48 i. 2. 3. 3 Gebouw en inventaris. Enige lokalen werden geschilderd. Een aantal les senaars, tafels en banken werd gerepareerd. De voor gevel van de school werd verbeterd teneinde het door slaan van regen tegen te gaan. In de wachtkamer en in de directeurskamer werden dubbele ramen geplaatst om de bij regen optredende lekkages te voorkomen. Nieuwe ornamenten voor de verlichting werden aan gebracht, waardoor de verlichting en het aanzien van de lokalen veel verbeterden. Een stencilmachine is aangeschaft. II. VISSERIJSCHOOL. Cursussen. Vanaf 1 Januari 1953 werden de volgende cur sussen gegeven: een cursus, opleidend voor het le gedeelte van het examen ter verkrijging van het diploma „Stuur man voor de Zeevisvaart”; een cursus, opleidend voor het 2e gedeelte van het voormelde examen en voor het examen ter verkrijging van het „Aanvullingsdiploma Stuur man Zeevisvaart”. De leerlingen van deze cursus sen werden ondergebracht in de klassen V-l en V-2. Deze cursussen duurden tot en met 31 Mei 1953. een 2-jarige dagcursus voor aanstaande zeevissers, waarvoor een theorielokaal en 2 vaklokalen in de Avondnijverheidsschool voor jongens, Vijzel straat 121, werd gebruikt. Leermiddelen en bibliotheek. Enkele hoogstnoodzakelijke leermiddelen en boe ken werden aangeschaft, waaronder nieuwe riemen en een nieuw emmertuig voor de zeilsloep. Daar aan boord van de koopvaardijschepen veel emmertuigen voorkomen, kunnen de leerlingen ook met dit tuig leren zeilen. Het oude tuig was te slecht om daarmede te oefenen. De boten werden geschilderd en nagezien, gedeeltelijk door de Dienst der Gemeentewerken, ge deeltelijk door de leerlingen onder toezicht van de leraren in de practische oefeningen. Onderwijs. De opleiding voor de examens ter verkrijging van het diploma Stuurman voor de Zeevisvaart en van het Aanvullingsdiploma Stuurman Zeevisvaart geschiedde geheel in overeenstemming met de exameneisen. Les werd gegeven in alle examenvakken. Het leerplan van de 2-jarige dagcursus is ingesteld op het bijbrengen van practische en theoretische ken nis voor het beroep van zeevisser, naast het voort zetten van algemeen vormend onderwijs aan nog leerplichtige jongens, die de 6 klassen van een lagere school hebben doorlopen. Leerkrachten en niet-onderwijzend personeel. Op 24 Juli 1953 overleed de heer J. Karst, leraar in de zeemanschap. Als gevolg van zijn benoeming tot directeur van de Zeevaartschool te Rotterdam werd aan de heer G. H. van Veen met ingang van 1 September 1953 eervol ontslag verleend als directeur van de Zeevaart- en Visserijschool te Scheveningen. Wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd werd aan de heer H. Jansen, leraar in de radiovoorschriften en het sei nen, eveneens met ingang van 1 September 1953 eer vol ontslag verleend. De tijdelijke aanstellingen van de heren Dr P. M. Vader, Ir J. A. Portengen en H. J. Franck, onderscheidenlijk leraar in de natuurkunde, de werktuigkunde, de electriciteitsleer en de natuur kunde, werden met ingang van 1 September 1953 niet verlengd. In hun plaats werd de heer J. W. Pakkert benoemd tot tijdelijk leraar in de natuurkunde, de mechanica en de electriciteitsleer en wel met ingang van 1 September 1953. Ter vervanging van de heer H. Jansen werd de heer S. A. la Rivière met ingang van genoemde dag benoemd tot tijdelijk leraar in de radiovoorschriften en het seinen. De heer J. de Neef treedt van 1 September 1953 af op als waarnemend directeur van de Zeevaartschool en de Visserijschool. De heer J. Fraij werd voorlopig met een deel van de lessen van de heer De Neef be last. Met ingang van genoemde dag werd de heer Fraij benoemd tot tijdelijk leraar in de wis- en zeevaart kunde. Ter voorlopige vervanging van wijlen de heer J. Karst werd de heer D. Bennink met ingang van 1 Sep tember 1953 benoemd tot tijdelijk leraar in de zee manschap. De lessen van de heer G. H. van Veen werden voorlopig opgedragen aan de heer G. A. Ruig. Laatst- i genoemde werd met ingang van 1 September 1953 I benoemd tot tijdelijk leraar in de zeemanschap. Op 31 December 1953 bestond het lerarencorps van de Zeevaartschool uit de volgende personen: Waarnemend directeur: J. de Neef; Leraren: D. Bennink, zeemanschap, scheepsbouw, bepalingen aan varingen op zee; T. de Bruin, practische oefeningen; I. L. E. Doornik, Nederlandse taal; J. Fraij, zeevaart kunde, meteorologie; E. Gelpke, wis- en zeevaart- kunde;W. de Klein, aardrijkskunde; C. Meijer, Engelse taal; H. J. Oosterhuis, gezondheidsleer en e.h.b.o.; J. W. Pakkert, natuurkunde, electriciteit, mechanica; W. J. Pronk, practische oefeningen; S. A. la Rivière, radiovoorschriften en toplampseinen; J. Vrolijk, scheepswerktuigkunde; C. de Wit, wis- en zeevaart kunde; J. L. Zuydervelt, lichamelijke oefeningen en zwemmen. Niet-onderwijzend personeel: amanuensis, L. J Nieuwenburg; concierge, H. K. Strikwerda; schoot knecht, J. de Vries. COMMISSIE VAN TOEZICHT OP DE VISSERIJSCHOOL EN DE ZEEVAARTSCHOOL

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1953 | | pagina 588