20 s 3 Met ingang van 21 September werd de verlofrege ling van de verplegenden en leerling-verplegenden herzien. Bij de voorbereiding van de Florence Nightingale- herdenking, ter gelegenheid van de Wereldgezond- heidsdag 1954, werd de hoofdverpleegster Zr. E. M. van Aken aangewezen om namens de Gemeente ziekenhuizen deel uit te maken van het voor dit doel opgerichte plaatselijk comité. De het vorig jaar van de zijde der Directie gedane toezegging om barak IV op het terrein van het Zuid- walziekenhuis voorlopig beschikbaar te stellen om te dienen voor het te creëren Rheumacentrum, kon niet gestand worden gedaan in verband met het klemmen de ruimtegebrek in ons ziekenhuis. Ook dit jaar ontvingen de Gemeenteziekenhuizen bezoek van tal van buitenlandse gasten uit zieken huiskringen uit verschillende delen van de wereld, zoals België, Frankrijk, Engeland, Zweden, Italië, Spanje, Joegoslavië, Istanboel, Dakar, Zuid-Afrika, Amerika, Nieuw-Zeeland. Speciale vermelding hier van verdienen het bezoek van de burgemeester van Istanboel, tevens goevemeur van de provincie, die epidemie in het Zuidwalziekenhuis had plaats op Maandag 1 Februari. Vanzelfsprekend bleef de medi sche staf waakzaam om eventuele infectie onmiddellijk te voorkomen. Op 1 April werden de laatste twee alastrimpatiënten uit het ziekenpaviljoen aan de Stevinstraat genezen ontslagen. Er was toen ook geen enkel geval meer in observatie of onder controle. Op 22 April werd het schoolgebouw Korte Lom- bardstraat 11, hetwelk als noodziekenhuis was inge richt, doch als zodanig niet in gebruik is geweest, ontruimd. In totaal werden in de Gemeenteziekenhuizen ver pleegd: 25 personen voor observatie, waarvan er 5 later ziek werden door besmetting in het paviljoen Stevinstraat en 43 alastrimpatiënten, onder wie ge noemde 5 patiënten. Gedurende de opneming voor alastrim is 1 patiënte overleden. De doodsoorzaak van deze oude dame is echter NIET de alastrim ge weest; zij was reeds geruime tijd verpleegd in het ziekenhuis aan de Zuidwal voor een ziekte die haar dood tengevolge heeft gehad. De vernieuwde afdelingen voor Röntgendiagnostiek en -therapie deze laatste toegerust met het kort tevoren gereed gekomen tele-curie-apparaat (cobalt- bom) en het nieuwe laboratorium voor patho-phy- siologie werden op 30 November officieel in gebruik gesteld. De voor dit doel belegde bijeenkomst werd ingeleid door de Wethouder van Sociale Zaken, waar na de talrijke genodigden in de gelegenheid werden gesteld de nieuwe aanwinsten onder deskundige voor lichting in ogenschouw te nemen. 3e verdieping Nieuwe Vleugel en klassekamers, 4e verdieping Nieuwe Vleugel en klassekamers, zalen 3, 3a, 5, 5a en bijbehorende kamertjes; 18 dagen na vaststelling van het laatste alastrimgeval op deze afde lingen konden de patiënten worden ontslagen, zowel gevaccineerden als ongevaccineerden. Patiënten, die tegen advies vertrokken, moesten onmiddellijk worden opgegeven bij de Directie. De 3e en 4e verdieping van de Nieuwe Vleugel bleven tot 5 Februari gesloten wegens het nog later ontdekken van alastrimgevallen. De Jeugdherberg „Ockenburgh” werd ingericht als quarantaine voor het personeel. Gedurende de quarantaine van het ziekenhuis was de houding van patiënten en personeel voorbeeldig, slechts één patiënt verliet het ziekenhuis tegen advies. Op 11 Februari werden de laatste patiënten uit de barakken aan de Zuidwal overgebracht naar het ziekenpaviljoen aan de Stevinstraat en werden de barakken ontsmet, waarna de Zuidwal definitief als „schoon” kon worden beschouwd. Op 10 Februari bleek, dat één van de patiënten, die eerder in de Stevinstraat wegens observatie ver pleegd werd en aldaar in quarantaine was geweest, na ontslag enige dagen tevoren, verschijnselen ver toonde, die ernstig aan de pokachtige ziekte deden denken. Zij werd thuis geïsoleerd en danig gecontro leerd. Enige dagen later bleken nog twee patiënten dezelfde verschijnselen te hebben, evenals een ver pleger, die ook tevoren in observatie in het paviljoen Stevinstraat was verpleegd geweest, doch toen niet aan alastrim bleek te lijden. Door dit geval is een afdeling van het ziekenhuis nogmaals afgesloten ge weest en werden de personeelsleden, die in „Ocken burgh” verblijf hadden gehouden, wederom gedurende drie weken gecontroleerd, daar vorengenoemde ver pleger aldaar ook enkele dagen was verbleven. Bij hernieuwde opneming van bedoelde patiënten op 13 en 14 Februari bleken zij wèl lijdende te zijn aan de besmettelijke ziekte, terwijl dit bij hun eerste opne ming niet het geval was. Gezien dit feit, waaruit ge concludeerd moest worden, dat genoemde personen in de Stevinstraat besmet moeten zijn, werd het regime veranderd en een deel van het paviljoen geheel afge schut als quarantaine met aparte verpleging voor de waarschijnlijk negatieve gevallen. De verpleegsters, met de verzorging van deze patiënten belast, werden mede in dit gedeelte geïsoleerd. Zoals uit het bovenstaande duidelijk moet zijn, was dit niet te voorzien. Het min of meer grillige karakter van elke infectieziekte, waaronder de alastrim zeker te rekenen is, maakt voorspellingen onmogelijk en nu en dan herziening van maatregelen noodzakelijk. Op 17 Februari verscheen nog een vijfde geval, dat aan besmetting in de Stevinstraat moest worden toegeschreven. Daarna hebben zich geen besmettingen meer voorgedaan. Het bezoek voor patiënten, verpleegd in het zieken huis Zuidwal, werd op Zondag 31 Januari wederom toegelaten. De eerste opneming van patiënten na de VERSLAG GEMEENTEZIEKENHUIZEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1954 | | pagina 267