I
I
H
I
39
I
ft
3 458
ondersteunde partijen
aantal
10 100 partijen
3 461
December 1953 in onder-
Het verloop van het aantal ondersteunde partijen per jaar blijkt voor de verschillende groepen als volgt te zijn:
3
Gewone ondersteunden
Valide ondersteunden
logementbewoners
Niet-Europeanen
Middenstanders
Zwakzinnigen en zielszieken
Bijzondere zorg
Totaal
aan de omgeving, niet bij een andere afdeling zijn te
handhaven.
Al deze gevallen vereisen een meer psychologisch
gerichte behandeling. De gesprekstechniek vindt hier
bij een voorzichtige toepassing. Aan de hand van de
analyse dezer op schrift gestelde gesprekken en de des
betreffende rapporten wordt het werkplan opgemaakt.
918
979
923
641
974
805
942
737
-
1
4
18
17
Gewone ondersteunden
Valide ondersteunden
Logementbewoners
Niet-Europeanen
Middenstanders
Zwakzinnigen en zielszieken
Bijzondere zorg
Totaal
I
1.Ü
P
i
Op 31
steuning6 639 partijen
Het verloop van het aantal ondersteunde partijen
over 1953 in de verschillende groepen blijkt uit het
volgende overzicht:
Totaal
in 1953
Gedurende 1953 uit onder
steuning afgevoerd:
le kwartaal
2e
3e
4e
Verloop van het aantal ondersteunde partijen.
Op 1 Januari 1953 in ondersteuning 6 642 partijen
Gedurende 1953 in ondersteuning
opgenomen:
le kwartaal
2e
3e
4e
werkt, alvorens deze in de volledige commissie worden
behandeld. In deze kleine commissie is ook de Dienst
vertegenwoordigd. Ten slotte is er nog een vergadering
van werkers, waarin de dagelijkse problemen worden
besproken.
Het nog steeds heersende woningtekort blijft een
grote belemmering in het werk; verplaatsing van een
gereclasseerd gezin naar een betere omgeving is nog
altijd uiterst moeilijk en kans op terugvallen naar een
vroeger peil is daardoor niet denkbeeldig.
Ook de geringe werkgelegenheid voor de niet meer
zo jeugdige ongeschoolde arbeidskrachten in het vrije
bedrijf bemoeilijkt de opheffingspogingen. De periodie
ke plaatsing in een der objecten van de Gemeentelijke
Werkverschaffing of Sociale Werkvoorziening is slechts
een tijdelijke oplossing met een steeds terugkerende
terugval.
De vrouwen in deze groep, wier aanwezigheid
thuis vóór de verzorging en opvoeding van kin
deren niet geboden is en die dus tijd beschikbaar
hebben tot het verrichten van arbeid buitenshuis, wor
den vaak door haar uiterlijk en optreden,alsmede door
gemis aan belangstelling voor huishoudelijk werk, niet
aanvaard, terwijl vrouwen, die tot arbeid in een fabriek
of wasserij bereid en in staat zijn, dit werk meestal
niet kunnen aanvaarden door een tekort aan kinder-
bewaarplaatsen of doordat het tijdstip, waarop de kin
deren daar moeten worden gebracht en gehaald, niet
is aangepast aan de uren, waarop een normale volledige
dagtaak is ingesteld.
Bij de afdeling „Bijzondere Zorg” zijn voorts nog
ondersteunden ondergebracht, die om bepaalde rede
nen, zoals grote mate van agressie, opvliegendheid,
gevoelsstoornissen, geen of onvoldoende aanpassing
24)
H)
-)
7)
20)
D)
i 3 576)
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN
95
Aantal ondersteunden per
Steungroep.
31-12
1-10
1-1
1-4
1-7
Steungroep
1-1-49
1-1-50
31-12-53
5»
99
99
99
99
16 511)
21
De tussen haakjes geplaatste cijfers hebben betrekking op 1952.
4 475
146
6
11
109
86
187
5 020
6 127
71
30
13
121
118
162
6 642
4 867
105
20
11
120
104
199
5 426
6 162
77
34
13
124
118
170
6 698
5 386
56
36
11
135
85
184
5 893
6 039
56
29
11
122
104
163
6 524
5 616
47
19
13
128
98
145
6 066
6 077
49
27
13
123
98
156
6 543
6 127
71
30
13
121
118
162
6 642
6 143
50
30
12
125
100
179
6 639
6 143
50
30
12
125
100
179
6 639
Aantal ondersteunden per:
1-1-51 i 1-1-52
Toeneming (4-) of
daling geduren
de 1953.