i 51 BIJLAGE IX. AANWINSTEN. Beeldhouwwerken. a. b. S c h i 1 d e r ij e n. c. Aquarellen en tekeningen. c. 18 Schenkingen en legaten: Bruikleen: Bruiklenen: Aankopen: Aankopen: Schenkingen: Schenkingen: VERSLAG VAN DE DIENST VOOR SCHONE KUNSTEN. Afdeling Moderne Kunst. 51—53, 52—53, Kitty Jan Reek-Versteegh-Stichting”, en 56—53, 57—53. 58—53, 59—53, 67—53, 65—53, 71—53, 72—53, 2—53, De reuzenschildpad (1927), olieverf/ 6—53, 77—53, 50—53, 2—53. T. 11—53, 12—53, T. 85—53, 15—53, 16—53, T. 91—53, knotwilgen, potlood, met Van voor T. 94—53, 31—53, T. 95—53, 32—53, Van de Vereeniging van Haagsche Museum vrienden 953, J. B. Jongkind: Maannacht bij Dordrecht (1881), olie- verf/doek, 34 X 46; Van mevrouw A. M. VistariniSauter, 's-Gravenhage B. 652, Rik Wouters: Portretkop van madame Giroux, gips, hoog 36,5; 13— 53, 14— 53, 53— 53, 54— 53, 55— 53, T. T. T. T. 69— 53, 70— 53. 46—53, 62—53, 89— 53, 90— 53, 92— 53, 93— 53, 60— 53, 61— 53, Van de heer S. B. Slijper. Blaricum: 153, P. Mondriaan: Compositie (1921), olieverf/doek, 59.5 X 59.5; Van Mr P. C. Adriaanse, Middelburg: 353, W. A. van Konijnenburg: Portret van de dichter P. Boutens (1914), olieverf/paneel. 87 X 83; Van Dr J. van der Bruggen, ’s-Gravenhage: 753, W. de Zwart: Jager in duinlandschap, olieverf/doek, 160 X 136; Van N.N.: 10—53, O. Kokoschka: doek, 91 x 121; E. L. Kirchner: Badende figuren, olieverf/doek, 150 X 150; R. Frankot: Vogelkooi, olieverf/doek, 66 X 82; H. Kruyder: Katje in crocusveld, olieverf/doek. 48 X 60; J. Th. Toorop: Domburg (1908), olieverf/doek, 26.5 X 31,5; R. Bissière: Compositie rood en geel, (1952), olieverf/ doek, 132 X 50. B. 153, G. Bolhuis: De balspeler (1950), brons, hoog 60; B. 353. Moisi Kogan: Zittend vrouwefiguurtje, terracotta, hoog 24. T. 47—53, T. 48—53, Van de heer M. Dijkhoffz, ’s-Gravenhage: T. 2—53. Blix „Winters Anfang”, illustratie voor „Simplicis- simus” O.I. inkt, 29 X 16.7; 353, idem: Op het sterfbed, illustratie voor „Simplicis- simus”, O.I. inkt, 26 X 30.9; Van Mr H. Nauta, ’s-Gravenhage: E. A. Bernard: Marseille, sepia, 25 X 29.5; J. Israëls: Vrouwelijk naakt, zwart krijt, 55.4 X 35.6; Van de Heer P. A. Scheen, ’s-Gravenhage: P. Stortenbeker: Studie van een omgevallen boom, zwartkrijt, 29.5 X 35; idem Watermolen te Oosterbeek, aquarel 21.4 X 32; idem: Landhuis in glooiend landschap, potlood, 26 X 38; idem: Polderlandschap 28.3 X 53.2; idem: Landschap met kerk, zwart krijt, 23 X 36.2; F. Mees: Mansportret met baard, zwart krijt, 55.6 X 42.7; P. P. Koster: Duinlandschap te Scheveningen, kleurpotlood, 17 X 26.4; idem: Man met pet, mand op de rug, zwart krijt, 59 X 45.5; Van N.N.: 3053, Gustave Courbet: Brug bij een waterval, olieverf/doek, 81,5 X 100; Legaat van Jonkvrouwe S. C. Gijselaar: 4953, Ch. Rochussen: Jardin du Luxembourg (1849), olieverf/ paneel, 36 X 55; 5053, Ch. Rochussen: Hydepark (1849), olieverf/peneel, 36 X 55; 3353, Quirijn van Tiel: Haan en bloemen (1950), olieverf/ doek, 95 X 80; 3453, Quirijn van Tiel: Staande vrouw met haan (1951), olie verf/doek, 160 X 90: Van N.N.: Fr. Bonvin: De kandelaar, (1878), olieverf/paneel, 36.5 X 23.5; J. H. J. Th. Fantin Latour: Interieur (1859), olieverf/ doek. 32 X 18; F. Ziem: Bloemen, olieverf/doek, 63 X 42; A. Vollon: Landschap, olieverf/doek, 33.5 X 51; A. G. Decamps: Avondlandschap, olieverf/paneel, 20.5 X 20; Ch. F. Daubigny: Zonsondergang aan zee, olieverf/ doek, 47 X 81; Ch. F. Daubigny: Oogstlandschap, olieverf/doek, 43.5 X 89; J. B. E. Détaille: Beleg van Parijs, olieverf/paneel, 14 X 22.5; Ph. Rousseau: Stilleven met blauwe pruimen, olieverf - paneel, 22 X 32.5; F. Ziem: De regenboog, olieverf/paneel, 27 X 39; J. F. Rafaëlli: De weg naar Argenteuil, olieverf/paneel, 33 X 41; Van Mr Dr Ir J. van Hettinga Tromp, ’s-Gravenhage: B. J. Blommers: Portret van Th. de Veer (1903), olie verf/doek, 216 X 81; B. J. Blommers: Portret van Mevrouw B. de Veer— Blommers (1903), olieverf/doek, 216 X 80; B. J. Blommers: Thérèse, olieverf/doek, 31 X 25; B. J. Blommers: Bij het raam, olieverf/papier/paneel, 22 X 20; B. J. Blommers: De Hoornbrug bij Rijswijk, olieverf/ papier/paneel, 17 X 25.5; T. Offermans: Atelier van Blommers, olieverf/doek, 56.5 X 71.5; Van de heer W. Hoos, ’s-Gravenhage: 7853, M. Maris: Steengroeve bij Montmartre, olieverf/doek, 55 X 46; 7953, J. H. Maris: Italiaanse vrouw (1867), olieverf/doek, 33.5 X 21.5. Van de „Dirk ’s-Gravenhage B. 253, W. Couzijn: De strandstoel, brons, hoog 35; Van het Nederlands Kunstverbond, ’s-Gravenhage, ter ge legenheid van de ingebruikneming van het nieuwe Stadhuis ter plaatsing aldaar: B. 753, Theo van Reijn: De denker, brons, hoog 58, breed 29; Van mevrouw A. E. J. de Vries en Ir J. W. E. Buys, ’s-Gravenhage B. 853, Rudolf Belling: Portretmasker van Mr P. J. Troelstra, brons, 71 X 52; Ch. Toorop: Stilleven met landschap (1952), olieverf/ doek, 5 X 49; Ch. Toorop: Jonge moeder met kind (1934), olieverf/ doek, 86 X 60; Ch. Toorop: Stilleven met flessen en vruchten (1950/ 1951), olieverf/paneel, 64 X 76; Ch. Toorop: Twee appels, olieverf/doek, 21 X 30; Ch. Toorop: Vaas met bloemen tegen muur, olieverf/ doek, 70 X 60; Ch. Toorop: Rozen in glas (1946), olieverf/paneel, 39 X 32.5; Ch. Toorop: Vruchten en herfstbladeren (herfst 1952), olieverf/paneel, 41 X 53; de Dienst voor ’s Rijks verspreide kunstvoorwerpen, ’s-Gravenhage: 2253, E. A. Bernard: Stilleven met fruit en kan (1896), olie verf/doek, 41 X 51 (NK 2226); Van Mr G. W. Sannes, ’s-Gravenhage: Quirijn van Tiel: Twee hanen onder nachthemel (1951), olieverf/doek, 120 X 120; Quirijn van Tiel: Zittende vrouw met twee hanen (1949), olieverf/doek, 120 X 120;

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1953 | | pagina 616