na-
RAAD VAN BEHEER EN DIRECTIE.
7
WIJZIGINGS-, VERNIEUWINGS- EN UITBREI
DINGSWERKEN, WIJZIGINGEN IN DE EXPLOI
TATIE.
Hieronder volgt een overzicht van de voor
naamste wijzigingen, die in de loop van het ver
slagjaar zijn aangehracht.
In de samenstelling van de Raad van Beheer
vond geen wijziging plaats. De Secretaris, Mr Dr
J. H. Labberton, die sinds de oprichting onzer
vennootschap deze functie heeft vervuld, heeft
zich om gezondheidsredenen genoodzaakt gezien
met ingang van 1 Januari 1955 zijn ontslag te
vragen, welk ontslag hem op de meest eervolle
wijze werd verleend. Gaarne geven wij hier
uiting aan onze bijzondere dank en waardering
voor de grote toewijding waarmede de Heer
Labberton gedurende meer dan 28 jaar de Raad
van Beheer ter zijde heeft gestaan en voor de
belangrijke diensten, welke hij aan onze ven
nootschap heeft bewezen.
Met ingang van 1 Januari 1955 is Mej. G. van
Milligen, hoofd van de afdeling personeelszaken
en algemene zaken, belast met de werkzaam
heden van secretaris.
In de samenstelling van de Directie kwam
geen wijziging.
annuïteit ad f 64.102,— ter gedeeltelijke dekking
van het per 31 December 1951 in het Pensioen
fonds H.T.M. geconstateerde tekort, door de ac
tuaris berekend op f 738.292,Het, ingevolge
artikel 19 lid 2 der Stichtingsacte, in volgende
jaren nog aan te zuiveren bedrag is hierdoor
gedaald tot f 619.442,terwijl per 31 December
1956 dient te worden nagegaan of en in hoeverre
voornoemde annuïteit wijziging behoeft, zulks op
grond van de alsdan wederom op te stellen we
tenschappelijke balans van het Pensioenfonds.
De totale baten, zijnde het voordelig saldo der
exploitatie-rekening, hiervoren genoemd, ver
meerderd met rente-opbrengst en enkele bijzon
dere baten, bedragen f 3.811.018,89, de totale
lasten belopen, volgens de verlies- en winstreke
ning f 5.062.777,76.
Een en ander heeft tengevolge, dat er een
delig saldo is ontstaan van f 1.251.758,87.
Krachtens de bepalingen van de overeenkomst
tussen de gemeente ’s-Gravenhage en de N.V.
Haagsche Buurtspoorwegen d.d. 28 December
1926 zal het nadelig saldo ad f 1.251.758,87 door
de beide aandeelhouders dienen te worden bijge
past en wel f 1.062.517,11 door de gemeente ’s-Gra-
venhage en f 189.241,76 door de N.V. Haagsche
Buurtspoorwegen.
Omtrent het bij de Kroon ingediende beroep
tegen de afwijzende beschikking van de Minister
van Financiën, met betrekking tot gelijkstelling
onzer vennootschap met een publiekrechtelijk
lichaam in de zin van de Wet wederopbouw pu
bliekrechtelijke lichamen, is nog geen beslissing
gevallen.
Ook in dit jaar moesten belangrijke uitgaven
worden gedaan voor verbetering van de stroom
toevoer en ten behoeve van diverse voorzienin
gen aan weg, bovenleiding, gebouwen en rollend
trammaterieel. De aanschaffing van nieuwe
autobussen voor de uitbreiding van het autobus-
lijnennet en voor de vervanging van 4 tram
lijnen door autobuslijnen, het vergroten van de
2e autobusgarage aan de Telexstraat en de uit
breiding van de centrale werkplaats aan de Lijs
terbesstraat, alsmede tal van andere in de naaste
toekomst noodzakelijke voorzieningen veroorza
ken een belangrijke kapitaalbehoefte. Ten dele
werd hierin voorzien door het aangaan van een
onderhandse geldlening tot een bedrag van f 5,5
millioen, welk bedrag over één jaar verdeeld in
termijnen zal worden opgenomen.
De in het vorige verslag uitgesproken ver
wachting, dat de tariefsverhoging, als gevolg
van het feit, dat deze eerst op 1 April 1953 werd
ingevoerd, de ontvangsten over het boekjaar 1954
nog zou doen stijgen is niet alleen bewaarheid,
maar ook na 1 April van dit verslagjaar bleven
de ontvangsten een stijgende lijn vertonen, waar
door de totale inkomsten boven verwachting
f 950.000,— meer hebben bedragen dan over 1953.
Ondanks dit verheugende verschijnsel werden
anderzijds, o.m. als gevolg van de volledige door
werking der in 1953 tot stand gekomen verbete
ringen der arbeidsvoorwaarden, alsmede door
de met ingang van 1 Januari ingevoerde loons-
en pensioenverhoging van 5 en de op 1 Octo
ber toegekende toeslag op lonen en pensioenen
van 6 de op het bedrijf drukkende lasten
wederom dusdanig verzwaard, dat het uiteinde
lijke bedrijfsresultaat toch ongunstiger is dan
over het boekjaar 1953.
Ofschoon de ontvangsten in de eerste maanden
van 1955 een stijgende tendens vertonen en er
aanleiding is voor de verwachting, dat deze
tendens zich zal voortzetten, zullen daartegen
over de exploitatiekosten verder toenemen en,
als gevolg van dringend noodzakelijke aanschaf
fingen van nieuw tram- en busmaterieel, ook de
kapitaalkosten en overige vaste lasten een
zwaardere druk op het bedrijf leggen. Alle fac
toren in aanmerking nemende zal ook voor het
boekjaar 1955 rekening moeten worden gehou
den met een toeneming van het verlies. De be
slissing omtrent maatregelen tot verhoging der
ontvangsten, door middel van een eventuele her
ziening der tarieven, werd, in verband met hier
tegen van de zijde der gemeente ’s-Gravenhage
geuite bezwaren, opgeschort.