39 v. IV. 14 De overeenkomst, welke in 1952 met de ziekenfond sen werd gesloten, vond in het jaar 1953 eveneens toe passing. In verband met de stijging van kosten in ziekenhuizen en sanatoria stond het Directoraat-Generaal van de Prijzen in de loop van het jaar vele incidentele prijsver hogingen toe. Per 1 October 1953 werd toestemming GEMEENTELIJK BUREAU VOOR ZIEKENHUISVERPLEGING. 480 758 in het vierde kwartaal 1952 tot 493 291 in het vierde kwartaal 1953. Voor de op het Gemeentelijk Bureau voor Zieken- huisverpleging betrekking hebbende cijfers wordt ver wezen naar bijlage 11 op bladzijde 34. gegeven voor een algemene prijsverhoging van 0,30 per verpleegdag, dit in verband met de verplichte in voering van de 48-urige werkweek voor het verplegend personeel. Enkele ziekenfondsen, welke in 1952 uitsluitend voor leden, die reeds geruime tijd als zodanig stonden inge schreven, genoegen hadden genomen met een zieken fondspremie van 1,05 voor personen van 16 jaar en ouder, gingen er ingaande 1 Januari 1953 toe over de premie ook voor hen vast te stellen op 1,15. In het verslagjaar werden 34 482 patiënten opgeno men, tegen 33 063 patiënten in 1952. Het aantal verpleegdagen steeg van 638 437 in 1952 tot 660 159 in 1953. Eveneens onderging het aantal verplicht- en vrijwil- OVERIGE TAKEN NIET INGEVOLGE DE ARMENWET. In het jaar 1953 verleende de Dienst bemiddeling bij of regelde 371 begrafenissen.1) Hiervan werden uitgevoerd door de ondernemer met wie de Dienst een overeenkomst heeft: 320 begrafenis sen. Door andere ondernemers werden 51 teraardebe stellingen geregeld. Betreffende de financiële afwikkeling kan het volgen de worden vermeld: In 8 gevallen konden de kosten, na aftrek van de op brengst uit polissen e.d., aan het Ministerie van Maat schappelijk Werk in rekening worden gebracht. Hierin zijn begrepen 5 rampslachtoffers, die in de gemeente ’s-Gravenhage kwamen te overlijden. In 234 gevallen werden de kosten geheel bestreden uit opbrengsten van polissen en nalatenschappen. In 129 gevallen kwamen de kosten geheel of ten dele ten laste van de Dienst. In dit aantal zijn begrepen 3 vreemdelingen, ten aanzien van wie het Rijk drage van 75 pCt. in de kosten verleende. (R.H.O.) geschieden. Voor de aanschaffing van ver schillende kleine persoonlijke zaken werden gelden uit gekeerd ten laste van het Nationaal Rampenfonds. Naast de geldelijke hulpverlening zorgde de Dienst eveneens voor verstrekking van kleding, schoeisel, dek king en ligging. Alle rampslachtoffers werden thuis be zocht, hun persoonlijke omstandigheden in rapporten vastgelegd en de huisvesting gecontroleerd. In de Gemeentelijke Verzorgingshuizen waren 111 evacué’s ondergebracht. Door bemiddeling van de Dienst werden in de loop van het jaar 99 evacué’s uit het rampgebied in zieken huizen verpleegd. De kosten van deze verplegingen kon den nagenoeg geheel van de in ’s-Gravenhage werk zame algemene ziekenfondsen worden terugontvangen, aangezien de betrokken rampslachtoffers verplicht- of lig-verzekerde zielen een belangrijke verhoging, nl. van vrijwillig-verzekerd waren. Aan rampslachtoffers werden in totaal 176 heelkun dige en orthopaedische instrumenten gratis verstrekt. In de maanden Februari en Maart vertrokken reeds 1 675 vluchtelingen uit ’s-Gravenhage, t.w. zij die naar het gebied van herkomst terugkeerden en zij, die naar een andere evacuatie-gemeente vertrokken. Het vertrek van de vluchtelingen naar de gemeenten van herkomst bracht weer veel werk mee in verband met verrekeningen, natura-verstrekkingen, vervoer e.d. De Dienst had inmiddels een der sociale werkers ter beschikking gesteld van de gemeente Stellendam, waar door veel moeilijkheden konden worden voorkomen of opgelost. Tevens werd een administratieve ambtenaar van de Dienst ter beschikking gesteld van deze door de gemeente ’s-Gravenhage geadopteerde gemeente. Ten behoeve van de nagelaten betrekkingen van om gekomen rampslachtoffers worden de aanvragen voor het verkrijgen van een blijvende uitkering uit het Ram penfonds verzorgd. Op 31 December 1953 genoten nog 39 partijen ramp slachtoffers een uitkering door bemiddeling van de Dienst. De ondervonden grote medewerking van publiek en leveranciers in deze rampspoedige tijd stemt tot grote dankbaarheid. Een woord van bijzondere dank aan het plaatselijk bestuur van het Ned. Roode Kruis, de Fede ratie van Vrouwelijke Vrijwilligers en het Bureau Zuid- Holland van de Stichting Maatschappelijk Werk, welke instellingen zulk voortreffelijk werk hebben verricht, mag niet onvermeld blijven. Bijlage 10 op blz. 34 vermeldt de op de rampslacht offers betrekking hebbende gegevens. een bij- In het Tehuis aan de Delagoastraat 36 (afdeling „Noodhuisvesting”) werden in het verslagjaar 80 (47) VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN 1952 56.227,87 27,655,75 2,919,41 ƒ14.222,37 Bemiddeling bij begrafenissen. 1953 1) Hierin zijn niet begrepen de 125 gevallen, waarin de Dienst zich kon bepalen tot het verstrekken van indirecte bemiddeling; de nagelaten betrekkingen ver zorgden namelijk zelf de financiële kant. Noodtehuis voor z.g. uitzettingsgevallen. Ten laste van de rekening Begrafenis sen werd gebracht ƒ59.147,28 ƒ41.878,12 Ten bate van de rekening Begrafenis sen werd geboekt De netto geboekte kosten bedragen derhalve

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1953 | | pagina 516