I
51
I*.
s
Instrumentenverzameling.
b.
Schenkingen:
Bruiklenen:
32
Er
Aankopen:
VERSLAG VAN DE DIENST VOOR SCHÓNE KUNSTEN.
2022,
2025,
2026,
bol-
ver-
26.2,
2001, Sarinda (strijkinstrument), Bengalen, 19e eeuw;
vormige klankkast met aan voorkant 2 diepe insnijdin
gen; bovenblad gedeeltelijk bedekt met dierenvel; rijke
lijk versierd met ivoor en ebbenhout; 4 melodie- en 16
sympathische snaren; lang 67.6, breed 25.5;
Van de heer N. van Duykeren, ’s-Gravenhage
2024, Doedelzak, Syrië, bestaande uit een leren zak, waaruit
3 pijpjes steken; 2 pijpen dienen voor de melodie en
bezitten elk 5 vingergaten; in het 3de pijpje wordt ge
blazen; lang 54,5, lengte benen blaaspijpje: 12;
Voorts werden de archieven van de muziekhistorische afdeling
verrijkt met de muzikale nalatenschap van yijlen de componist
Bernhard van den Sigtenhorst Meyer (18881953) en met die
van wijlen de bas-bariton Anton Sistermans (18651926).
2e
14 verzilverde kleppen; 5
Türk, D. G.: Anweisung zum Generalbassspielen. (2. Auf-
lage). Wien, 1800.
Urbanski. J.: Hedendaags muziekleven in het land van
Chopin. Amsterdam, z.j. (Brochure-reeks Nederland-Polen 5).
Utstallning av Musikinstrument in Daniel Fryklunds Sam-
ling i Hadsingborg. (Catalogus).
Verzameling van Franse romances uit de 19e eeuw.
Verzameling van 95 muziekstukken voor zang of piano en
trio’s van Nederlandse componisten uit de 17e en 18e eeuw.
Viotta, H.: Onze hedendaagsche toonkunstenaars. Amster
dam. z.j.
Walin, S.: Die Schwedische Hummel; Eine instrumenten-
kundliche Untersuchung. Stockholm, 1952.
Weinmann, A.: Vollstandiges Verlagsverzeichnis Artaria
und Comp. Wien, 1952.
Wessely, O.r Die Musikinstrumentensammlung des Ober-
österreichischen Landesmuseum zu Linz.
Wolde, O.: La ballade de la geóle de reading. Nouvelle
traduction fran^aise de Jacques Bour. Paris, z.j.
Woodfill, W. L.Musicians in English society from Eliza
beth to Charles I. Princeton, 1953.
Wragg, J.: Improved flute preceptor or the whole art of
playing the german Flute. Op. 6. London, z.j.
Zobeley, F.Rudolf Franz Erwein Graf von Schönbom
(16771754) und seine Musikpflege. Würzburg, 1949.
Zweiter Weltkongress der Musikbibliotheken Lüneburg
1950; Kongress-Bericht, Herausgegeben im Auftrag der Kon-
gressleitung von Hans Albrecht. Kassel, Basel, 1951.
Van de heer D. Blokker, ’s-Gravenhage:
2023, Es-klarinet, gemerkt Oscar Adler, Markneukirchen;
helft 19e eeuw; ebbenhout;
verzilverde banden; lang 43;
Van de Dienst voor ’s Rijks Verspreide Kunst voorwerpen,
’s-Gravenhage
Hamerklavier, Duitsland, ca 1820; vierkant plat model
op 4 vierkante poten met caryatiden; mahoniehout, ver
sierd met vergulde ornamenten; ondertoetsen van been,
boventoetsen van zwart gebeitst hout; omvang klaviatuur
F—f 3; hoog 75.3, breed 71.5, diep 49.5, (NK 3042);
Klok, gemerkt L. Haverxamp, Hoorn, 1781; brons, ver
sierd met talrijke ornamenten; hoog 22.5, diam. 22,
(NK 1233);
Klok, gemerkt Adam Planer, Lübeck, 1729; brons,
sierd met talrijke ornamenten; hoog 26, diam.
(NK 561);
2002, Pedaalharp, F. C. Schwieso, Londen, begin 19e eeuw
bovenblad van klankkast beschilderd met bladornamen
ten; kapiteel rijk versierd met vergulde ornamenten;
7 pedalen, 43 snaren; hoog 171.3;
2007, Clavichord, niet gemerkt, 18e eeuw; notenhout, 4 poten;
omvang klaviatuur Contra F-f3; boventoetsen van been,
ondertoetsen van ebbenhout; breed 165.2, hoog 74.5,
diep 51;
2008, Klem hamerklavier, gemerkt J. B. Streicher, Wenen,
ca 1850; mahoniehout, 4 vierkante poten; rood geverfde
zangbodem; op sierlijst koperen beslag; omvang klavia
tuur Contra C-d3; boventoetsen van zwart gebeitst hout,
ondertoetsen van been, breed 99.1, hoog 78.5, diep 66;
2009, Klein reisklavier, niet gemerkt, Duitsland 19e eeuw;
lichtbruin geverfde klankkast; omvang klaviatuur a-g2;
boventoetsen van zwart gebeitst hout, ondertoetsen van
buksboomhout; breed 58.8, hoog 17.5, diep 33.8;
2010, Cembalo traverso, gemerkt Nicola Lenin 1734; geel ge
verfd, onderstel met poten; binnenkant deksel beschil
derd; om vang klaviatuur B contra-e2; boven toetsen van
zwart gebeitst hout, ondertoetsen van buksboomhout;
grootste breedte 164, hoog 84;
2011, Portatief, Duitsland, (copie naar een exemplaar uit de
13e of 14e eeuw); gemonteerd op een zwart gebeitste
plank; kast van bruin gebeitst hout, 13 tinnen pijpjes,
13 toetsen, 1 blaasbalg, die in de kast is aangebracht;
omvang klaviatuur c-c’; breed 49.7, hoog 66.5, diep 26;
2012, Blaas-accordeon. waarschijnlijk Duitsland, ca 1870, recht
hoekige doos met in de bovenkant metalen rooster,
waarin 42 toetsen; het instrument wordt tot klinken ge
bracht d.m.v. koperen tuit, waarin geblazen moet worden;
breed 23, hoog 6.5, diep 18.5;
2013, Dubbele klarinet. Syrië; 2 bamboehuizen met in iedere
buis 5 vingergaten zijn naast elkaar geplaatst en worden
bijeengehouden door 2 leren bandjes; 2 klankbekers van
hoorn; lang 30.5;
2014, Contrafagot, gemerkt Hecxel, Biebrich 1898; bruin gelakt.
17 zilveren kleppen (systeem F. Stritter); hoog 159;
2015, Fluitwandelstok, van hout, rijk versierd; twee koorden
met aan ieder koord een rood en zwart balletje; lang 83;
2016, Trompetwandelstok. 19e eeuw; rond houten klanklichaam
met in de zijkant koperen buisje, waarin koperen mond
stuk wordt geplaatst; lang 85.7;
2017, Trombone, gemerkt Anton Schöpf, München; 19e eeuw:
geheel van koper, eigenaardig van vorm, 3 pistons:
lang 96;
2018, *Tenor viola da gamba, gemerkt Joachim Tielke, Ham
burg, 1705; bruin gelakte klankkast, in bovenblad 2 f-
gaten, achterblad met ingelegde ebbenhouten biezen;
toets en staartstuk ingelegd met gele en zwarte blokjes;
bekroond door een engelenkopje; lang 109;
2019, Diatonische harp; klankkast van bruin gebeitst hout,
instrument bekroond door een dierenkop; 21 snaren, 2
ronde klankgaten; hoog 74;
2020, Vogelorgel, waarschijnlijk Frankrijk 19e eeuw; bruin
houten kastje, waarin een fluitwerk en een blaasbalg; op
binnenzijde van deksel plaatje met vogeltjes; zwengel
aan de buitenzijde; breed 21, hoog 16;
2021, Strijkinstrument, Voor-Azië; ronde houten klankkast
overtrokken met dierenvel: klankkast geperforeerd,
lange ronde hals, die door klankkast steekt, eindigt in
ijzeren punt; 2 snaren; strijkstok aanwezig; lang 86,
lengte strijkstok 70;
2027, Trommel, Ramu-gebied, N.O. Nieuw-Guinea; zandloper
vormig instrument met talrijke lijnornamenten versierd;
handvat vertoont aan weerszijden een uitgesneden man
nenkop; hoog 55, diam. vel 12;
2028, Kabinetorgel, H. H. Hess, Gouda, ca 1770, bestaande uit
onder- en bovenkast: in bovenkast 2 schuifdeurtjes, die
als jalouzie dienst doen; omvang klaviatuur C-d2; onder
toetsen van been, boventoetsen van ebbenhout; 5 regis
ters ter linker en 5 registers ter rechter-zijde van het
klaviatuur boven het klaviatuur een paneel met vergulde
ornamenten; breed 120, hoog 180, diep 68;
2034, Sarangie, India, langwerpige klankkast, bovenblad be
staat uit perkament; zeer brede hals met aan de rechter
kant 24 schroeven voor de sympathische snaren; boven
de hals een doosvormige schroef houder met 11 schroe
ven voor de sympathische en 4 schroeven voor de melo-
diesnaren; de toets is versierd met ivoren ornamenten;
met strijkstok; lang 68,5 (met bijbetaling door de Dienst
ingeruild tegen een identiek, maar minder fraai instru
ment, inventarisnummer 127).
Van de heer H. de Haan, ’s-Gravenhage:
2032, Piccolo, ongemerkt, Duitsland, ca 1825, donkerbruin
gelakt perenhout, 5 zilveren kleppen, waarvan een ont
breekt, 7 zilveren ringen, lang 30,3;
2033, Piccolo, ongemerkt, Duitsland, ca 1800, palmhout, 4 kope
ren kleppen, 3 ivoren ringen, lang 30,3;
Van mevrouw Van MusschenbroekHora Siccama, ’s-Graven
hage:
2039, Dwarsfluit, gemerkt G. Laurent, Parijs, 1817, gemaakt
van kristal, 8 zilveren kleppen, 5 zilveren banden,
lang 68,8;