33 4 De directeur van het Gemeentelijk Bureau voor de Huisvesting, C. A. TASELAAR. In huurklasse V is het aantal uitgereikte vergun ningen sterk beinvloed door een aantal nieuw ge bouwde woningen in deze huurprijs. Doordat de nieuwe bouw grotendeels plaats vindt in woningen met maximaal 4 kamers - het aantal grotere woningen is slechts een zeer gering percentage van het totaal - is ook de verhoudingsgewijs sterkere toene ming van het aantal aanvragen van grotere gezinnen te verklaren. De ervaring leert, dat het zeer moeilijk is aan deze aanvragen te voldoen. Vele gezinnen, vooral in de lagere huurklassen, bereiken hun doel door middel van woningruil, voor zover zij reeds over een zelfstandige woning beschik ken. Van de 2 000 uitgereikte vergunningen in huur klasse II is 25 pCt. verleend na woningruil. In huur klasse III bedraagt dit percentage 28 pCt. van de 3 500 verstrekte vergunningen. Een dergelijk percen tage wordt in geen enkele andere huurklasse bereikt. Het totale aantal uitgereikte vergunningen voor woningruil van buiten de Gemeente bedroeg in het jaar 1954 ruim 600. In totaal zijn rond 2 900 vergunningen verstrekt voor woningruil. Hieruit valt af te leiden dat het alleszins aanbeveling verdient de woningruil zoveel mogelijk te stimuleren. Opmerkelijk is, dat in het afgelopen jaar in totaal 1 974 minder inwoonvergunningen zijn verstrekt dan in 1953. Hieruit is te concluderen dat de mogelijk heid voor inwonende huisvesting afneemt. Het is in vele gevallen zo, dat bij het vertrek van een inwonend gezin naar een eigen woning de hoofdbewoner geen andere inwoners in zijn woning opneemt, omdat hij zelf de vrijgekomen woonruimte nodig heeft; b.v. bij vertrek van inwonende gehuwde kinderen. Uit het geringere aantal verzonden aanschrijvingen tot het beschikbaar stellen van woonruimte blijkt eveneens, dat de eventueel beschikbare inwoningsmo- gelijkheden verminderen. Een probleem dat evenmin gemakkelijk tot een oplossing is te brengen, vormt ook het verschaffen van een andere woning aan de gezinnen, welke door onbe- woonbaarverklaring van andere huisvesting moeten worden voorzien. De doorstroming naar nieuwge bouwde woningen gaat niet, omdat de huurprijzen daarvan de financiële draagkracht van deze categorie woningbehoevenden veelal te boven gaan. In het algemeen blijkt wel, dat de problemen, waar voor het Bureau in zijn uitvoerende taak is geplaatst, ook in het afgelopen jaar nog niet zijn verminderd. Daar de oplossing alleen kan worden gevonden in nieuwe bouw op grote schaal en het vooruitzicht daarop in verband met het toegekende bouwvolume niet gunstig kan worden genoemd, mag helaas niet worden verwacht dat de moeilijkheden, welke een oplossing vragen, in de naaste toekomst zullen af nemen. VERSLAG GEMEENTELIJK BUREAU VOOR DE HUISVESTING. BÉ»

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1954 | | pagina 443