41 Gebouw. 5. 2 Aldus vast gesteld in de vergadering van 23 September 1953. Jhr Mr J. H. de Brauw, Voorzitter. Dr J. van Ijzeren, secretaris. Naast de reeds vroeger genoemde oorzaken menen Curatoren op grond van verschillende berichten de vraag te mogen stellen, of niet ook in de kringen van het openbaar lager onderwijs bij advisering der ouders in zake de schoolkeuze te veel de aandacht wordt geves tigd op de verschillende lycea zonder vermelding van de voordelen der integrale gymnasiale opleiding, die toch zeker niet gering te achten zijn. In de samenstelling der Commissie en in het bijzonder ook in die van haar bureau kwam in het verslagjaar be langrijke wijziging. De voorzitter, de heer Dr C. van den Berg, die in 1937 werd gekozen tot voorzitter van de toenmalige subcommissie B en, na de samenvoeging van de sub commissies A en B in 1939, het voorzitterschap van de gehele Commissie van toezicht aanvaardde, zag zich genoodzaakt, in verband met zijn zeer drukke werk zaamheden, welke hem veelal naar het buitenland voe ren, het presidium neer te leggen. Reeds eerder had Dr Van den Berg gemeend een zo danig besluit te moeten nemen, maar hij was hiervan teruggehouden dooi de aandrang van zijn medeleden, die niet alleen de leiding van hun voorzitter zeer on gaarne zouden missen, maar zich ook wel zeer bewust waren van de grote betekenis, welke de heer Van den Berg, door zijn grondige kennis van Haagse onderwijs toestanden en -problemen, voor het werk van de Com missie had. Thans echter kon de Commissie niet anders doen dan het besluit van haar voorzitter eerbiedigen. Een in de omstandigheden gelukkige oplossing werd echter gevonden, doordat Dr Van den Berg zich ten slotte bereid verklaarde de functie van ondervoorzitter te blijven vervullen. een juiste studiemethode bij te brengen. Ook legden de docenten er zich op toe de coördinatie van het onder wijs in de verschillende vakken zoveel mogelijk te ver beteren. Curatoren zijn er van overtuigd, dat de rec toren en het overgrote deel der leraren doen wat in hun vermogen ligt om aan het euvel van lage cijfers en dou bleren tegemoet te komen. Grote moeilijkheden werden ondervonden bij het vervullen van de verschillende vacatures, vooral in wis en natuurkunde en biologie. Aan het Grotius-lyceum waren 20 candidaten voor het eindexamen gymnasium-A, waarvan er 18 slaag den, terwijl voor het diploma B niemand werd afge wezen. Aan het eindexamen H.B.S.-B namen 41 candi daten deel, waarvan er 29 slaagden, een ongelukkige afloop, die voor een deel te wijten is aan het feit, dat er enige Indische leerlingen, die niet voldoende waren voorbereid, het examen trachtten af te leggen. Aan het Maerlant-lyceum waren de resultaten als volgt: gymnasium-A 16 candidaten, allen geslaagd; gymnasium-B 15 candidaten, geslaagd 12; H.B.S.-B 30 candidaten en 28 geslaagd. Namens Curatoren der Gemeentelijke lycea, J. K. TROMP, voorzitter. M. H. J. P. VAN BUTTINGHA W1CHERS- VAN VOORST VADER, secretaresse. Het College van Curatoren der gemeentelijke lycea was in het begin van deze cursus als volgt samengesteld Ir J. K. Tromp, voorzitter, Mr T. A. van Dijken, onder voorzitter, Mevr. M. H. J. P. van Buttingha Wichers- Van Voorst Vader, secretaresse, Mr F. J. de Jong, Ir P. Levedag, J. F. Posthuma, mej. Mr H. J. D. Revers en Dr J. Schouten, leden. In April legde de heer Pos thuma tot ons leedwezen zijn functie neer wegens drukke werkzaamheden, terwijl in de laatste vergadering in Juni 1953 Ir Levedag ons mededeelde, dat hij wegens vertrek uit de Gemeente voor het lidmaatschap van ons College moest bedanken. Zijn grote ervaring op onder wijsgebied zullen wij zeer missen. Het bouwen van een nieuwe school voor het Grotius- lyceum nam eindelijk in dit verslagjaar vaste vorm aan en in Mei had de aanbesteding plaats. De rector hoopt het nieuwe gebouw in de tweede helft van 1954 geheel of gedeeltelijk te kunnen betrekken. Voor het Maerlant-lyceum was het een diepe teleur stelling, dat ondanks vele en dringende verzoeken nog geen toestemming werd verleend een afdeling H.B.S.-A aan de school te verbinden. Herhaaldelijk werd in de curatoren vergaderingen met de rectoren gesproken over de zware eisen, die het on derwijs tegenwoordig aan de leerlingen stelt, wat blijkt uit de vele onvoldoende cijfers, die gegeven worden en uit het grote aantal kinderen, dat moet doubleren. Om de leerlingen te helpen, werd het aantal aanvullingsuren uitgebreid, waarin vooral getracht werd de kinderen Ofschoon de aangevangen vernieuwing der elec- trische geleidingen nog niet werd voltooid, vinden Cu ratoren toch reden tot optimisme in de uitdrukkelijke toezegging van het Gemeentebestuur. De installatie van wasbakken enz. bij de jongens- gymnastiekzaal, waartoe de Gemeenteraad reeds op 10 September 1951 had besloten, werd dit jaar uitge voerd, nadat de daartoe vereiste toestemming van ver schillende instanties was verkregen. VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS. Verslag van Curatoren der Gemeentelijke Lycea over het schooljaar 1952-1953. Verslag van de Commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs te s-Gravenhage over het schooljaar 1952-1953.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1953 | | pagina 550