32 K 430 220 6 15 22 263 3 De afgedane rapporten, klachten, enz. leidden tot 7 927 (v.j. 6 468) bemoeiingen, waarvan 7 122 met betrekking tot noodzakelijk bevonden voorzieningen ter opheffing van woninggebreken c.q. tot woning verbetering. De aan het toezicht verbonden werkzaamheden bleven in vergelijking met die van vóór 1940 zeer omvangrijk. Dit kan hieraan worden toegeschreven, dat onder de tegenwoordige omstandigheden de nood zakelijke herstellingen aan particuliere woningen, als mede verbetering van de oudere woningen nog steeds moeizaam van de eigenaren kunnen worden verkregen. Het aantal woningen, ten aanzien waarvan werd overgegaan tot het dwingend voorschrijven van ver beteringen, voorzieningen of opruimingen krachtens de Bouw- en Woonverordening of de Woningwet, bedroeg 709 (v.j. 907). In 103 gevallen (v.j. 97) had, wegens het niet vol doen aan deze aanschrijving of waarschuwing, uit voering van Gemeentewege plaats met toepassing van artikel 70 der Woningwet. In het verslagjaar kwamen 232 woningverbeteringen onder toekenning van een subsidie (premie) tot stand, waaraan zowel door het Rijk als de Gemeente werd bijgedragen. Een overzicht van het aantal bemoeiingen is opge nomen in bijlage 4. Er werden 62 woningen bij besluit van de Ge meenteraad onbewoonbaar verklaard; voorstellen tot onbewoonbaarverklaring van 182 woningen werden ingediend. Ambtelijk opsporen en onderzoek van slechte wo ningen van lage huurwaarde werd voortgezet. Als gevolg van ingekomen klachten werden 71 wo ningen (v.j. 95) door de Gemeentelijke Geneeskun dige en Gezondheidsdienst onderzocht op wandge dierte en besmet bevonden. In 3 gevallen (v.j. 27) werd een aanschrijving tot zuivering verzonden; in 3 (v.j. 18) van deze gevallen werd tot zuivering van Gemeentewege overgegaan. Er werd in 2 gevallen door de eigenaar beroep inge steld met betrekking tot een door de Gemeenteraad uitgesproken onbewoonbaarverklaring van een aantal woningen. In 108 gevallen werd op schriftelijk verzoek van het Gemeentelijk Bureau voor de Huisvesting de be- woningstoestand van woningen onderzocht en daar over gerapporteerd. Bovendien werd, naar aanleiding van door de Dienst ingesteld onderzoek, in 31 gevallen aan dit bureau overbevolking, c.q. ongeschiktheid ter bewo ning, opgegeven. afgedaan in 1953: verleende vergunningen inrichtingen met kennisgeving opgericht c.q. uitgebreid afgegeven verklaringen ingevolge art. 36 van de Hinderwet van 15 Mei 1952 vergunningen geweigerd aanvragen ingetrokken of gedeponeerd In behandeling ultimo 1953 167 De bovenvermelde vergunningen werden door Bur gemeester en Wethouders verleend met uitzondering van vijf vergunningen, waarvan overeenkomstig de Hinderwetsbepalingen, het verlenen door de Kroon (één) en door het Provinciaal Bestuur van Zuid-Hol- land (vier), plaats had. In 9 gevallen had verlenging van de in het ver- gunningsbesluit vervatte voltooiingstermijn plaats. T.a.v. één der verleende vergunningen werden nieu we voorwaarden krachtens artikel 26 van de Hinder wet opgelegd. Het overzicht van de verschillende inrichtingen, waarop de verleende vergunningen, kennisgevingen en verklaringen betrekking hadden, gesplitst naar de oprichting van nieuwe - en de uitbreiding en/of wijzi ging van bestaande inrichtingen, is opgenomen in de bijlage 5. Behandeld zijn 217 klachten betreffende hinder van industrieële vestigingen, waarvan er 62 ongegrond werden bevonden. Wegens handelingen in strijd met de Hinderwet werden 7 processen-verbaal opgemaakt. Met betrekking tot de door Burgemeester en Wet houders genomen besluiten tot het verlenen van een vergunning, werd in 1953 in één geval beroep inge- steld. Op dit beroep is in het verslagjaar door de Kroon nog geen beslissing genomen. Op de vijf aan het begin van het verslagjaar nog lopende beroepszaken werd in 1953 in twee gevallen door de Kroon een beslissing genomen. In beide ge- HINDERWET c.a. De nieuwe Hinderwet van 15 Mei 1952 trad op 1 Februari 1953 in werking. Bij deze Wet is o.a. bepaald, dat de twee Gemeen telijke verordeningen, uitgevaardigd ingevolge art. 4 van de vorige Wet (van 2 Juni 1875) haar geldigheid voorlopig blijven behouden. Het aantal aanvragen om vergunning ingevolge de Hinderwet, zomede de kennisgevingen, gegrond op een der bovenbedoelde verordeningen, in behandeling op 1 Januari 1953, bedroeg126 ingekomen in 1953 304 VERSLAG VAN HET GEMEENTELIJK BOUW- EN WONINGTOEZICHT. Onbewoonbaarverklaring van woningen. Woninginspectie. Onderzoek woningen op wandgedierte. Beroep. Onderzoek bewoningstoestanden. Beroep.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1953 | | pagina 404