35
De hijskraan werd in het verslagjaar 168 maal in ge
bruik gesteld tegen 213 keer in 1952.
In totaal werden 294 schepen op de sleephelling ge
bracht tegen 277 in 1952. Gebouwd werden: 1 motor
logger, 1 kustvaarder, 1 watertankboot, 1 perszuiger,
2 lichters, 2 keienbakken, 2 Westlanders, 3 dekschuiten,
6 elevatorbakken, 4 open werkschuiten en 1 bokbak.
In bestelling zijn: 3 patrouilleboten, 4 onderlossers,
1 zuiger en 1 kustvaarder ter verbouwing, 1 motorvlet,
9 diverse vaartuigen.
verbaal opgemaakt, dat werd doorgezonden naar de
Dienst der Gemeentewerken, die voor verdere afwik
keling zorgde.
In totaal werd 10 938 100 liter duinwater aan de
vaartuigen uitgegeven in 2 271 verstrekkingen. Aan 743
aanvragen werd voldaan in de eerste binnenhaven, t.w.
2 540 900 liter en aan 1 528 in de tweede binnenhaven
t.w. 8 397 200 liter.
De baggermolen „MAAS" haalde uit de binnenhaven
en uit de binnenvoorhaven 1 417 vrachten van 120
m3, in totaal 170 040 m3 baggerspecie. De zandzuiger
..BLANKA" bracht 69 892 m3 zand uit de buitenhaven
en uit de vaargeul voor de buitenhaven naar zee.
De Gemeentelijke Reinigingsdienst heeft het haven
terrein geregeld bezemschoon gehouden en vervoerde
het visvuil van de rederijen in schuiten, die in de bin
nenhaven lagen.
De scheepvaart in het verslagjaar is ten opzichte van
1952 teruggelopen; de aanvoer van zand in de Laak
haven ten behoeve van de uitbreiding der stadswijken
in de omgeving van het Zuiderpark is verminderd. In
het geheel kwamen langs het havenkantoor Laakhaven
binnen 9 713 schepen, waarvoor havengeld per reis
werd betaald met 1 455 808 m3 verplaatsing tegen
11 073 vaartuigen met 1 478 696 m3 verplaatsing in
1952. Hierin zijn niet begrepen de schepen, die een abon
nement hadden genomen; de totale inhoud van deze
vaartuigen bedroeg 5 090 m3 tegen 16 357 m3 in 1952.
Langs het havenkantoor Loosduinen voeren 278
schepen in de richting ’s-Gravenhage met een laadver
mogen van 3 374 m3 tegen 291 vaartuigen met 3 145 m3
in 1952.
Hierin zijn niet begrepen de schepen, die een abon
nement hadden genomen; de totale inhoud van deze
vaartuigen bedroeg 1 341 m3.
In de Binckhorsthaven kwamen in het verslagjaar
1 013 schepen met 175 590 m3 verplaatsing tegen 934
In het verslagjaar werd 1 095 495 m2 kaderuimte
door rederijen in beslag genomen tegen 1 339 263 m2 in
1952.
Op 25 Januari brak brand uit in de motorlogger
SCH 141, welke spoedig werd geblust. In de nacht van
31 Januari op 1 Februari teisterde een zware storm ons
land. De storm heeft ook te Scheveningen schade aan
gericht. Het water steeg tot de ongekende hoogte van
4.37 m D.P. HetZ.W.-landhoofd, tussen buitenhaven
en binnenvoorhaven, werd over een groot deel wegge
slagen. De borstwering aan de zeezijde van de seinstel-
ling werd gedeeltelijk weggeslagen en een groot deel van
de boulevard benoorden de haven werd vernield. On
geveer 10 000 vaten haring, welke op de kade van de
le binnenhaven waren opgeslagen, spoelden de haven
in; zij konden vrijwel alle weer worden opgevist.
In de periode van 2 t./m. 6 Februari vertrokken de
strandreddingboot „PRINS BERNHARD", 4 motor
loggers en 13 motorkotters en motorschokkers om hulp
te verlenen in het rampgebiedop 26 Februari liep de
nieuw gebouwde coaster „ADMIRAAL" COURBET
van G. de Ruiter’s Kustvaart- en Rederij bedrijf te
’s-Gravenhage, van de sleephelling; op 2 Maart voer de
motorschokker SL 25 op een dam bij Kijkduin; bij
hoog water kwam het vaartuig op eigen kracht weer
vlot; op 27 April ontstond een brand in de Oosthoek
van de 2de haven, die door de brandweer werd geblust;
op 11 Mei besloot de Gemeenteraad op voorstel van
Burgemeester en Wethouders de houten seinstelling,
die sinds de ingebruikstelling van de haven had dienst
gedaan, te vervangen door een geheel nieuwe seinin-
richting. In het najaar werd met de uitvoering van dit
werk begonnen, hetwelk aan het einde van het verslag
jaar nog niet was voltooid; op 23 Mei namen 50 motor
loggers deel aan de vlootschouw ter gelegenheid van
„Vlaggetjesdag”; op 26 Mei strandde de motorkotter
SCH 86 te Kijkduin; het vaartuig werd later aldaar ge
sloopt; op 18 Juni liep de SL 15 op een dam bij Kijk
duin. Het bergingsvaartuig „BRUINVIS” heeft het
schip afgehaald en in de haven gebracht; op 24 Juli
sprong 200 meter buiten de haven een matroos over
boord van de uitgaande logger SCH 3. De motor drijver
sprong hem na. Toen beiden door een passerende mo
torschokker opgepikt werden, bleek de matroos be
wusteloos te zijn. Hij werd door de Gemeentelijke Ge
neeskundige en Gezondheidsdienst naar een ziekenhuis
vervoerd; op 13 Augustus kwam de motorlogger SCH
66 met averij de haven binnenhet schip had een aan
varing gehad met de motor logger SCH 61op 19 Oc
tober viel, bij het aan boord springen op een uitgaande
logger, een matroos in de haven en verdronk. Het lijk
werd opgehaald.
VERSLAG GEM. DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN.
3
Hijskraan.
Sleephelling.
Duinwater.
Baggerwerk.
Reiniging.
II. BINNENHAVENS.
Scheepvaart.
Kaderuimte.
Verschillende onderwerpen.