I
I
f
III.
e.
66
In 1953 zijn 70 aanvragen om vrijstelling wegens
kostwinnerschap opgemaakt. Omtrent elke aanvraag
is een staat van inlichtingen aan het betreffende minis
terie toegezonden.
Ter zake van door ongehuwde militairen ingediende
verzoeken om, overeenkomstig het bepaalde in de
„Voorlopige Regeling Bezoldiging Koninklijke Land
macht” als kostwinner te worden erkend, zijn in de
loop van het verslagjaar 20 staten van inlichtingen op
gemaakt, welke met de verzoekschriften aan de Minis
ter van Oorlog zijn toegezonden.
De voorschriften betreffende deze vrijstelling zijn
niet gewijzigd.
De financiële hulpverlening aan gedemobiliseerde
militairen op grond van de in het verslag over 1951 ge
noemde regelingen, is in 1953 voortgezet.
Wegens uitbetaalde vergoedingen aan gedemobili-
seerden-bouwvakarbeiders, die tengevolge van hun ver
blijf in militaire dienst niet in het bezit waren van vol
doende vacantiebonnen, is voorts nog een bedrag van
48,48 aan het Rijk gedeclareerd.
De volgende ter zake uitbetaalde bedragen zijn vol
gens het hieronder vermelde, in kwartalen verdeelde,
overzicht aan het Rijk gedeclareerd.
Op grond van de bij beschikking van de Minister
van Oorlog van 11 Augustus 1948, Staf Adjudant-
Generaal, afdeling A.2. bureau 3, nummer 563 vast
gestelde regeling hebben in 1953 de volgende betalin
gen plaats gehad:
1ste kwartaal 3 gevallen
Voor verschillende overheidsinstellingen zijn in to
taal 1995 onderzoeken ingesteld of medewerking ver
leend aan zaken, welke betrekking hadden op:
waarin vergoeding werd uitbetaald, bewoog zich ge
durende het verslagjaar in stijgende lijn. Hieronder
volgt een overzicht van de voor rekening van het Rijk
uitbetaalde bedragen enz.
De voorschriften betreffende de kostwinnersvergoe
ding zijn in het verslagjaar niet gewijzigd.
In 1953 is op de uitbetaalde kostwinnersvergoedin
gen ƒ4.144,38 en op demobilisatie- en periodieke uit
keringen ƒ7.342,71 wegens loonbelasting ingehouden
en aan de Ontvanger der Directie Belastingen afge
dragen.
1. de financiële en gezinsomstandigheden, verband
houdende met:
a. persionnering van militairen en verwanten van
overleden militairen;
b. pensionnering van oorlogsinvaliden en andere
oud-militairen of van hun nagelaten betrekkin
gen (inbegrepen de zg. mobilisatieslachtoffers
1914—1918);
c. afbetaling van schulden van nog dienende of
ontslagen militairen;
d. onverplichte uitkeringen i.v.m. ziekte van één
der gezinsleden van een militair;
verzoeken om gehele of gedeeltelijke vrijstelling
van betaling van de kosten, verbonden aan de
opleiding tot adelborst bij de Koninklijke Marine
verzoeken om uitbetaling van het gedeelte der
militaire bezoldiging aan verwanten van mili
tairen, aan wie arrest is opgelegd;
Totaal
498.519,33
Totaal
3.962,55
LOONBELASTING.
f
DEMOBILISATIEUITKERING.
f 103.604,59
Samen
w
1ste kwartaal
2de kwartaal
3de kwartaal
4de kwartaal
VRIJSTELLING WEGENS KOSTWINNERSCHAP.
ERKENNING ALS KOSTWINNER VAN ONGEHUWDE
MILITAIREN.
Aantal
posten.
458
66
643
67
790
79
834
74
78.099,46
19.636,92
128.389,64
23.527,30
121.184,08
17.355,70
1.126,89
1.155,54
989,55
690,57
95.029,33
15.296,90
Totaal
uitgekeerd.
Aantal
posten.
64
62
55
48
1ste kwartaal
ten laste van het Ministerie van Oorlog
ten laste van het Ministerie van Marine
2de kwartaal
ten laste van het Ministerie van Oorlog
ten laste van het Ministerie van Marine
3de kwartaal
ten laste van het Ministerie van Oorlog
ten laste van het Ministerie van Marine
4de kwartaal
ten laste van het Ministerie van Oorlog
ten laste van het Ministerie van Marine
PERIODIEKE UITKERINGEN BIJ ZIEKTE TIJDENS VERLOF
IN AFWACHTING VAN ONTSLAG WEGENS ONGE
SCHIKTHEID, ALSMEDE NA DEMOBILISATIE.
2de kwartaal 5 gevallen
3de kwartaal 5 gevallen
4de kwartaal 4 gevallen
Totaal
uitgekeerd
31.640,64
27.118,83
26.461,79
18.383,33
Verzorging militairen, oud-mili-
tairen en nagelaten betrekkin
gen van gesneuvelde of overle
den militairen.