11
I
23
I
i
H
I
1
I
I
I
I
l
1
I
8
8
8
8
3
Hieruit blijkt, dat de gemiddelde classificatie-
inhoud (in m3) in 1954 wederom is gestegen. Deze
stijging doet zich met name voor bij de woningwet-
bouw en de herbouw, terwijl een dalende tendentie
merkbaar is in de particuliere bouw, in het bijzonder
in de sector van de vrije bouw.
In de woningwetsector wordt deze stijging veroor
zaakt door een vermindering van het aantal kleine
woningen.
Tenslotte volgt een overzicht van de in 1951 tot en
met 1954 gereedgekomen woningen, gesplitst naar de
grootte en de wijze van financiering. Vergeleken met
de cijfers over 1953 zijn de verschillen in de percen
tages betrekkelijk zeer gering.
Voor de vergelijkbare verhoudingscijfers voor de
jaren 1945 tot en met 1950 moge naar het jaarverslag
over 1951 worden verwezen.
a. De verhouding gemeentebouw en verenigingsbouw.
In vorige jaarverslagen werd reeds vermeld, dat de
destijds nagestreefde verhouding van ongeveer 1 2
tussen de woningwetbouw door de Gemeente zelve
en die door de woningbouwverenigingen tot en met
s
3. Financiering nieuwbouw.
De wijze van financiering van de na de oorlog
goedgekeurde woningbouw in de Gemeente moge
blijken uit het overzicht op blz. 4.
Het daarin opgenomen aantal van 2 064 door par
ticulieren te bouwen woningen, waarvoor tijdens dit
verslagjaar goedkeuring werd verleend, toont duidelijk
aan, hetgeen hiervoren onder 1 reeds werd gezegd,
namelijk dat het aantal woningwetwoningen voor
arbeiders en kleine middenstanders, in verhouding
minder was dan in vorige jaren.
In tegenstelling met de voorafgaande jaren is in dit
verslagjaar de belangstelling voor de particuliere bouw
aanzienlijk toegenomen. Buiten de herbouw werden in
deze sector 1 214 woningen goedgekeurd, waarvan er
590 voor de verhuur zijn bestemd.
Vermeld dient te worden, dat in 1954 door het
Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting een
extra premie werd verleend teneinde hoge bouw dat
wil zeggen bebouwing bestaande uit meer dan 6 woon
lagen mogelijk te maken. Voor de gemeente
’s-Gravenhage werd deze regeling van toepassing ver
klaard op een complex van 505 woningen in 12 woon
lagen in het uitbreidingsplan „Meer en Bos”, waarvan
gedurende het verslagjaar voor 256 stuks 1.000,
per woning aan extra premie werd verleend.
Tenslotte werd tijdens dit verslagjaar de „Premie-
en bijdrageregeling woningbouw 1953” van toepassing
verklaard op de bouw van woningen, welke speciaal
zijn ingericht voor de huisvesting van alleenstaanden.
Thans nog een enkele opmerking over de verhou
ding tussen gemeentebouw en verenigingsbouw binnen
het raam van de Woningwet en over de verhouding
tussen woningwetbouw en particuliere bouw.
8
E
5
s
q
"p-
8
5
O>
3
5
E
_o
o
o
I
3
1
8
8
8
8
8
3 3
8
1
S 1
S
8
8
2
8~
3 s
GEMEENTELIJKE DIENST VAN DE WEDEROPBOUW EN DE STADSONTWIKKELING
o
cm
CM
ON
tr>
oo
n©
JQ
ON
«n
Os
O'
r*>
rj
CM
o
oo
oo
O'
O'
<M
O'
NO
OO
vn
cm
O'
*T
ND,
en
CM
OO
oC
en
O
CM
CM'
nd”
O'
o
(M
O'
CM
on
en
CM
nd un
no r-
O TT
O'
ND
CM
CM
i
cf
CM
CM
CM
00
CM
CM
NO
OO
o
ON
O
OO
en
iq
ND
OO
NO
en
en
oo
ND
bó
5
«s
tc
3
c
o
CM
■U
i
j
o?
NO tF
en un tT
ON ND »-
cm~
en Tf
00
en
si
35
w. i
O'
ON
ON
Tf OO,
CD oo
en tj-
CM
cm^ oo;
ON TT
CM
OO NO
tT CM
CD Nq
NO (D
tJ- en
CM
on' o
NO
CM en
’T 0C
r-” en
en Tf
CM O
NO Tf
ND OO NO ON
ON CM O OO
CM en
On Ön ÜT
CM cm «cn en
r- no
ON ON