HOOFDSTUK I. Beheer. HOOFDSTUK II. 1 GEMEENTELIJKE WONINGDIENST. VERSLAG OVER HET JAAR 1954. De Gemeentelijke Woningdienst werd beheerd door Burgemeester en Wethouders, bijgestaan door de Commissie voor de Plaatselijke Werken en Eigen dommen. Personeel. Het bij de Gemeentelijke Woningdienst werkzaam zijnde personeel bestond op 31 December 1954 uit: 86 ambtenaren in vaste dienst (waarvan 3 gedeta cheerd bij de Stichting „Centraal Woningbeheer”), 33 ambtenaren in tijdelijke dienst, 6 ambtenaren op arbeidsovereenkomst (waarvan 2 mindervaliden), 84 werklieden in vaste dienst, 4 werkvrouwen in vaste dienst, 12 werklieden in tijdelijke dienst, 1 los werk man, 1 mindervalide werkman en 5 werkvrouwen in dienst van de beheerder van de dienstgebouwen. Commissies. Bij besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van 16 September 1954, werd de Direc teur van de Gemeentelijke Woningdienst, Ir H. G. C. Cohen Stuart, benoemd tot plaatsvervangend lid in de Commissie Zedelijk Gedrag. Voorts nam de Dienst nog zitting in de door de Stichting Ratiobouw in het leven geroepen „Werkgroep ter bestudering van muur- dichtingsmiddelen” en in de Commissie Verfpractijk- Stagnatie. Mocht door de hiervoren geschetste moeilijkheid de gunning soms enige stagnatie ondervinden, de voorbe reiding van de plannen voor Bouwlust-Vrederust on dervond oponthoud doordat de gehanteerde normen voor de woningdifferentiatie bij Raadsbesluit van 12 April 1954 volledig werden gewijzigd. Rondleidingen, Grote interesse blijft bestaan voor de nieuwe bouw in Moerwijk en Morgenstond; behalve Nederlandse belangstellenden werden bezoekers uit de volgende landen rondgeleid: Amerika, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Griekenland, India, Indonesië, Italië, Japan, Turkije en Zweden. De internationale belangstelling voor de woning- wetbouw neemt steeds toe; daar het te bezichtigen aantal complexen woningwetwoningen zich snel uit- breidt, bestaat dringend behoefte aan expositieruimte voor de daarop betrekking hebbende maquettes en het publicatiemateriaal, als plattegronden, situatie tekeningen enz., zodat de belangstellenden zich, voor dat zij worden rondgeleid, een indruk kunnen vormen van wat zij te zien zullen krijgen. Maatregelen tot het inrichten van een dergelijke expositieruimte zijn in voorbereiding. proeven voor Volkswoningen (C.V.V.) alsmede in de Commissie gevormd door „Ratiobouw”, in wezen omzetting van de Commissie Beoordeling Verfwerk- Proefwoningen T.N.O. In de op instigatie van de Centrale Directie van de Wederopbouw en de Volkshuisvesting door de woning- diensten van Amsterdam, ’s-Gravenhage en Rotter dam opgerichte Studiecommissie Hoge Woongebou wen heeft de administrateur van de Gemeentelijke Woningdienst, F. C. H. Böhmermann, zitting geno men als financieel deskundige. In April 1954 trad de Directeur van de Gemeente lijke Woningdienst, Ir H. G. C. Cohen Stuart, toe als lid van de (landelijke) Adviescommissie inzake de verwarming van volkswoningen. Deze commissie heeft tot taak de door de Stichting Ratiobouw gevormde „Werkgroep Verwarming Volkswoningen voor te lichten omtrent in de practijk levende behoeften. Bouwkosten. De loonsverhoging van 6 October 1954 heeft een duidelijk merkbare invloed gehad op de prijzen; de kloof tussen de aanbiedingen van de aannemers en de door het Rijk gehanteerde curveprijs is aanzienlijk verbreed; tegen het einde van het verslagjaar was wel iswaar enige verhoging van de curveprijs merkbaar, doch een zekere spanning tussen deze twee bleef een vertragende werking uitoefenen. Bouw van nieuwe woningen door Gemeente en toegelaten verenigingen en stichtingen. In 1954 werden 2 086 woningen opgeleverd (tegen 2 403 in 1953); in uitvoering waren op 31 December 1954 3 456 woningen (tegen 3 225 woningen op 31 December 1953). Het aantal woningen, waarvoor de plannen in het stadium van voorbereiding verkeren (waarvoor op dracht tot het maken van het schetsplan, maar nog geen bouwvergunning werd verleend), bedroeg op 31 December 1954 3 500. ALGEMEEN. A. ALGEMEEN. BIJLAGE 29

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1954 | | pagina 386