i I 39 13,0 14,1 15,6 13,1 27,0 Totaal 5 Uit vorenstaand overzicht blijkt tevens, dat de totale groei met 1 619 partijen sedert 1-1-49 voor 59.9 pCt. 970 partijen) veroorzaakt wordt door de ouden van dagen. De volgende cijfers tonen het verloop van het aantal ouden van dagen sinds de in-werking-treding van de Noodwet Ouderdomsvoorziening: 2 722 2 155 1 927 2 770 3 028 3 109 Voortdurende stijging van het aantal partijen door stijgende kosten van levensonderhoud en de daardoor noodzakelijke verhoging der steunbedragen. Daarnaast is de toeneming van het aantal ouden van dagen onder de bevolking van in vloed. Noodwet nog niet in werking. Daling van het aantal partijen door gunstige werking van de Noodwet. Het volgende overzicht geeft een duidelijk beeld van de toeneming van het aantal ouden van dagen te ’s-Gravenhage Kerkelijke gezindte der ondersteunden. De 9 270 verschillende personen (namelijk 10 100 partijen min 830 dubbeltellingen meermalige onder steuningen), die in 1953 als ondersteunden in de admi nistratie voorkwamen, zijn als onderstaand verdeeld naar kerkelijke gezindte, waarbij naast procentuele ver houdingen in voorgaande jaren tevens de verhouding is gegeven van de Haagse bevolking per 1-1-53. S 1- 1-49 1- 1-50 1- 1-51 1- 1-52 1- 1-53 31-12-53 Van de 3 109 ondersteunde ouden van dagen op 31 December 1953 waren er 2 986 in het genot van een uitkering krachtens de Noodwet Ouderdomsvoorzie ning. Voor de overige 123 partijen is een aanvraag om een uitkering lopende, of komen deze partijen niet voor een uitkering in aanmerking ingevolge de bepalingen van de Noodwet Ouderdomsvoorziening. Om enige vergelijkingen te kunnen maken zij ver meld, dat in de Gemeente ’s-Gravenhage op 1 Januari 1951 17 305, 1 Januari 1952 18 363, 1 Januari 1953 19 641, en op 31 December 1953 20 579 ouden van dagen een uitkering ingevolge de Noodwet Ouder domsvoorziening ontvingen. Op 31 December 1953 waren 234 partijen van 64 jaar in ondersteuning. Het merendeel dezer partijen zal in de loop van 1954 voor een uitkering N.O.V. in aan merking komen. De sterke toeneming van het aantal bejaarden onder de Haagse bevolking is mede van invloed op het aantal ouden van dagen, dat zich voor geldelijke ondersteu ning tot de Dienst wendt. Ondersteunde partijen. Mei 1947 1- 4-48 1- 7-48 1-10-48 5,0 17) Hervormd en Waals Herv. Gereformeerd Rooms-Katholiek Overige kerkelijke gezindten: a. Israëliet b. Christelijk c. Niet-Chris- telijk Geen kerkelijke gezindte volkstelling 1899 VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN Jaar. aantal. In pCt. van totaal in: Gezindte. 1949. 1950. 1951. 3 792 40,8 42,1 30,7 0,5 0,4 0,3 0,3 5,0 5,1 5,1 5,1 100 100 100 100 100 3 231 1 966 2 139 2 329 2 602 Aantal in 1953 134 3 395 31 455 206.022 271 280 354 987 437 675 532 998 552 154 558 849 571 853 578 516 584 435 590 755 11 760 15 973 21 886 30 320 39 171 45 561 47 301 49 732 52 041 54 494 56 764 5,7 5,9 6,2 6,9 7,4 8,3 8,5 8,7 9,0 9,3 9,6 1,4 37,9 1,5 37,9 1,3 38,4 7,8 29,5 0,3 5,3, 1- 1-48 1 446 14,4 9 270 100 |7 784 8 131 8 449 8 991 9270 584435 Personen van i 65 jaar en ouder te ’s-Gravenhage. in pCt van de bevolking. ■5 1 v en v v~> i cuï 1909 1920 1930 1947 bev. reg. 31-12-48 31-12-49 31-12-50 31-12-51 31-12-52 31-12-53 Totale Haagse bevolking. 1952. 1953. 41,8 41,3 40,9, 1,4 1,5 37,6 36,6

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1953 | | pagina 507