis voor de vaststelling van de te verlenen renteloze voorschotten. Daar in de uiteindelijk ten laste van de Gemeente gebleven kosten de ontvangsten worden verdisconteerd van de eerst in i 5. Inzending en afwikkeling van declaraties en voor schotaanvragen wegens door de Gemeente gemaakte kosten voor de uitvoering van opruimings- en herstel- w erken. B. Herstelwerken. Naarmate de uitvoering van de Wet Financiering Wederopbouw Publiekrechtelijke Lichamen, wat de financiële afwikkeling betreft, meer op gang komt en ook de later uitgevoerde herstelwerken geleidelijk in deze afwikkeling worden opgenomen, vermindert het aantal inzendingen van aanvragen voor het verstrekken van renteloze voorschotten. Bovendien blijkt bij deze afwikkeling vaak, dat de Gemeente in het verleden te hoge renteloze voorschotten heeft ontvangen op van het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting ontvangen goedkeuringsbonnen, ten gevolge waarvan de te veel ontvangen voorschotten naar andere objecten moeten worden overgeboekt. Voor verschillende herstelwerken, onder meer voor de Scheveningse Bosjes, is in het afgelopen jaar nog een aantal voorschotaanvragen ingezonden tot een bedrag van ongeveer 450.000, A. Opruimingswerken. Het reeds gedurende geruime tijd met verschillende rijksinstellingen gevoerde overleg tot vergoeding van de door de Gemeente gemaakte kosten van voorbereiding, tekenwerk, toezicht, algemene beheers- en admini stratiekosten en de overige indirecte kosten leidde in 1953 tot een positief resultaat, waarbij in samenwerking met Gemeentewerken een definitieve regeling werd ge troffen inzake de door het Rijk te verlenen vergoeding. Krachtens deze regeling werd de vergoeding voor de indirecte kosten vastgesteld op 10% van de goedge keurde directe kosten. Als gevolg van deze beslissing werd over de tot en met 1951 uitgevoerde werken nog een declaratie ingediend van ƒ1.026.702,21. Ten aanzien van de opruimingswerken, waarvan het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting ver schillende kosten wegens het ontbreken van voldoende bewijsmateriaal, dan wel om andere redenen in verband met de na de be vrij ding heersende chaotische toestan den, had afgewezen, heeft het overleg tenslotte tot het resultaat geleid, dat alsnog een declaratie van ƒ239.303,15 kon worden ingezonden. a. Wederopbouwplannen b. Opruimingswerken c. Herstelwerken Bijlage III geeft een overzicht van de, eventueel na over leg met de betreffende rijksinstellingen, in 1953 aan be drijven en diensten verstrekte goedkeuringen voor de uitvoering van opruimings- en herstelwerken, alsmede voor de in de wederopbouwplannen uit te voeren werken. Administratieve voorbereiding der in de wederop bouwplannen uit te voeren werken en bemoeiingen met de uitvoering van verschillende opruimings- en herstelwerken. Zoals reeds in het verslag over 1952 werd opgemerkt, concentreren de bemoeiingen van de Dienst zich thans op de administratieve voorbereiding van de in de weder opbouwplannen Bezuidenhout A en B, Zorgvliet II, Af voerkanaal en Stokroosplein uit te voeren openbare werken, terwijl de bemoeiingen zich, wat de overige werken betreft, beperken tot enige opruimingswerken, enige werken tot herstel van oorlogsschade en de her bouw van bezittingen van de Gemeente en van bij zondere scholen. GEMEENTELIJKE DIENST VAN DE WEDEROPBOUW EN DE STADSONTWIKKELING i 4.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1953 | | pagina 291