51 27 VERSLAG VAN DE DIENST VOOR SCHONE KUNSTEN. CMT CMT 450, CM A 2038, CMA 2034, CM A 2035, CMT 442, CMP 35, CMP wit katoen, in CMC 653, CMC 654, CMT 451, CMA 2094, CMC 657, 655, CMC 658, CMC CMA 2108, CMT CMA 2110, CMA 2111, wit CMA 2114, 453, CMT CMT 454, CMA 1993, CMA 2087, CMS 286, vorm CMS 287, ronde Van de heer P. A. H. Bos, Zwolle: Een pak foto’s, ca 1900; CMA 2028, CMA 2029, CMA 2030, CMA 2031, CMA 2032, CMA 2033, CMA 2024, CMA 2025, CMA 2026, CMA 2027, CMA 2088, CMA 2089, en krullen; 18e eeuw; CMA 2106, CMA 2107, CMT CMT CMS CMS CMA 2112, CMA 2113, 288, 289, 455, 456, 1% aan Van de dames Van der Doel, Rotterdam: Mutsje, klein wit linnen ondermutsje met langs voorrand kruissteekborduursel in flets rood, een randje, druivendragers, pauwen, engeltjes en een grote bloempot, hiertussen de initialen I.H.B.D. en Anno 1790; 449, Lorgnet, inklapbaar, in verguld montuurtje aan smal schildpad handvat, hieraan lange vergulde dunne schakelketting; Grattoir (krabbertje), stokje van donker balein of hoorn, grotendeels gedraaid van plat smal stuk materiaal; aan het ene einde een puntje, het andere einde uitlopend in een wat breder en platter gedeelte, dat even is omgebogen aan het einde en waarin op grove wijze 5 vingers zijn gekrast; Van mej. A. J. C. W. van der Heide, Lexmond: Japon, met lange mouwen van wit katoen met in geweven donkerblauw ruitje, witte streepjes in geweven in onderrand van de rok, Restauration; Japon, zeer dun bruin katoen, lange mouwen, 3 gewatteerde oprij gsels in onderrand van de rok, Restauration; Mannevest van zwart satinet, begin 19e eeuw; Mannevest van bedrukt katoenen piqué, wit, met paars bedrukt, ca 1830; Boerenvest, gebloemd zijden damast, zwart met veelkleurige bloemranken, 18e eeuw; CMA 2109 a/b, Een paar vrouwenslofjes, turquoise wollen schoentjes met puntige lederen teentjes en lede ren zooltjes, eind 18e/begin 19e eeuw; Kinderflebje, driehoekig lapje linnen met cm breed Rijssels kantje langs schuine zijde; de scherpe punten een linnen bandje; Babymutsje met bol van opengebreid fijn katoen, kantje langs voorrandje, in de bol groene kraaltjes ingebreid; Babymutsje, als boven, zonder kraaltjes; Cornet, vrouwenmuts met bol van opengebreid fijn wit katoen, kantje langs de voorrand en onderrand, 1820/1830; Vrouwenmuts, bol van opengebreid dun wit ka toen, gerimpeld Rijssels kantje langs voorrand, gaatjes in de bol, 1820/1830; Doos voor hoge hoed, lederen doos in hoedvorm, van binnen gecapitonneerd, bekleed met bedrukt katoen, ca 1835 Schildpad haarkam, halfrond model met openge werkte randen, 19e eeuw; Idem; Schildpad haarkam, halfrond model met omge bogen opengewerkt druiven ornament, 19e eeuw; Van de heer J. H. Boom, Barchem (Gld. CMA 2151 t/m 2156, Zes damesboorden, stijve hoge witte boor den van katoen, met geborduurde randjes, ca 1900; Van mevrouw H. Borel, ’s-Gravenhage CMA 2102, Babymutsje, wit linnen ondermutsje, bestaande uit bolletje en recht pasje; pasje af gezet met 1% cm breed Mechels kantje, begin 19e eeuw; Van mej. Dr C. M. van Dieren, Rijswijk (ZH) Beursje, gehaakt van bruin katoen met zilverige metalen kraaltjes en 2 blinkende ringen, ca 1890; Beuk van wit in smalle streepjes geweven ka toen bestaande uit voor- en achterzijde; recht hoekige lap met rond uitgesneden hals, geborduurd met wit katoen, enkele randen om de halsinsnij- ding en midden op de voorzijde grote ronde fan- tasiebloemen in steelsteek en zg. gepareld werk, Walcheren: Voorzijde van een beuk, als boven; Fichu, driehoekig doekje van wit neteldoek met langs de rechthoekszijden een bloemrank in tam- boureerwerk, fil-tiré en knoopjestechniek, flink hoekmotief, strooibloempjes in de rest van de driehoek, begin 19e eeuw; Een paar kinderlaarsjes, zwart, ca 1870; Schortje van zwarte zijde, ca 1840; Schortje van rose/wit gestreept katoen; ca 1840; Schortje van wit katoen, bedrukt met rood randje en „tasje”, met klein op te spelden bovenstukje, ca 1880; Een grote kraag van geel nanking, ca 1880; Een grote kraag van dun groen katoen met pun ten langs de randen en lange slippen, ca 1840; Een grote kraag van effen wit katoen; Een grote kraag van wit katoen met opengewerk te randen, ca 1840; Idem; Een klein kraagje van geschulpt strookje van met de hand geborduurde katoen; Een driehoekig halsdoekje van dun effen katoen, ca 1860; voor meisje van 4 jaar; Een drie hoekig halsdoekje van in ruitjes geweven katoen, ca 1860, voor meisje van 4 jaar; Een gebreide wit katoenen merklap met open randen, met I.S. ingebreid; Een poppejurk, bestaande uit jak en rok van rose/ wit bedrukt katoen, ca 1850; 36 a/b/c, Drie poppezakdoekjes van rood gemerkt A.O. 4, ca 1850; Van mevrouw G. GlazenerCouvée, Santpoort: CMA 2095, Doopkleed, rechthoekig kleed van crème zijde, overtrokken met crème tule, langs de rand op de tule bloemmotieven doorgestopt, omzet met ge schulpte Rijsselse kant met motief van vrij grote gaten, vervaardigd in 1870 voor doop van mej. J. A. Bangert; 132 x 152; Waaier, montuur van glad donker schildpad met pluizige struisveren, wit met donker naturel uit einden, crème rips lint gestrikt aan de lus, bruin lintje door montuur gebroken; Drie losse witte struisveren; Van mevrouw D. FühriHalkema, ’s-Gravenhage: CMT 437, Waaier, blad van dik beschilderde zijde op papier, montuur van zwart gelakt hout met gouden figuur tjes; op het waaierblad ter weerszijden vele Chi nese poppetjes in bonte kleuren met kopjes van dun opgeplakt beschilderd ivoor; in bijpassende doos (doos beschadigd), ca 1880; Van de heer J. G. Berkhout, Amsterdam: Badpak voor een meisje 5 jaar; 1905, dun blauw/wit gestreept katoen, half lange pijpen,ge rimpelde strook langs hals, schouders en broeks pijpen; Badpak voor een meisje van 15 jaar, ca 1915, aan een zijde geruwd, bedrukt katoen, paars met witte stipjes en randmotieven, zeer wijd, met half lange broekspijpen; Onderrok, ca 1893, wit katoen-damast met klimop- rankjes langs gemoireerde strepen, van boven ge rimpeld aan rechte strook effen wit katoen, waar door band; met de hand geborduurde en ge schulpte strook langs onderrand; Van mevrouw N. BoelenRanneft, Bloemendaal: CMC 655, Rok van rose zijden damast met klein bloempa- troon (Chinoiserie), stof midden 18e eeuw; rok later, vermoedelijk in 19e eeuw, vermaakt; 656 a/b, Overkleed en rok van lichtblauwe zijde, 4e kwart 18e eeuw, overkleed te dragen over paniers; rok in 2 delen verknipt; alles, met uitzondering van het lijf van het overkleed ca 1850 vermaakt; CMA 2096 a/b, Een paar damesschoenen, 1930, zwart satijn, half hakje en bandje over de wreef met knoop- sluiting, 3-delig ornament van schittersteentjes op voorvoet; 1930; 458, Waaier, uitgesneden ivoren montuur, waaierblad met op zeer dun perkament geschilderd landelijke voorstelling met 4 figuren, hieromheen bloemen de buitenste spijlen zijn gebroken, Van de heer R. C. Hekker, ’s-Gravenhage: Rouwbroche, van zwart kunsthars in de van een krullerige veer, ca 1880 of later; Als boven, doch in de vorm van 2 bloempjes; Als boven, doch in de vorm van 2 wilde viooltjes; Rouwbroche van groenig zwart glas bestaande uit een cirkeltje en twee ruitvormen met bloempjes in relief;

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1953 | | pagina 625