h jïM
19
1
t2
163 pupillen.
122
285
60
225
15
3. Reclassering geestesgestoorden.
Op 1 Januari 1954 stonden 38 mannen en 3
vrouwen ingeschreven (justitie-gevallen). Nieuw in
geschreven werden 21 mannen en 1 vrouw; 28 man
nen en 2 vrouwen werden afgeschreven.
De stand op 31 December 1954 was: 31 inge
schreven mannen en 2 vrouwen.
4. Arbeidstherapie.
Een overzicht van de bezetting en mutaties bij de
werkinrichtingen van de ’s-Gravenhaagse Vereniging
„Dr Schroeder van der Kolk” wordt aangetroffen in
hoofdstuk XII van het Verslag van de toestand der
gemeente ’s-Gravenhage.
Betreffende de omvang en de duur van de verple
ging van de „contractpatiënten”, d.w.z. de verpleeg
den die door bemiddeling van de Dienst werden ge
plaatst, in de drie klinieken Ramaerkliniek, kliniek
„Ockenburgh” en St. Jac’obusstichting (Wassenaar)
zijn de cijfers voor 1954:
Verpleging, gezinsverpleging; gezinsvoogdij.
In gezinsverpleging waren:
Op 1 Januari 1954
In 1954 werden in gezinsverpleging
geplaatst
Te zamen
In 1954 uit gezinsverpleging ont
slagen
Zodat op 31 December 1954 in ge
zinsverpleging waren
2 667
366
35 I
Het aantal verpleegdagen en de gemiddelde dag
bezetting in de Ramaerkliniek en de kliniek Ocken
burgh liep aanmerkelijk terug. Dit is te wijten aan
het feit, dat in de maanden Juni, Juli en Augustus
vrijwel geen aanvragen voor opneming voor mannen
tot de Dienst werden gericht, ofschoon het aantal be
schikbare plaatsen aanzienlijk was.
In de Sint-Jacobusstichting daarentegen nam het
aantal verpleegdagen enigszins toe.
Er werden in de klinieken niet minder dan 218
patiënten opgenomen boven de leeftijd van 60 jaar.
Na een vrij lang verblijf in de kliniek konden 51
bejaarden onder toezicht van de Dienst naar hun wo
ning terugkeren; 48 bejaarde patiënten overleden in
een kliniek.
Een aantal patiënten werd in 1954 opgenomen
voor een kortdurende refusalbehandeling.
Worden de 3 033 pupillen, over wie de zorg zich
uitstrekte, verdeeld naar de gradatie van hun zwak
zinnigheid, dan ontstaat het volgende overzicht:
debilitas mentis 2 655, imbecillitas 305, idiotie 73.
De redenen van afschrijving van pupillen waren:
sociaal herstel 51; opneming in een inrichting voor
zwakzinnigen 59; overlijden 5; vertrek uit de Ge
meente 63; opneming in een inrichting voor maat
schappelijk ongeschikten 6; opneming in een zieken
huis of sanatorium 4; houding van pupil en/of familie
54; militaire dienst 15; overdragen aan een confes
sionele organisatie voor nazorg 38; insluiting 20;
overgedragen aan nazorg geesteszieken 4; beëindiging
sociale maatregelen 5.
Op de spreekuren meldden zich 2 843 maal pu-
puillen; door de ambtenaren werden 8 239 huisbe
zoeken gebracht.
3 033
324
2 709
42
In verband met het toezicht op de verpleegde pa
tiënten werden de drie hiervoor genoemde psychia
trische klinieken in 1954 wekelijks door een der
psychiaters van de afdeling Geestelijke Volksgezond
heid bezocht. Ook de overige psychiatrische klinieken
in den lande, waar Haagse patiënten werden ver
pleegd, ontvingen periodiek controlebezoek. De
leider van de afdeling Geestelijke Volksgezondheid
maakte hiervoor 80 dienstreizen.
Het aantal pleeggezinnen in de Gemeente waar
pleegkinderen waren ondergebracht bedroeg 52.
Buiten de Gemeente werden nog 1 015 pupillen
verzorgd in 83 pleeggezinnen, 32 internaten en 62 in
richtingen.
Ê5 I alg
De werkzaamheden van deze onderafdeling hebben
zich de laatste jaren meer en meer ontwikkeld tot een
voor- en nazorg voor die patiënten, wier behandeling
speciaal in het paedagogische vlak ligt. Aanvankelijk
beperkten deze zich nl. tot de nazorg voor de leer
lingen van de scholen voor zwakzinnigen.
De voor- en nazorg buitengewoon lager onderwijs
kan thans worden onderscheiden in zorg voor zwak
zinnigen en zorg voor zeer moeilijk opvoedbaren
(niet-zwakzinnigen)
Uit het hierna volgende blijkt de omvang van de
zorg voor leerlingen van het b.l.o.
Op 1 Januari stonden ingeschreven
In de loop van het jaar werden ingeschreven
Totaal aantal pupillen, over wie de zorg zich
uitstrekte
Afgeschreven in 1954
Op 31 December 1954 stonden ingeschreven
De toeneming bedroeg derhalve
VERSLAG VAN DE GEM. GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST.
9f
91
i
Aantal verpleegdagen
Gemiddelde dagbezetting
Gemiddelde verpleegduur
Gemiddelde verpleegduur in 1953
22
52,45
66,71
47 653
131
53,91
54,2
12 8O8j 8 025
73,19
63,46
26 820
74
48,24
48,—
Voor- en nazorg buitengewoon
lager onderwijs.