I DE WATERSNOOD. i In de nacht van 31 Januari op 1 Februari 1953 werd het Zuidwestelijk gedeelte van Nederland getrof fen door een watersnood van grote omvang. Onmiddellijk na het bekend worden van de ramp hebben Burgemeester en Wethouders zich beraden op welke wijze vanwege de Gemeente hulp zou kunnen worden geboden en de direct mogelijke hulpverlening doen aanvangen. Op 4 Februari werd een buitengewone vergadering van de Gemeenteraad belegd, waarin de slachtoffers werden herdacht en mededelingen werden gedaan over hetgeen reeds door verscheidene gemeentelijke instellingen en door particulieren was ondernomen. Zo werden door de Gemeenteapotheek onmiddellijk medicamenten naar de geteisterde gebieden gezonden; uit de Scheveningse havens vertrok een aantal kot ters en vletten naar de Zuidhollandse en Zeeuwse eilanden, terwijl enige loggerreddingboten per vracht auto naar het rampgebied werden vervoerd. Een vijf tigtal gemeentewerklieden werd ter beschikking van het Hoogheemraadschap Delfland gesteld, terwijl ook elders arbeidskrachten uit Den Haag hulp boden. Bij tal van particulieren werden evacué’s ondergebracht. Voor enige bijzonderheden aangaande hulpverlening wordt verwezen naar de verslagen van de Duinwater leiding, de Gemeentelijke Reinigingsdienst, het Ge meentelijk Bureau voor Werklozenzorg en Perso neelsvoorziening, de Gemeentelijke Dienst voor So ciale Belangen en de Gemeenteapotheek, alsmede naar het vermelde op blz. 24 en 30. In de Raadsvergadering van 9 Februari werd door Burgemeester en Wethouders voorgesteld om, in over leg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de gemeenten Goedereede en Stellendam op het zwaar getroffen eiland Goeree-Overflakkee te adopteren en een crediet van 400.000,voor de bekostiging van de hulpverlening aldaar beschikbaar te stellen. Het voorstel werd door de Raad met algemene instem ming aanvaard. Ook werd besloten een crediet van 600.000,beschikbaar te stellen i.v.m. de reeds door het Gemeentebestuur genomen maatregelen tot het ontvangen en onderbrengen van evacué’s uit de getroffen gebieden, alsmede andere maatregelen van hulpverlening. In de Raadsvergadering van 9 Maart 1953 werd besloten ook de gemeente Ouddorp in de adoptie te betrekken. De hulpverlening aan die gemeente zou zich hoofdzakelijk beperken tot het verstrekken van technische adviezen en hulp. Op 5 Februari werd in de Gemeente een collecte gehouden ten bate van het Nationaal Rampenfonds. Hieraan werd deelgenomen door 5 000 collectan ten, die een bedrag van ruim 437.000,in zamelden. Door het Gemeentepersoneel werd t.b.v. het Ram penfonds een één-uur-loonactie gevoerd die rond 62.000,opbracht. Ook in Den Haag en omgeving was de door de stormvloed aangerichte schade vrij groot. Voor bijzon derheden wordt verwezen naar de verslagen van Ge meentewerken, Gemeenteplantsoenen en de Gemeen telijke Dienst van Haven- en Marktwezen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1953 | | pagina 9