39
J. C. J. Sillevis
12 December C. J. Dijk
17
Fonds Van Elburg.
Dit fonds, dat in het jaar 1924 als gevolg van het
feit, dat de zelfstandigheid van de Gemeente Loosdui-
nen werd opgeheven en het grondgebied bij dat van de
Gemeente ’s-Gravenhage werd gevoegd onder be
heer van ’s-Gravenhage kwam, betreft een legaat van
J. A. van Elburg. Het bestaat uit een 3 pCt. inschrijving,
groot 3.000,in het Grootboek der Nationale Wer
kelijke Schuld.
1 Januari
12 Januari
12 October
(adjunct-referendaris),
(hoofdambtenaar voor
sociale arbeid),
(zaalwachter),
(werkman),
(hoofdambtenaar voor
sociale arbeid, afde
lingschef) en
(inspecteur A.).
Personeelsvereniging.
Ook in het achtste jaar van haar bestaan verleende de
Personeelsvereniging haar medewerking bij ontspan-
Ontwikkeling.
Opnieuw werden voor het personeel van de Dienst en
voor genodigden voordrachten gehouden over vraag
stukken, welke direct of indirect verband houden met
de taak van ambtenaren van een sociale instelling en
wel in 1953 door:
Dr N. Speyer, leider van de afdeling „Geestelijke Volks
gezondheid” van de Gemeentelijke Geneeskundige- en
Gezondheidsdienst te ’s-Gravenhage (onderwerp: „De
psychologische betekenis van de zelfmoord.”)
de Heer J. de Bruin, directeur van de Vereniging „Club
huizen de Mussen” te ’s-Gravenhage („Ervaringen met
de massa-jeugd”)
Dr P. J. Roscam Abbing, Hervormd predikant te
’s-Gravenhage („De zielzorg en het maatschappelijk
werk”)
Mr J. J. R. Schmal, hoofd van het Bureau Bijzondere
Gezinsproblemen van het Ministerie van Maatschap
pelijk Werk („Het onmaatschappelijke gezin”);
Prof. Dr I. Diepenhorst, hoogleraar aan de Vrije Uni-
versiteit te Amsterdam („Kinderrechtspraak”).
Twee leden van het personeel kwamen te overlijden,
namelijk de ambtenaar voor sociale arbeid B W. de
Jonge (20 Februari) en de bureauchef B P. C. Pijnaker
(16 Mei).
Zoals uit het overzicht (bijlage 1) op bladzijde 28
blijkt, steeg de sterkte van het personeel met 14 leden,
namelijk van 782 op 31 December 1952 tot 796 op de
zelfde datum van het jaar 1953. Deze stijging was hoofd
zakelijk het gevolg van een noodzakelijk gebleken uit
breiding der personeelssterkte in de verzorgingshuizen,
de uitbreiding van het Gemeentelijk Verzorgingshuis
Laan van Meerdervoort 112, alsmede van de voorge
nomen opening van Huize „Cromvliet”, Beetslaan 251
te Rijswijk (Z.-H), als inrichting bestemd voor verple
ging en verzorging van demente vrouwelijke bejaarden.
De daling van het aantal krachten voor de gezinsver
zorging zette zich voort; van 17 op 31 December 1952
tot 9 op dezelfde datum van 1953.
Het aantal administratieve ambtenaren bleef vrijwel
constant. In de uitbreiding van de sociaal-technische
dienst kon worden voorzien door aanvulling uit het ad
ministratief personeel. De daardoor in de administra
tieve sector opengevallen plaatsen werden bezet door de
besten van hen, die, wegens de te verrichten extra-werk-
zaamheden tengevolge van de watersnoodramp, tijde
lijk moesten worden aangetrokken.
De ijver en toewijding van het personeel, welke ook
ten tijde van de watersnoodramp naar voren kwamen,
verdient alle lof. Het personeel stortte in totaal een be
drag van 8.954,57 (afgestaan van salaris en overwerk)
in het Nationaal Rampenfonds.
VIII. PERSONEEL EN HUISVESTING.
A. Personeel.
12 October
1 December P. van Dien
12 December A. J. Vonk
Algemeen.
In het verslagjaar bevorderden Burgemeester en Wet
houders de referendaris B, de heer T. P. H. van Maas-
trigt, die reeds vele jaren aan de Dienst is verbonden,
tot adjunct-directeur van de Gemeentelijke Dienst voor
Sociale Belangen en wel met ingang van 1 Januari 1953.
De heren C. J. Dijk (inspecteur A) en A. J. Vonk
(hoofdambtenaar voor sociale arbeid-afdelingschef)
herdachten onderscheidenlijk op 1 Februari en 28 April
de dag, waarop zij 40 jaar in dienst van de Gemeente
’s-Gravenhage waren.
Op 20 Januari vierden Mejuffrouw C. Domburg
(eerste werkvrouw) en op 12 September Mejuffrouw
H. van Oort (eerste huishoudster) haar 25-jarig ambts
jubileum.
Wegens het bereikt hebben van de pensioengerech
tigde leeftijd verlieten de Dienst:
P. J. Bunschoten (werkman),
J. Lurks
J. H. Mulder
Fonds Bruijne-Susenaar.
Dit fonds ontstond door de legatering van een bedrag
groot 1.490,52 door Johanna Hendrika Susenaar, we
duwe van Jurriaan Bruijne, overleden op 27 Februari
1932 te Scheveningen, aan de Gemeente ’s-Gravenhage
ten behoeve van het onder de Dienst voor Sociale Be
langen ressorterende Gemeentelijk Verzorgingshuis
Laan van Meerdervoort 112. De Gemeenteraad aan
vaardde deze erfstelling in zijn vergadering van 17 Oc
tober 1932. In Juni 1933 besloot de Raad het legaat te
beleggen in obligatiën van de 4 pCt. Nederlandse
Staatslening 1933 en wel in één obligatie van ƒ1.000,
en in één obligatie van 500,Thans bestaat dit fonds
uit één 3 pCt. Nederlandse Staatslening 1962/64 groot
1.000,en één 3 pCt. Nederlandse Staatslening 1962/
64 groot 500,
h.
II
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN
I