40
Verpleging van niet-aanvullend verzekerden.
1
8
De cijfers betreffende dit onderdeel zijn opgenomen in bijlage
8, bladzijde 30.
Verpleging van niet-verzekerden.
Het aantal niet-verzekerden is gering, daar steeds
meer personen de noodzaak inzien om zich tegen de
hoge kosten van ziekenhuis- en sanatoriumverpleging
te verzekeren. Van degenen, die in het afgelopen jaar
voor rekening van de Gemeentelijke Dienst voor Socia
le Belangen werden opgenomen, bleek slechts 4,3 pCt.
niet verzekerd te zijn.
Het totaal aantal dagen van verpleging in een zieken
inrichting bedroeg 34 883 in 1954 tegen 40 622 in 1953
en voor verpleging in een sanatorium in 1954: 14 365
tegen 15 728 dagen in 1953.
Opgemerkt zij nog, dat enige Haagse ziekeninrich
tingen ten tijde van de alastrimperiode geen nieuwe
patiënten ter verpleging opnamen en dat zij, die konden
worden ontslagen, bedoelde inrichtingen niet mochten
verlaten.
Aangezien het aantal niet-aanvullend verzekerden in
het afgelopen verslagjaar wederom kleiner is geworden,
is het aantal verpleegdagen voor deze categorie terug
gelopen. Voor ziekenhuisverpleging bedroeg dit in 1954
20 959 tegen 23 447 in 1953, terwijl deze cijfers voor
sanatoriumverpleging onderscheidenlijk zijn: 24 678
dagen in 1954 en 34 097 in 1953.
Het aantal verpleegdagen in ziekenhuizen, dat ten laste
van de aanvullende verzekering is gekomen, bedroeg
in 1954 160 730 tegen 150 169 in 1953.
Voor sanatoriumverpleging bedroegen deze cijfers
111 502 dagen voor 1954 tegenover 121 644 dagen in
1953.
Gemeentelijk Tehuis voor Kinderen.
Zoals in het vorige jaarverslag werd medegedeeld,
was het wegens de sedert Augustus 1953 heersende
geelzucht aan het einde van dat jaar nog niet mogelijk
tot nieuwe opnemingen over te gaan. In het laatst van
Januari 1954 waren er geen kinderen meer, die aan die
ziekte leden. Opnemingen moesten evenwel nog tot
13 Maart d.o.v. worden uitgesteld in verband met de
zich in ’s-Gravenhage voordoende gevallen van alastrim.
De gezondheidstoestand van de kinderen gaf geen
reden tot ongerustheid; er deden zich nog slechts enkele
kinderziekten voor.
In het laatste kwartaal van 1954 werd aan het Ge
meentelijk Tehuis voor Kinderen wederom het karak
ter van doorgangshuis gegeven, waarmede bij de op
neming van kinderen rekening wordt gehouden.
Voor verzorging van langere duur, welke het karakter
van opvoeding draagt, werden particuliere tehuizen van
alle gezindten ingeschakeld. Het bleek, dat zodoende
met een geringere capaciteit kon worden volstaan;
plannen werden gemaakt om op een kleiner huis over
te gaan.
In de werkwijze van het onderdeel Gezinsverzorging
en Gezinshulp kwam in het verslagjaar geen wijziging.
Wel zijn besprekingen met terzake werkzame vereni
gingen gevoerd, teneinde tot een nieuwe regeling te
komen. Verwacht wordt, dat deze in het jaar 1955 tot
stand zal worden gebracht.
Het aantal behandelde, via de stichtingen en de
Dienst ingekomen, aanvragen bedroeg in het verslag
jaar 5 181. Hiervan werden toegewezen 4 303 aanvra
gen, betrekking hebbende op 1 435 gezinnen. Voor de
gezinsverzorging maakte dit in totaal 32 292 Vj dagen
uit, waarover hulp werd verleend en voor gezinshulp
5 961 dagen.
Washulp ontvingen 176 gezinnen, hetgeen neerkomt
op 11 186 kilogrammen wasgoederen.
Met betrekking tot de hulpverlening gedurende en
kele uren per dag of enkele halve dagen per week door
tewerkstelling van daartoe geschikte, in ondersteuning
zijnde, vrouwen, wordt verwezen naar hoofdstuk 6,
Werkverschaffing, op bladzijde 9.
Verpleging van aanvullend verzekerden.
Zij, die zich aanvullend hebben verzekerd, hebben
recht op vergoeding der volledige kosten van zieken
huis- en sanatoriumverpleging gedurende de verpleging,
na beëindiging van de hoofdverzekeringstermijn.
Het aantal aanvullend, verzekerden blijft stijgen.
Uitgedrukt in percenten van de hoofdverzekering
bedroeg dit in 1952 80,84, in 1953 83,40 en in 1954
84,43.
De premie voor de aanvullende verzekering moest,
door de niet onbelangrijke stijging van de verpleegprijs,
ingaande 1 Januari 1954 worden verhoogd van 9 cent
tot 11 cent per lid en per week.
huis aan de Laan van Meerdervoort 112 een biljart is
opgesteld, dat in het middelpunt der belangstelling
staat. Voor de andere tehuizen zal ook tot aanschaffing
van een biljart worden overgegaan.
Een viertal autobustochten werd met de verzorgden
ondernomen, namelijk twee naar de bollenvelden (één
voor de validen en één vooi de invaliden), een tocht
naar Schoorl en één naar het Natuurpark „de Efteling”
te Kaatsheuvel.
Diverse zang-, muziek- en toneelgezelschappen
brachten belangeloos verpozing. Voorts woonden de
verzorgden vooistellingen in schouwburg, circus en
bioscoop bij.
Allen, die in welke vorm dan ook hun mede
werking verleenden aan het brengen van ontspanning
aan de verzorgden, wordt bij deze dank gebracht.
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN
Gezinshulp.
Hoofdstuk 3. Ziekenhuis- en
sanatoriumverpleging.
Hoofdstuk 4. Gezinsverzorging en