40 --J048 Bedelarij. Bijzondere zorg. Verloop van het aantal ondersteunde partijen. Logementbewoners. 3 095 6 592 partijen 2 In Huize „Cornax” aan het Groenewegje 136, welke inrichting in tegenstelling met de andere in ’s-Graven- hage gevestigde logementen voldoet aan de aan derge lijke inrichtingen te stellen eisen van hygiëne, comfort, sfeer en vooral niet te vergeten van controle (op drank misbruik, gokken, het langs de huizen gaan met de bedelnegotie, e.d.m.), verbleven gemiddeld 35 a 40 De afdeling Bijzondere Zorg is belast met naast de uit vorige jaarverslagen bekende werkzaamheden de bijzondere taak van sociaal-paedagogische aard onder de bewoners van „Zomerhof” aan de Troel- strakade. Medewerking werd verleend aan het team van maatschappelijke werksters en werkers van ver schillende instellingen, dat op instigatie van de Wet houder van Sociale Zaken is gevormd. Zoals vorig jaar werd vermeld, is definitief een einde gekomen aan het kwaad der bedelarij in het hart van de stad. De strenge veroordelingen door de Haagse Politierechter hebben haar uitwerking dus niet gemist. De door een viertal bedelaars ingestelde cassatiebe roepen werden in April 1954 door de Hoge Raad verworpen. gasten voor rekening van de Dienst. In twee andere logementen zijn nog enkele voor rekening van de Dienst ondersteunden gehuisvest, die daar reeds jaren verblijven. Nieuwe gevallen worden echter uitsluitend in Huize „Cornax” geplaatst. In de loop van het jaar 1954 werd het zakgeld voor de logementbewoners tot 2,50 per week verhoogd. Het voor kost en inwoning verschuldigde verrekent de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Belangen recht streeks met de logementhouders. Op de kleding van de logementbewoners wordt nauwlettend toegezienzij ontvangen regelmatig onder en bovenkleding alsmede schoeisel, zodat deze vroegere „zwervers” over het algemeen behoorlijk gekleed gaan. Op 31 December genoten 39 logementbewoners steun van de Dienst. 901 682 710 755 733 896 839 627 door eigen schuld werden ontslagen of zelf meermalen ongemotiveerd ontslag namen, voorts de uit hun geestelijk evenwicht geraakten, de mislukte werkers voor eigen rekening of kooplieden, die, dikwijls zonder vergunning gewerkt hebbende, opnieuw moeten trach ten in loondienst te treden; verder ook de zg. onaan gepasten, werkschuwen, drankzuchtigen en geestelijk gestoorden, veelal oud-leerlingen der scholen voor buitengewoon lager onderwijs. Wenden de betrokkenen zich tot de Dienst, na al of niet te zijn afgewezen voor uitkering krachtens de Werkloosheidswet, dan wel voor (verdere) uitkering ingevolge de Sociale-Voorzieningsregeling, dan wordt alles in het werk gesteld om hun normale arbeid in het vrije bedrijf te bezorgen. Kan dit niet worden bereikt, dan worden zij zo mogelijk en na keuring door de Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst bij een der objecten van de Gemeentelijke Sociale Werkvoorzieningsregeling voor Handarbeiders ge plaatst. De bedoeling van een dergelijke tewerkstelling is de betrokkenen te toetsen op arbeidsgeschiktheid en hen in de gelegenheid te stellen zich te reclasseren, waardoor de mogelijkheid bestaat tot opneming in het normale arbeidsproces. Ook worden in het bijzonder jeugdige personen, na overleg met het Gewestelijk Arbeidsbureau, in staat gesteld aan de Rijkswerkplaats een vak te leren of voor een ander vak te worden onderricht. Dit was in 1954 met 5 hunner het geval. Een 55-tal personen werd, na één of meer nood voorzieningen te hebben ontvangen, bij een der hier- voren bedoelde sociale-werkvoorzieningsobjecten ge plaatst. Dit gold eveneens voor 61 personen, die over het algemeen gedurende korte tijd steun hadden ont vangen, zodat in totaal 116 hunner in werkverschaffing werden geplaatst. De steunaanvraag van 124 personen kwam te ver vallen, omdat zij intussen werk in het vrije bedrijf hadden gevonden, terwijl 71 personen uit steun gingen om dezelfde reden. Als gevolg van de aanhoudende vorst verstrekte de Dienst in nauwe samenwerking met het Gemeente lijk Bureau voor Werklozenzorg gedurende de periode van 1 tot en met 13 Februari hulp aan kleine zelfstandigen (zoals venters, glazenwassers, lorren kooplieden, scharenslijpers), die niet in aanmerking kwamen voor een uitkering ingevolge de regeling „Sociaal-Economische Hulpverlening aan Zelfstan digen”. Ook werden in dat tijdvak 16 woonwagenbe woners geholpen. Op 1 Januari 1954 in ondersteuning 6 639 partijen Gedurende 1954 in ondersteuning opgenomen le kwartaal 2e 3e 4e Op 31 December 1954 in onder steuning In totaal ondersteund in 1954 9 687 partijen Gedurende 1954 uit ondersteuning afgeschreven le kwartaal 2e 3e 4e VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN 9,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1954 | | pagina 539