11 1 6 I BEVINDINGEN OPGEDAAN BIJ HET ONDER ZOEK VAN VERSCHILLENDE PARTIJEN. Azijn. Van de 43 onderzochte monsters azijn hadden er 6 een te laag gehalte aan azijnzuur en eveneens 6 een geringere inhoud dan op het etiket was aangegeven. Eén monster was troebel en op één fles was geen hoeveelheidsaanduiding aangebracht. In winkels, bakkerijen en bij vervoer op straat werden 10 283 partijen brood gewogen. In 3 403 ge vallen was er aanleiding een nader onderzoek naar de samenstelling in te stellen. Van deze monsters bleken er 480 niet aan de gestelde eisen te voldoen. Niet minder dan 458 partijen brood bleken een te gering gehalte aan droge stof te bezitten, hetgeen aan leiding gaf tot het opmaken van 35 processen-verbaal (1953: 30). Geregeld werd het melkbrood onderzocht op het gehalte aan melkbestanddelen. Van de 262 genomen 2 monsters melkbrood bleken 24 partijen met een te geringe hoeveelheid melk (of melkpoeder) te zijn be reid. In 3 gevallen was er aanleiding voor een straf vervolging. In bakkerijen in gemeenten waar brood uitslui tend met gejodeerd zout mag worden bereid werden 40 monsters zout genomen. Het gemiddelde gehalte aan kaliumjodide hiervan bedroeg 39,9 mg per kg, hetgeen maar weinig afwijkt van het voorgeschreven gehalte van 39 mg per kg. De spreiding van de gevonden cijfers viel, behou dens enkele uitzonderingen, binnen redelijke grenzen In beschuit werd herhaaldelijk saccharine aange troffen. Als krentenbroodcrême werden producten in de handel gebracht welke een synthetische kleurstof be vatten. Aangezien bij toepassing hiervan een niet toe- gestane stof in het brood terecht zou komen kon het gebruik hiervan voor het aangegeven doel niet worden toegestaan. In tabel E (blz. 6) wordt een overzicht gegeven van het Broodonderzoek. Ruim 10 pCt. van de ruim 300 jenevermonsters had een alcoholgehalte, dat 1 tot 4 pCt. lager was dan de vereiste 35 pCt. Een partij vruchtenwijn (bramen) werd afgekeurd, daar het niet de voor dit product karakteristieke smaak had. Enkele andere monsters vruchtenwijn hadden een iets lager alcoholgehalte dan op het etiket was vermeld. Eén monster had een te hoog gehalte aan zwaveligzuur. Twee van de 15 onderzochte monsters advocaat hadden een te laag eigeelgehalte. Op bier was weinig aan te merken, alleen ontbrak enkele keren de vermelding „kunstmatig gezoet” bij bier dat meer dan 1,5 gram saccharine per hl. be vatte. Op grond van het Wijnbesluit moet wijn de ken merkende samenstelling, kleur, geur en smaak be zitten van de soort als hoedanig hij wordt aangeboden. Een partij sherry en port voldeed niet aan deze eis. De partijen werden in beslaggenomen en tegen de betrokken wijnhandelaar werd proces-verbaal opge maakt. Van talrijke monsters consumptieijs was de bacte riologische samenstelling onvoldoende. Op 1 479 genomen monsters (voor het merendeel voor het bac teriologisch onderzoek) bleken 297 niet aan de ge stelde eisen te voldoen. In vele gevallen kon bij inspectie van het bedrijf en controle op de bereidings wijze de oorzaak van de afwijking worden aange wezen. Wegens de verkoop van ondeugdelijk ijs (te hoog bacteriegehalte, onvoldoende verhitting van de grond stof, aanwezigheid van colibacteriën) werden 40 processen-verbaal opgemaakt (1953: 26). Het onderzoek van roomijs op gehalte aan botervei gaf aanleiding tot drie strafvervolgingen. In tabel F wordt een overzicht gegeven van de bij het onderzoek gebleken afwijkingen. Aantal partijen gewogen broden Aantal onderzochte monsters Aantal afgekeurde monsters waarvan wegens: a. te lage droge stof b. te weinig melkbestanddelen c. andere redenen Vier van de 46 cacaomonsters hadden een te laag vetgehalte; één hiervan had bovendien een iets te hoog vochtgehalte. Een partij chocoladekorrels moest worden afge keurd wegens ransheid. VERSLAG VAN DE KEURINGSDIENST VAN WAREN Totaal. 185 250 14 5 657 1 612 185 Witte- brood. Melk- brood. 271 262 31 9 24 1 4 185 1 426 250 Rogge brood. 170 103 14 10 283 3 403 480 Brood en beschuit. 458 24 Bruin brood. Andere brood soorten. Alcoholhoudende dranken. Consumptieijs. Cacao en chocolade. Tabel E. Broodonderzoek.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1954 | | pagina 121