13
Rijwiel- en wandelpaden.
6
Van de ingang bij de Meijendelseweg af tot de boer
derij werden, ter ontlasting van de Meijendelseweg, aan
de noordzijde er van, ongeveer 1 800 m verhard fiets
pad met een breedte van 3,50 m en ongeveer 1 900 m
verhard wandelpad met een breedte van 2,65 m aange
legd.
Ten zuiden van de Meijendelseweg werd in December
1954 in Sprang A een dam aangebracht met het doel
via deze dam een wandel- en fietspad aan te leggen van
de reeds bestaande paden in Meijendel af naar de in
gang bij de Meijendelseweg. Hierdoor zal na gereed
komen van het pad een tot dusver niet voor het publiek
opengesteld terreingedeelte kunnen worden ontsloten.
afgesloten beplant terrein in
Meijendel 8 000 m2,
Door de afdeling „Beplantingen" werd het onder
houd van de terreinen en in versterkte mate de aanleg
van nieuwe beplantingen verzorgd.
Gedurende het plantseizoen 19531954 werden
ruim 100 000 stuks beworteld één- en tweejarig plant
soen, vrijwel geheel uit de eigen kwekerij afkomstig,
over diverse percelen uitgeplant, waaronder:
17 000 eiken, 9 000 berken, 4 000 populieren (diverse
soorten), 1 500 dennen (grove den, Oostenrijkse den
en zeeden), 1000 essen, 10 000 meidoorns, 15 000
hondsrozen en egelantiers, 4 000 ligusters, 4 000 kar-
dinaalsmutsen en 2 000 kruipwilgen.
Naar aanleiding van het in het vorige seizoen be
reikte gunstige resultaat met het poten van ongewor
telde stekken werden ook in het plantseizoen 1953/’54
op diverse percelen ongewortelde stekken gepoot tot
een aantal van ongeveer 9 000 stuks, in de volgende
soorten3 000 populieren, 2 000 kruipwilgen, 2 000
ligusters en 2 000 vlieren.
In het verslagjaar werden in Meijendel twee vrij hoog
gelegen, reeds voor het publiek afgesloten percelen
(ter gezamenlijke grootte van 5,5 ha) en een ten noor
den van het „Meijenbos” gelegen gedeelte van het na
tuurterrein „Kijfhoek en Biertap” (ter grootte van 4,5
ha )met konijnengaas afgerasterd en in het najaar
1954 beplant.
De in het najaar 1953 op diverse percelen gelegde
40 hl eikels ondervonden vrij veel schade door muizen
en fazantenvraat, terwijl vele gekiemde eikels evenals
vele geplante één- en tweejarige eiken, berken en essen
in de loop van de zomer 1954 door de larven van de
duinkever werden afgevreten. De schade, toegebracht
door konijnen, was, vooral in het plantseizoen 1953-/’54,
zeer groot. De inyxomatose, die omstreeks September
1954 voor het eerst in de bij het Bedrijf in beheer
zijnde terreinen werd waargenomen, had aan het einde
van het verslagjaar de konijnenstand naar schatting
gehalveerd.
In het voorjaar werden rupsennesten van de bastaard-
satijnvlinder verwijderd.
Parkeergelegenheid.
Aangezien het aantal bezoekers, dat per auto naar
Meijendel komt, in de laatste jaren sterk toeneemt, is
de wenselijkheid gebleken de parkeerruimte te ver
groten. In het jaar 1954 werd het aantal strekkende m
verharde parkeerstrook langs de Meijendelseweg van
300 m tot 750 m uitgebreid.
Recreatie.
Door het openstellen van die terreingedeelten in
Meijendel, waarvan de beplanting in voldoende mate
was ontwikkeld, en door de aanleg van nieuwe wandel
en fietspaden werden de recreatiemogelijkheden in
Meijendel aanzienlijk vergroot.
Aan het einde van het verslagjaar waren ongeveer
90 ha voorwaardelijk voor het publiek opengesteld (in
1954 uitgebreid met 11 ha), waarvan 68 ha zijn gelegen
n Meijendel.
Voor het natuurterrein „Kijfhoek en Biertap”, ter
grootte van 180 ha, werden 2139 persoonlijke jaar
kaarten en 136 excursievergunningen, elk voor ten
hoogste 20 personen, uitgereikt.
Het aantal vogeldrinkbakken werd van 7 op 9 stuks
gebracht.
Het onderhoud van en de controle op de nestkasten
werden wederom verricht door leden van de Neder
landse Jeugdbond voor Natuurstudie.
Het toezicht op de Meeuwenkolonie werd, evenals
vorige jaren, voor een belangrijk deel door de Vogel
wacht uitgevoerd.
Het trok echter de aandacht, dat ondanks de pogin
gen van de Vogelwacht door schudden van de eieren
en het uithalen van nesten een ongewenste uitbreiding
van de kolonie te voorkomen, het aantal paren in de
laatste jaren is toegenomen tot een totaal van ca. 700,
welk aantal te groot is, gezien de schade, die door de
zilvermeeuwen, vooral onder de kleinere zangvogels,
wordt aangericht.
Ook in het verslagjaar was het gedrag van het be
zoekende publiek niet onberispelijk en werden door de
duinbewakers herhaaldelijk overtredingen geconsta
teerd. Van ernstige gevallen werden processen-verbaal
opgemaakt, terwijl voorts voortdurend door waar
schuwingen e.d. aan de opvoeding van het publiek
werd gewerkt.
Bij dit laatste werd krachtige steun ondervonden van
de Natuurwacht, welke geheel vrijwillig en belangeloos
deze taak verricht.
Helm werd geplant in het terrein, dat in het jaar 1952
in erfpacht werd verkregen en op die terreingedeelten,
welke na het leggen van de transportleiding voor het
rivierwater vastgelegd moesten worden.
Hulp werd verleend bij het restaureren van gedeelten
van landgoederen, weilanden, sportvelden enz., waarin
de begroeiing en de grasmat door het leggen van de
transportleiding Bergambacht-Scheveningen bescha
digd waren.
In het verslagjaar deden zich vier gevallen van ter-
reinbrand voor, te weten:
op 24 April 1954:
VERSLAG DER DUINWATERLEIDING