I
27
7
b. Vergelijking tussen de uitkomst en de doorberekening.
f
Nadelig saldo van de bedrijfsrekening
14
II. Kapitaalslasten.
Het overschot op dit onderdeel bedraagt rond
39.000,terwijl het tekort in 1952 rond 88.000,
bedroeg.
Toelichting.
I. Sociale lasten.
De doorberekening van deze kosten geschiedt door
de productieve bruto-lonen en -salarissen te verhogen
met resp. 40 en 35 Deze percentages blijken ach
teraf ongeveer 1 te laag te zijn geweest als gevolg
van de reeds eerder genoemde onvoorziene stijging van
deze kosten.
f
IV. Afdelingskosten.
De overschrijding hiervan bedraagt rond/331.000,
Voor een belangrijk deel is deze veroorzaakt door de
omstandigheid dat in het bedrag van salarissen en lonen
een post is begrepen van rond/. 232.000,welke niet
in de begroting is opgenomen. Dit bedrag bestaat uit
salarissen van een aantal toezichthoudende ambtena
ren van de bouwkundige onderhoudsafdeling, welke
salarissen voorheen direct ten laste van de werken wer
den geboekt. Dit stuitte echter op grote practische be
zwaren, zodat deze salarissen thans op indirecte wijze
worden verrekend. In de begroting van 1954 is met deze
wijziging rekening gehouden.
De overschrijding van rond 96.000,— op de overige
onderdelen is voornamelijk het gevolg van de omstan
digheid dat de begroting bijna een jaar voor de aan
vang van het desbetreffende jaar moet worden samen
gesteld, waardoor het schattingselement een niet te
verwaarlozen rol speelt.
99.250,—
III. Onderhoudskosten.
Op dit onderdeel bedraagt het overschot rond
ƒ33.000,—.
Dit bedrag is bijna geheel overgehouden op de posten
„Gebouwen” en „Houten loodsen” nl. rond ƒ30.000,
als gevolg van de omstandigheid, dat een gedeelte van
het begrote onderhoud achterwege kon blijven i.v.m.
de bouw van een nieuw gebouwencomplex aan het
Groenewegje.
Daarnaast is op enkele onderdelen tot een totaal be
drag van rond 17.000,minder verwerkt dan is be
groot, terwijl de post „Onderhoud auto’s en motor
rijwielen” met rond 14.000,is overschreden als ge
volg van de hoge ouderdom van een aantal vervoer
middelen, waardoor meer onderhoud heeft moeten
plaats hebben dan was begroot.
2. een wijziging in het systeem van factureren .waar
door een belangrijke rentebesparing is verkregen.
Dit gunstige resultaat is ontstaan als gevolg van:
1. de daling van de rekening-courant-rente. In 1952 be
droeg het rentepercentage gemiddeld4, in 1953 gemid
deld 3,25 Het hieruit ontstane voordeel is gedeelte
telijk verloren gegaan doordat in 1953 zoals reeds
is vermeld de financiering van de voorraden ge
schiedde met leningskapitaal, waarvoor een rente
percentage geldt van 3,7
Met betrekking tot de indirecte kosten kan de volgende samenvatting worden opgesteld
VERSLAG GEMEENTEWERKEN
Uitkomst
39.363,95
1) Betreft extra afschrijving.
V. Overige bijzondere lasten
VI. Overige bijzondere baten
Totaal van resp. de bijzondere lasten en de bijzondere baten (Artikel IX)
151.946,48
40.860,73
I. Sociale lasten.
II. Kapitaalslasten
III. Onderhoudskosten
IV. Afdelingskosten
Doorberekend in
de werken c.a.
48.924,40
103.022,08 9
192.807,21
176.663,98
16.143,23
59.886,05
1.968.491,44
410.345,43
218.620,17
2.231.069,27
4.828.526,31
f 1.919.567,04
346.687,30
218.620,17
2.290.955,32
4.775.829,83
77.413,98
176.663,98
Verschil
Bijzondere lasten Bijzondere baten