4
46
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
31
13
10
12
12
14
14
14
14
16
16
18
17
14
Hierachter volgen de rekening van baten en lasten
over het jaar 1953 en de staat van bezittingen en
schulden der Stichting per 31 December 1953.
Namens het Algemeen Bestuur der Stichting
Onderwijsfonds voor zieke kinderen
te ’s-Gravenhage”
E. C. J. VAN DER TAK-VROUWENVELDER,
voorzitster.
J. W. GRITTERS DOUBLET,
secretaris.
verkrijgen? Dat blijft een open vraag. Zijn lichame
lijke toestand is in die jaren gelukkig ook vooruit
gegaan; hij kan een weinig lopen en hij spreekt vrij
duidelijk. Maar in ieder geval is met de lessen van
de Stichting bereikt, dat deze jongen voor zijn verdere
leven voor een „geestelijke dood” is behoed.
II. Een andere jongen lag in het ziekenhuis aan de
Zuidwal. Hij was invalide en had in de veertien jaar,
dat hij op de wereld was, vele operaties ondergaan,
terwijl hem nog meer operaties te wachten stonden.
„Ik ben blij, dat U gekomen bent”, zei hij tegen de
onderwijzer van de Stichting, die hem les kwam geven,
„vooral bij dat rekenen heb ik sommen, die ik met de
beste wil van de wereld niet aan kan. Ik ga naar het
lyceum ziet U. Het is jammer, dat ik door mijn ziekte
zover achter ben geraakt”.
Toen hij, na anderhalf jaar les van de Stichting te
hebben gehad, ook lichamelijk in staat was toelatings
examen te doen, kwam hij daar met vlag en wimpel
door.
Er zijn gelukkig ook minder lichamelijk misdeelden
die les krijgen van de Stichting.
III. Een jonge leerling bezocht twee maanden de
eerste klasse van de lagere school. Hij werd ernstig
ziek en daardoor kon eerst maanden later met het
onderwijs van de Stichting een aanvang worden ge
maakt. Na anderhalf jaar les ontvangen te hebben
kon deze jongen in de derde klasse worden geplaatst
en aan het einde van de cursus vlot overgaan naar de
vierde.
Het is vanzelfsprekend, dat de resultaten niet van
alle leerlingen even gunstig kunnen zijn. De aanleg
van het kind en de aard van het ziektegeval spelen
hierbij uiteraard een belangrijke rol.
Het bestuur prijst zich evenwel gelukkig, dat ook
in dit verslagjaar aan een zo belangrijk cultureel en
sociaal werk kon worden medegewerkt.
Het aantal kinderen, dat in het Nederlands Zee-
hospitium te Kijkduin (tijdelijk gevestigd in het Haags
Sanatorium aan de Tapijtweg) les heeft ontvangen,
bedroeg 25.
De aantallen leerlingen op de eerste van elke maand
en op 31 December waren als volgt:
Januari
Februari
Maart
April
Mei
Juni
Juli
Augustus
September
October
November
December
December
Ook in dit verslagjaar is wederom gebleken welk
een zegenrijk werk met het onderwijs aan zieke kin
deren wordt verricht. Het doel van dit onderwijs, na
melijk de kinderen, die door hun ziekte vaak lang
durig de school moeten verzuimen, zodanig bij te
werken, dat zij na hun herstel de klasse, waarin zij
thuis behoren, weer normaal kunnen volgen, wordt in
de meeste gevallen bereikt.
Aan de kinderen, die in het geheel geen school
kunnen bezoeken, geeft dit onderwijs de kans te zijner
tijd in het maatschappelijk leven te worden ingescha
keld en het behoedt de ongeneeslijken in ieder geval
voor geestelijke afstomping.
Ter illustratie volgen hier enkele voorbeelden.
I. Toen met de lessen een aanvang werd gemaakt
was een jongen aan armen, benen en spraakorganen
gedeeltelijk verlamd. Hij kon niet lopen, niet grijpen
en zich voor vreemden niet of bijna niet verstaanbaar
maken. Hij lag op een divan, half in de kussens
hangende. Zo op het eerste gezicht een hopeloos geval.
Het is zeven jaar later. Het schijnbaar onmogelijke
is in vervulling gegaan. Dit kind leest, schrijft en
rekent. Hij weet behoorlijk wat van de Nederlandse
taal en staat ook tegenover de aardrijkskunde en ge
schiedenis niet vreemd. In één woord, hij heeft de
lagere school voor een groot deel met vrucht door
lopen. Maar er is meer. Dit lichamelijk zo misdeelde
kind behoeft zich althans geestelijk niet meer de min
dere te gevoelen van zijn leeftijdsgenoten. Zal deze
jongen later een plaats in de maatschappij kunnen
VERSLAG STICHTING ONDERWIJSFONDS VOOR ZIEKE KINDEREN.
Financiëel overzicht.
Onderwijs.