24
J
1
GEMEENTELIJK GRONDBEDRIJF.
VERSLAG OVER HET JAAR 1954.
HOOFDSTUK I.
ALGEMEEN.
De resultaten van een en ander, alsmede de bemoei
ingen van de Dienst met verschillende andere zaken,
moge blijken uit de volgende hoofdstukken.
Personeel.
Het aan de Dienst verbonden personeel bestond op
31 December 1954 uit 66 vaste en 15 tijdelijke ambte
naren; voorts 6 ambtenaren op arbeidsovereenkomst
en 1 ambtenaar gedetacheerd vanwege het Gemeente
lijk Gasbedrijf.
In totaal waren er derhalve 88 ambtenaren. Hiervan
waren op genoemd tijdstip 4 ambtenaren voor eerste
oefening in militaire dienst.
Bovendien waren 17 werklieden bij de Dienst werk
zaam, waarvan 16 in vaste dienst en 1 tijdelijk.
Op 1 Mei 1954 werd de heer P. C. Tempelaar be
noemd tot Adjunct-Administrateur E.
Door overlijden ontviel op 9 Juni 1954 aan de Dienst
de chef van de afdeling Financiering Nieuwbouw Par
ticulieren, de heer Ir C. J. Evers.
Beheer.
De Dienst voor het Gemeentelijk Grondbedrijf werd
beheerd door Burgemeester en Wethouders, bijgestaan
door de Commissie voor de Plaatselijke Werken en
Eigendommen.
De samenstelling van deze commissie werd in de
Raadsvergadering van 7 September 1953 als volgt be
paald
de heren Jhr Mr J. M. M. van Asch van Wijck, A. J.
van Hagen, G. W. Hijlkema, K. J. Nieukerke, Dr Mr
J. A. M. van Staaij en H. Swart, leden; voorzitter was
de toenmalige Wethouder van Wederopbouw, de heer
Ir L. J. M. Feber.
Algemene opmerkingen.
De in het verslagjaar gebleken toenemende bedrijvig
heid in de verschillende sectoren van het maatschappe
lijk leven was uiteraard ook merkbaar op het gebied,
dat door de Dienst voor het Gemeentelijk Grondbe
drijf wordt bestreken.
De aanvragen voor bouwterreinen voor verschillende
doeleinden waren veelvuldig en gevarieerd.
De bouwondernemers bleken, na enige stilstand,
zich weder met meer activiteit bezig te houden met de
bouw van woningen, bestemd voor verkoop. Verder
bleken in de loop van het verslagjaar institutionele
beleggers in toenemende mate belangstelling te hebben
voor belegging van gelden in de woningbouw, met het
doel de woningen te verhuren.
De vraag naar terreinen voor kantoren was in het
verslagjaar grootdeswege werd voorgesteld om in het
wederopbouwplan Bezuidenhout B I en II terreinen
daarvoor aan te wijzen.
De toeneming van het aantal auto’s heeft onder ande
re tot gevolg, dat terreinen voor bouw van garages,
ruime showrooms en dergelijke werden aangevraagd.
Voor de industrie werden aanvragen ingediend, het
zij voor uitbreiding van bestaande, hetzij voor vesti
ging van nieuwe bedrijven. In enkele gevallen werd
voor de bouw kapitaalsinvestering van Gemeentewege
verzocht.
In verband met de omstandigheden, dat de beschik
bare industrie-terreinen in de Gemeente nagenoeg hun
bestemming hebben bereikt, werden de bemoeiingen
met betrekking tot de exploitatie van de terreinen in
het Industrieschap „De Plaspoelpolder” omvangrijker.
Het tekort aan ruimte voor hen, die niet zelf kunnen
bouwen en voor hen, die overbrugging zoeken in af
wachting van nieuwe bouw, heeft onder andere geleid
tot het plan van de Gemeente om een nieuw complex
industriehallen te stichten.
HOOFDSTUK II.
VERWERVING VAN ONROEREND GOED.
(Aankopen, onteigeningen, ruilingen en
dergelijke).
Wat betreft de aankopen van onroerend goed kan
worden medegedeeld, dat de toeneming van de werk
zaamheden als gevolg van de bij raadsbesluit d.d. 26
October 1953 goedgekeurde saneringsnota (bijlage no.
373), welke toeneming aan het einde van het vorige
verslagjaar reeds merkbaar was, zich ook gedurende
het gehele onderhavige verslagjaar heeft voortgezet.
In totaal werden 227 panden aangekocht. Daarnaast
werden ongeveer 67 ha gronden door de Gemeente
aangekocht, waarvan het landgoed Clingendael ter
oppervlakte van 60 ha de hoofdschotel vormde.
In het algemeen vertoonden de koopprijzen gedu
rende het verslagjaar een stijgende tendentie als gevolg
van de per 1 Januari 1954 ingetreden huurverhoging.
In de loop van het verslagjaar konden of behoefden
geen nieuwe onteigeningsprocedures aanhangig te wor
den gemaakt.
De bij de aanvang van 1954 reeds in behandeling
zijnde onteigeningszaken betroffen complexen in het
wederopbouwplan Bezuidenhout B en het uitbreidings
plan Mariahoeve.
Voor een gedetailleerde opsomming van de in het
jaarverslag tot stand gekomen aankopen zij verwezen
naar de hierna volgende staat (A), terwijl voor de stand
van de onteigeningen ten behoeve van de uitvoering
van verschillende plannen moge worden verwezen naar
het hierbij opgenomen overzicht (B).
BIJLAGE