VERSLAG OVER HET JAAR 1953.
ALGEMENE BESCHOUWINGEN BETREFFENDE
DE DRIE INSTELLINGEN GEZAMENLIJK.
GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK, NOODHYPOTHEKENFONDS
EN RIJKSHYPOTHEKENFONDS VAN 'S-GRAVENHAGE.
Bij raadsbesluit van 13 April 1953 (bijlage no. 146)
werden met ingang van 16 April 1953 voor de tijd
van twee jaren tot deskundigen voor de schatting der
waarde en het onderzoek naar de staat der onder
panden herbenoemd de heren W. Biever en H.
Lamet Sr.
Hierna volgen de gebruikelijke gegevens betreffende
de drie instellingen afzonderlijk.
Op het einde van het boekjaar bestond het perso
neel in vaste dienst uit: 1 administrateur A, 1 boek
houder C en 1 administratief ambtenaar B.
Met de leiding van de Bank bleef belast de Direc
teur van Financiën en bij afwezigheid diens plaats
vervanger.
werd ook dit jaar verzorgd door de Gemeentelijke
Woningdienst.
Op de staat van onderhoud der verdere onderpan
den werd het gebruikelijke toezicht uitgeoefend. Ern
stige tekortkomingen kwamen hierbij niet aan het
licht.
Evenals dit in het vorige jaar het geval was, werden
ook in 1953 enkele leningen, waarvan het onderpand
was verwoest en/of onteigend, met gebruikmaking
van de bepalingen der Wet op de Materiële Oorlogs
schaden door tussenkomst van het Grootboek voor
de Wederopbouw afgelost. De hypotheekinstellingen
leden daarbij geen verliezen.
De gemiddelde hypotheekrente was op 31 Decem
ber bij de Hypotheekbank 4,05 pCt.; bij het Nood
hypothekenfonds 3,88 pCt. en bij het Rijkshypothe-
kenfonds 3,82 pCt. (v.j. onderscheidenlijk 3,97 pCt.;
3,84 pCt. en 3,79 pCt.). Het totale bedrag der hypo
theekrente beliep rond 242.100,(v.j. 239.200,
Bij de in 1953 toegestane aanvragen tot voortzet
ting van bestaande leningen werd de rentevoet van in
totaal 22 leningen, te zamen bedragende 359.405,
verlaagd, waarvan voor 21 leningen, te zamen groot
354.605,ingaande 1 Januari 1954.
De winsten van het Noodhypothekenfonds en het
Rijkshypothekenfonds bedroegen onderscheidenlijk
2.082,82 en 2.829,26. Beide bedragen werden,
op grond van het bepaalde in art. 17, lid 5 van de
beheersverordening (Verz. 1933, no. 23) aan de Ge
meente uitgekeerd.
Eveneens kwam aan de Gemeente rekening 1953
ten goede de winst van de Hypotheekbank over dat
jaar ten bedrage van 7.252,43.
Zoals in de jaarverslagen over vorige jaren reeds
werd medegedeeld, is de „Financieringsregeling Wo
ningbouw 1948” buiten werking gesteld en worden
geen hypotheken krachtens deze regeling meer ver-
strekt. Mits daarvoor van Rijkswege toestemming
wordt verkregen, blijft de overneming van de krach
tens die regeling verstrekte hypotheken steeds moge
lijk. Van deze mogelijkheid werd in 1953 geen ge
bruik gemaakt. Met de „Premieregeling 1953” hebben
de hypotheekinstellingen geen bemoeiingen gehad.
Behoudens 2 aanvragen om een nieuwe lening en
3 aanvragen om verhoging van bestaande leningen,
bleef de werking van de drie hypotheekinstellingen
beperkt tot voortzetting, wegens afloop van de lenings-
termijn, van bestaande leningen.
In totaal kwamen in behandeling 53 (v.j. 68) aan
vragen tot een totaal bedrag van rond 1.450.540,
(v.j. 1.689.500,Gesloten werden 6 (v.j. 8)
leningen tot een totaal bedrag van 241.700,(v.j.
307.400,De aflossingen bedroegen in totaal
rond 493.200,(v.j. 275.800,waarin be
grepen de algehele aflossing van 25 (v.j. 25) lenin
gen, te zamen bedragende rond 283.300,(v.j.
134.000,Het totaal der 255 (v.j. 274) uit
staande leningen bedroeg op 31 December rond
5.980.900,— (v.j. ƒ6.232.400,—);d.i. 251.500,—
minder dan een jaar tevoren.
De betalingen van rente en aflossing hadden met
uitzondering van enkele sedert jaren noodlijdende
posten een alleszins bevredigend verloop. Evenals
in vorige jaren betaalden ook in dit verslagjaar vele
geldnemers vóór de vervaldagen het door hen ver
schuldigde. Enkele geldnemers verzochten om op
schorting van de periodieke aflossingen. Omdat voor
de betrokken posten voldoende dekking aanwezig
was, konden deze verzoeken zonder bezwaar worden
toegestaan.
Wegens openbare verkoop verminderde het aantal
der bij de Bank in beheer zijnde panden met twee.
Op 31 December 1953 had de Bank nog 81 panden
in beheer.
Evenals in vorige verslagjaren waren de exploitatie-
uitkomsten van bovengenoemde huizen, tengevolge
van de hoge onderhoudskosten, niet bijzonder gunstig.
Door de inmiddels met ingang van 1 Januari 1954
ingegane huurverhoging van 17 pCt. zullen de uit
komsten, naar verwacht mag worden, aanzienlijk ver
beteren.
Het onderhoud der in exploitatie zijnde panden
BIJLAGE 36
1
Schatters.
Personeel.