39 •j 13 De bijlagen XIX en XX geven een overzicht van de geldelijke uitkomsten ten aanzien van de wachtgeld regeling en van de personeelsreserve. Bijlage XXI geeft een overzicht van de aantallen wachtgelders, uitkeringgenietenden en reservisten. IV. VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET ONDERDEEL PERSONEELSVOORZIE NING. Het aantal personen, dat bij de Gemeentelijke Per soneelsreserve in dienst was, liep in het verslagjaar met negen terug. Deze sterke daling vond haar oor zaak in het feit, dat de Plaatselijke Telefoondienst negen werkvrouwen, die er tot dan waren gedeta cheerd, een aanstelling verleende. Door afloop van de wachtgeldtermijn en in één geval door hogere salariëring dan hetgeen aan wacht geld kon worden verkregen, nam het aantal wacht gelders met zes af; er werd één persoon op wachtgeld gesteld. Op grond van de Uitkeringsverordening 1952 voor doelstelling zie verslag 1952 kwamen 51 personen in betaling; van 63 personen liep in het ver slagjaar de uitkeringstermijn ten einde. Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de aantallen der reservisten en wachtgelders sinds de oprichting der reserve (1 Juli 1925): u.v. De moeilijkheden bij het werven van nieuw per soneel voor de verschillende takken van gemeente dienst, waarvan in het vorige jaarverslag gewag werd gemaakt, deden zich in 1954 in toenemende mate gelden. In dit jaar konden nl. niet alleen voor be schikbare administratieve functies, hogere technische vacatures en betrekkingen voor vaklieden dikwijls slechts moeizaam b.v. door middel van herhaalde advertenties gegadigden worden gevonden, doch kon ook aan de bij het Bureau ingediende aanvragen om ongeschoolde werklieden niet altijd onmiddellijk worden voldaan. Vooral de voorziening in de aanvragen om jeug dig administratief personeel en typisten was het ge hele jaar zeer moeilijk. Slechts in de zomermaanden was er een redelijk aanbod van tot deze categorie behorende jongelui, mede als resultaat van de op de Haagse mulo- en middelbare scholen plaats gehad hebbende verspreiding van een door het Bureau in samenwerking met de afdeling Onderwijs der Ge meentesecretarie uitgegeven propagandavouwblad. Het aantal inschrijvingen na persoonlijke aanmel ding beliep dit jaar 2672 en was dus belangrijk min der dan in het vorig jaar (3141). Wederom betrof de aanmelding grotendeels niet-onmiddellijk of moei- lijk-plaatsbare krachten (mindere geschiktheid, te hoge eisen). Het Gewestelijk Arbeidsbureau werd betrokken bij de bemiddeling voor die aanvragen, waaraan het Bu reau niet kon voldoen. Ook werd contact onderhou den met de afdeling Overheidspersoneelszaken van het Ministerie van Binnenlandse Zaken in verband met eventuele plaatsingsmogelijkheden voor afge vloeid Rijkspersoneel c.q. uit Indonesië gerepatrieerde gouvernementsambtenaren. Op 31 December 1953 stonden nog 220 aanvra gen open. Er werden 2880 aanvragen om personeel van de verschillende takken van dienst ontvangen. Het Bu reau plaatste 2443 personen (zie voor nadere gege vens bijlage XXII). Gedeeltelijk kon aan de aanvra gen worden voldaan uit bij het Bureau ingeschreven gegadigden. Overigens uit sollicitaties op circulaires aan het gemeentepersoneel of op advertenties, welke vanwege het Bureau werden geplaatst in dag- of vak bladen. Door tussenkomst van het Gewestelijk Arbeidsbu reau kwam de plaatsing van 333 personen in gemeen tedienst tot stand (vaklieden, ongeschoolde werklie den en werksters). I I Afgewezen werden 110 aanvragen. Voor een overzicht van in vorige jaren verstrekte handelsvoorschotten en mede in 1954 daarvan terug ontvangen gelden moge worden verwezen naar bij lage VII. Het doel dat deze hulpverleningsregeling nastreeft, is het verlenen van sociale bijstand aan in maatschap pelijke nood verkerende beeldende kunstenaars, hetzij door aanvaarding van door hen vervaardigde werk stukken tegen een in termijnen uit te betalen bedrag, hetzij door hen, tegen het genot van een uitkering, in staat te stellen bepaalde diensten op het gebied van de beeldende kunst te verrichten. De Afdeling Sociale Zaken der Gemeentesecretarie is belast met de uitvoering van deze regeling; het Bureau financiert deze slechts en verzorgt de voor bereiding van de uitbetalingen. De uitbetalingen ge schieden door het secretariaat van de Commissie voor Sociale Kunstopdrachten, dat eveneens bij genoemde afdeling is gevestigd. In het verslagjaar werd aan 53 personen hulp ver leend, waarmee een bedrag van 51.836,34 was ge moeid. VERSLAG VAN HET BUREAU VOOR WERKLOZENZORG EN PERSONEELSVOORZIENING Personeelsvoorziening. Stand op Rese:visten. Uitkeringsverordening 1952. 1925 1930 1935 1940 1945 1950 1954 50 38 225 55 181 83 112 16 II 2 Wacht gelders. 264 134 213 199 116 48 27 22 Personeelsreserve. T.U.V. (T.U.V. 1949) U.V. 19521). 1 Juli 1 Januari 1 Januari 1 Januari 1 Januari 1 Januari 1 Januari 31 December 1954 Tijdelijke Uitkeringsverordening 1949. Regeling voor sociale bijstand aan beeldende kunstenaars.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1954 | | pagina 519