40
Hoofdstuk 2. Uit Indonesië gerepatrieerden.
11
kingen, zoals ziekenvoeding, kunstledematen en andere
medische voorzieningen.
tcbestuur van ’s-Gravenhage doen besluiten de in de
gemeente Rijswijk (Z.H.) gelegen oude buitenplaats
Huize „Cromvliet”, welke met het daarbij behorende
park eigendom van de gemeente ’s-Gravenhage is, te
bestemmen voor de verzorging van demente bejaarde
vrouwen.
In tegenwoordigheid van vele rijks-, provinciale en
gemeentelijke autoriteiten, alsmede van belangstellen
den uit medische en sociale kringen, werd Huize
„Cromvliet” op 1 Februari door de Wethouder van
Sociale Zaken, de heer C. H. P. W. van den Oever,
geopend.
Met de ingebruikneming van Huize „Cromvliet” is
in de bejaardenzorg van de Gemeente een nieuw pad
begaan, hetgeen wel heel duidelijk uit de tijdens de
openingsplechtigheid gehouden redevoeringen bleek.
Wat de medisch-psychiatrische verzorging aangaat,
ressorteert het tehuis onder de Gemeentelijke Genees
kundige en Gezondheidsdienst. De financiële verreke
ning voor de patiënten wordt uitgevoerd door het
onderdeel „Uitvoering wetgeving inzake geestelijk
gestoorden” van de afdeling Bevolking, Verkiezingen
en Burgerlijke Stand der Gemeentesecretarie, terwijl
het personeel en het economisch beheer onder de
Gemeentelijke Dienst voor Sociale Belangen ressorteren.
Bij Koninklijk Besluit werd het tehuis aangemerkt
als een aangewezen inrichting, bedoeld in artikel 7, 2e
lid, der Krankzinnigenwet, later gevolgd door plaat
sing op de lijst van aangewezen inrichtingen, bedoeld
in artikel 39, 4e lid, der Armenwet.
De capaciteit van Huize „Cromvliet” bedraagt 45
bedden.
Gedurende 1954 werden 71 patiënten opgenomen.
Daarvan gingen 5 patiënten in het verslagjaar naar
huis, 1 patiënt werd in een rusthuis en 1 patiënt in een
Gemeentelijk Verzorgingshuis geplaatst; 4 patiënten
moesten naar een psychiatrische inrichting worden
overgebracht en 15 patiënten kwamen te overlijden.
Nu ervaring is opgedaan met de verzorging van
demente bejaarde vrouwen in Huize „Cromvliet”,
springt wel sterk de wenselijkheid naar voren deze tak
van gemeentelijke zorg uit te breiden, ook ten behoeve
van demente bejaarde mannen.
Voor rekening van het Ministerie van Maatschappe
lijk Werk helpt de Dienst de binnen de Gemeente
woonachtige gerepatrieerden bij gebleken behoeftig
heid met periodieke uitkeringen voor levensonderhoud,
medische voorzieningen, kledingvoorschotten, meubel-
voorschotten enz.
Het aantal partijen, dat met een periodieke uitkering
voor levensonderhoud wordt geholpen, bedroeg op
1 Januari 371. Er kwamen 221 gevallen bij, terwijl 187
konden worden afgeschreven, waardoor op 31 December
405 partijen in uitkering waren.
De typische moeilijkheden, voortspruitende uit het
zich moeten aanpassen aan de Nederlandse omstandig
heden, eisten tact en inzicht van de met de sociale
verzorging belaste ambtenaren. Hierbij werd veel mede
werking ondervonden van en dikwijls nauw samenge
werkt met kerkelijke en particuliere instellingen. De
overgang van het leven in Indonesië naar dat in Neder
land is voor vele gerepatrieerden heel moeilijk. Het
verschil in klimaat, de zorg om met belangrijk minder
geldmiddelen rond te komen, de bekrompen en vaak
zeer onvoldoende woonruimte, het voeren van een
huishouding naar Nederlandse trant, de zoveel zwaar
dere beroepsconcurrentie enz. vormden even zovele
moeilijkheden.
Sedert April 1954 heeft de Dienst eveneens bemoeiing
met minderjarige uit Indonesië gerepatrieerde en in
’s-Gravenhage ondergebrachte Nederlanders. Dezen
worden bij aankomst in Nederland opgevangen door
het Centraal Comité van Kerkelijk en Particulier
Initiatief voor Sociale Zorg ten behoeve van gerepa
trieerden (C.C.K.P.), welk comité, in samenwerking
met de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Belangen,
de sociale zorgen ten aanzien van deze minderjarigen
behartigt.
De door de Dienst gemaakte kosten van verzorging,
kleding e.d. kunnen volledig aan het Ministerie van
Maatschappelijk Werk in rekening worden gebracht.
Bedoelde minderjarigen worden voorlopig door het
C.C.K.P. ondergebracht in het pension „Crescendo”,
Seinpostduin 15, alhier. Zij worden door bemiddeling
van genoemd comité getest door het Gemeentebureau
voor Beroepskeuze, of het R.K. Bureau voor Beroeps
keuze. Aan de hand van de test worden zij op school
(l.s., l.t.s., u.t.s., m.t.s., (m).u.l.o., h.b.s., of lyceum)
geplaatst of er wordt bemiddeld bij het verkrijgen van
een werkkring.
Van het pension „Crescendo” uit worden zij door
het C.C.K.P., in overleg met de Dienst voor Sociale
Belangen, in pleeggezinnen of inrichtingen (opleidings
instituten) geplaatst. De Dienst draagt zorg voor
controle op de pleeggezinnen.
Wanneer de jeugdige gerepatrieerden een betrekking
aanvaarden en voldoende verdienen om in hun onder
houd te voorzien, eindigen de bemoeiingen van de
AFDELING II. HULPVERLENING AAN
OORLOGSSLACHTOFFERS e.d.
Hoofdstuk 1Nederlandse oorlogsslachtoffers.
Op 1 Januari bedroeg het aantal partijen, dat een
periodieke uitkering voor levensonderhoud door be
middeling van de Gemeentelijke Dienst voor Sociale
Belangen ontving 524 en op 31 December 512.
Evenals in de voorgaande jaren is de (kleine) ver
mindering van het aantal partijen toe te schrijven aan
overlijden, verhuizing naar andere gemeenten en econo
misch zelfstandig worden. Dit laatste kon in enkele
gevallen worden bereikt door het verstrekken van een
bedrijfscrediet.
Behalve met uitkeringen voor levensonderhoud werd
in verschillende gevallen geholpen met extra verstrek-
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN