39
II. DE KOSTEN VAN HET BUREAU.
2
III. VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN
HET ONDERDEEL WERKLOZENZORG.
Hiervoor wordt verwezen naar hetgeen als bijlage
II van dit verslag is opgenomen.
verband met het feit, dat de firma Bladergroen op
grond van een oude toezegging van Burgemeester en
Wethouders twee kamers van het pand Kerkplein 3
in gebruik nam.
In het algemeen kan worden vermeld, dat de over
brenging der afdelingen een grote verbetering in de
huisvesting is gebleken. Ook de afdeling Personeels
voorziening kreeg door de ontruiming de gewenste
armslag. De inrichting van afzonderlijke wacht- en
spreekkamers schiep de mogelijkheid tot een meer
vertrouwelijk gesprek tussen sollicitant en bemid
delaar.
Het Bureau vond voorts onderkomen in de gebou
wen Beijersstraat 113 en Badhuiskade 25.
De uitbetaling der uitkeringen aan zelfstandigen
in een der lokalen van het schoolgebouw De Gheyn-
straat en aan de Scheveningse werklozen in een ge
bouw aan de Doornstraat - beide in huur van de
Gemeentelijke Dienst voor Sociale Belangen - bleef
bestendigd.
De ontvangstmogelijkheid voor het publiek in het
gebouw Kerkplein 3 werd vergroot door in enkele
kamers boxen te doen aanbrengen.
De Sociale Voorziening beoogt het verlenen van
uitkering aan werknemers, die voor hun maatschappe
lijke zelfstandigheid in hoofdzaak op arbeid in loon
dienst zijn aangewezen en die onvrijwillig en buiten
hun schuld geheel of gedeeltelijk werkloos zijn en niet
(meer) onder de bepalingen van de Werkloosheidswet
of andere regelingen vallen.
Algemeen.
De hulpverlening maakte gedurende het verslagjaar
een verdere ontwikkeling door, welke geheel past in
de algemene en na de oorlog meer en meer aan de dag
getreden tendentie tot individuele zorg. Deze ontwik
keling werd uiteraard sterk gestimuleerd door de wij
zigingen in de opvattingen van het Ministerie van
Sociale Zaken en Volksgezondheid. Zo strekt de hulp
verlening zich thans tevens uit tot degenen, die nog
slechts in beperkte mate arbeidsgeschiktheid bezitten,
hetgeen onder de oude Overbruggingsregelingtin 1952
vervangen door de Sociale Voorziening) niet mogelijk
zou zijn geweest, aangezien daarin validiteit en bona-
fiditeit werden verlangd. Ook de Plaatselijke Contact
Commissie bevorderde deze ontwikkeling door een
ruime interpretatie der Sociale Voorziening, waarbij
op het sociaal-paedagogisch element de nadruk werd
gelegd en waardoor vooral na September het aantal
in deze commissie behandelde gevallen relatief zelfs
zeer sterk steeg.
De individualisering van de zorg maakte een juist
inzicht noodzakelijk in de oorzaken der werkloosheid
van ieder der verzorgden afzonderlijk en een goed
begrip van de achtergronden der opgetreden moei
lijkheden in het arbeidsvlak, vooral daar het streven
er op gericht diende te blijven de doorstroming naar
het vrije bedrijfsleven mogelijk te maken.
Deze individualiserende zorg vereist evenwel een
diepergaand contact tussen sociale werkers en ver
zorgden, een winnen van vertrouwen, waardoor veel
misverstand en onbegrip kan worden voorkomen.
Illustratief is ten deze de daling in het aantal
P.R.C.I.D-gevallen; de verbeterde gesprekstechniek
bevorderde een juist inzicht bij de verzorgden ten
aanzien van beslissingen, die voorheen menigmaal een
verzoek om revisie deden indienen.
De onderafdeling Bijzondere Sociale Zorg, die per
1 September 1954 werd ingesteld, is speciaal belast
met het onderzoek naar de mogelijkheid van maat
schappelijke wederaanpassing en wedergeschiktma-
king voor de arbeid van de groep langdurig werk
lozen. Deze uiterst tijdrovende en zeer individueel
gerichte arbeid vereist een speciale psychologische
aanpak teneinde de doorgaans niet in het materiële
vlak liggende moeilijkheden op te sporen en, door een
individuele benadering van de nood, tussen „cliënt”
en sociaal werker een nauwe relatie te scheppen,
welke basis is voor het gezamenlijk zoeken naar een
oplossing van de moeilijkheden.
Het streven om de aan de zorg van het Bureau toe
vertrouwden te helpen hun zelfstandige maatschap
pelijke positie te herkrijgen, werd tevens - en zeker
niet in de laatste plaats - gediend met de uitvoering
van de nog te noemen sociale werkvoorzieningsrege-
lingen (zie pag. 6). Zij beogen de moeilijk plaatsba
ren, gehandicapten in de ruimste zin van het woord,
enerzijds tegemoet te komen in hun behoefte aan in
komsten uit eigen arbeid, anderzijds te helpen bij de
instandhouding en vergroting van hun arbeidsge
schiktheid.
De noodzakelijke individualisering kan zich daarbij
openbaren in een zo ver als doenlijk doorgevoerde
differentiëring van de aard der werkobjecten, die aldus
de veelvormigheid der arbeidsmogelijkheden van de
individuen weerspiegelen.
Hieronder zullen allereerst worden besproken de
directe financiële hulpverlening aan en het culturele
werk onder de werkloze werknemers, beide voort
vloeiende uit de uitvoering der Sociale Voorziening.
Daarop volgt een overzicht van hetgeen werd verricht
op het gebied van de bovenaangeduide tewerkstel
lingen.
Gegevens over de hulpverlening aan een tweetal bij
zondere categorieën, te weten de beeldende kunste
naars en de zelfstandig werkenden, besluiten het ver
slag over dit onderdeel.
VERSLAG VAN HET BUREAU VOOR WERKLOZENZORG EN PERSONEELSVOORZIENING
i.
Sociale Voorziening.
1) Plaatselijke Revisie- en Contact-Instantie.