36 I 4 De directeur, F. BEKINK. De in 1953 ontvangen aflossingen bedroegen in totaal 252.070,waarvan 117.110,wegens genomen, alle betreffende de voortzetting van be staande leningen. Zij werden alle tot het aangevraagde bedrag toegestaan. Een aanvrage, groot 5.620, werd ingetrokken, zodat 8 leningen tot een gezamen lijk bedrag van 222.140,werden voortgezet. Nieuwe leningen kwamen in het verslagjaar niet tot stand. Het totaal der 58 (v. j. 63) uitstaande leningen bedroeg op 31 December 1953 rond 2.505.400, (v. j. 2.757.400,—). Aan vergoeding voor vervroegde aflossing werd dit jaar een bedrag van 53,90 ontvangen. Tot executie van onderpanden werd in het verslag jaar niet overgegaan. algehele aflossing van 5 leningen en 123.100, wegens tussentijdse gedeeltelijke aflossing. In 1953 werd bij de Gemeente geen kapitaal opge nomen. Op het kapitaal werd afgelost een bedrag van 252.070,—. pCt.); 3% 334 4 414 4>4 Op vermoedelijk oninbare rente werd een bedrag van f 618,81 afgeschreven. De exploitatie leverde een batig saldo op van 2.829,26, welk bedrag, in verband met het bepaalde in art. 17 lid 5 van de beheersverordening (Verz. 1933, no. 23), aan de Gemeente werd uitgekeerd. Bij de 8 in 1953 voortgezette leningen werd de rentevoet als volgt bepaald: voor 1 lening op 314 pCt. (ongewijzigd); 2 leningen 3% (voorheen 4 2 3% 414 1 lening 4 (ongewijzigd); 1 4'4 1 414 (voorheen 414 pCt.). Voor 5 leningen tot een bedrag van 83.390, werd de rentevoet verlaagd. VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK ENZ. Executie. Aflossingen. Vergoeding voor vervroegde aflossing. Kapitaal. Rekening. Rente.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1953 | | pagina 462