51 DIENST VOOR SCHONE KUNSTEN DER GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE. VERSLAG OVER HET JAAR 1953. Wetenschappelijk personeel: 1 directeur; 1 ad- junct-directeur (afdeling Oude Kunstnijverheid); 1 hoofdconservator (afdeling Moderne Kunst); 1 con servator (afdeling Haagse Historie); 1 wetenschappe lijk hoofdassistent (Paedagogische afdeling); 2 weten schappelijke assistenten C (1 Muziekhistorische afde ling, tevens tijdelijk waarnemend conservator, belast met de Muziekhistorische afdeling en de Muziekhis torische bibliotheek; 1 afdeling Moderne Kunst); 3 wetenschappelijke assistenten B (2 afdeling Moderne Kunst, 1 afdeling Oude Kunstnijverheid); 2 weten schappelijke assistenten A (1 afdeling Moderne Kunst, 1 afdeling Haagse Historie); 2 museumassistenten B (1 afdeling Oude Kunstnijverheid, 1 Muziekhisto rische afdeling); 4 museumassistenten A (2 afdeling Moderne Kunst, 1 afdeling Oude Kunstnijverheid, 1 Muziekhistorische afdeling); Het personeel was op 1 Januari 1954 als volgt samengesteld. vullen van de collecties belangrijk ruimer uit te slaan, kan toch worden opgemerkt, dat de zo grote ver scheidenheid van de collecties van het Museum eisen stelt aan de geldmiddelen, die slechts ternauwernood bevredigd kunnen worden. Twee gebeurtenissen mogen nog wel afzonderlijk worden vermeld. De eerste hiervan was de herdenking van het feit, dat Vincent van Gogh 100 jaar geleden te Zundert in Noord-Brabant geboren werd. Naast de grote her denkingstentoonstelling werd door de Dienst een Symposion georganiseerd, waar binnen- en buiten landse sprekers de unieke figuur van Vincent van Gogh van alle zijden belichtten. De lijst van sprekers is elders in dit jaarverslag vermeld. Belangrijke Vincent-van-Gogh-kenners bevonden zich eveneens onder de toehoorders, o.a. Dr. J. Baart de la Faille uit Haarlem, Dr. Nordenfalk uit Stock holm en Prof. Dr. Fritz Novotny uit Wenen. Ook de heer en mevrouw Ir. V. W. van Gogh waren geduren de het gehele Symposion aanwezig en namen een levendig aandeel aan de discussie. De inleidingen en de discussie werden in twee nummers der „Mededelingen van de Dienst voor Schone Kunsten der Gemeente ’s-Gravenhage” ge publiceerd. De tweede belangrijke gebeurtenis was de over dracht door de Italiaanse Minister-President, Zijne Excellentie Giuseppe Pella van een copie naar een mozaïek uit de kerk San Appollinare Nuovo te Ra venna aan de Nederlandse Regering ter plaatsing in het Gemeentemuseum. Het jaar 1953 is voor het Gemeentemuseum een belangrijk jaar geweest. Het Gemeentemuseum heeft zich in een bijzondere grote belangstelling kunnen verheugen en de daar plaats gehad hebbende mani festaties behoorden tot de belangrijkste, die het Mu seum ooit gekend heeft. Met dankbaarheid wordt in de eerste plaats ver meld, dat H.M. de Koningin het Museum tijdens de herdenkingstentoonstelling van Vincent van Gogh met een langdurig bezoek vereerde. Ook de Prinsessen brachten tot 2 maal toe een bezoek aan de tentoon stellingen en collecties. Dat de Vorstelijke Familie het Gemeentemuseum zo zeer betrekt in Haar belang stellingssfeer stemt tot diepe voldoening. Door de grote herdenkingstentoonstelling van Vin cent van Gogh en de even belangrijke tentoonstelling „Kunstschatten uit het Vaticaan” was het bezoekcijfer hoger dan ooit te voren. Het zal niet mogelijk zijn dit bezoekersaantal steeds te handhaven, maar uit de gegevens, die bij het schrij ven van deze inleiding ten dienste staan, blijkt wel, dat velen de weg naar het Gemeentemuseum voor goed gevonden hebben. Uit het voorgaande volgt, dat de tentoonstellingen een bijzonder groot succes zijn geweest. Daarnaast hebben ook de verzamelingen van het Museum zich in het verslagjaar op zeer bevredigende wijze kunnen uitbreiden. Gewezen wordt hier bijvoorbeeld op een aantal belangrijke schenkingen, dat ontvangen mocht worden.Vooral van belang is de bijzonder mooie Jong kind, die van de Vereeniging van Haagsche Museum- vrienden werd verkregen en de schenking van een schilderij van Gustav Courbet „Brug bij de waterval van de Loue” door een Amerikaanse vriend van het Museum. Hiernaast verdient afzonderlijke vermelding de bij zonder belangrijke schenking van de heer P. A. Scheen die opnieuw de vroeg-19e-eeuwse tekenin genverzameling op werkelijk royale wijze uitbreidde. In dit jaar kon ook het zeer belangrijke bruikleen van de Dienst voor ’s Rijks verspreide kunstvoor werpen in ontvangst genomen worden, waardoor elke afdeling van het Museum belangrijke aanwinsten boekte. Vooral de voorwerpen van oude kunstnijver heid waren bijzonder welkom voor de desbetreffende afdeling, waar zij toch immers verschillende sterk ge voelde lacunes vullen. Een tweede belangrijk bruikleen kwam van een j vriend van het Museum, die zijn naam in geen geval genoemd wenst te zien. Door zijn bemiddeling is de kleine verzameling werken van kunstenaars uit de school van Barbizon belangrijk verbeterd en uitge breid. Voor dit grote gebaar is de Museumdirectie hem bijzonder dankbaar. Hoewel het Gemeentebestuur de mogelijkheid heeft geboden om de vleugels op het gebied van het aan- BIJLAGE A. Gemeentemuseum. 1 Personeel. Inleiding.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1953 | | pagina 600