40 12 AFDELING III. GEMEENTELIJK BUREAU VOOR ZIEKENHUISVERPLEGING. De met de algemene ziekenfondsen gesloten overeen komst was ook in 1954 van kracht. Naast verschillende door het Directoraat-Generaal van de Prijzen toegestane incidentele prijsverhogingen werd goedkeuring verleend voor een tweetal algemene prijsstijgingen. Toestemming werd nl. gegeven om de verpleegprijzen ingaande 1 Januari 1954 met 0,30 per dag en ingaande 1 October met 0,45 per dag te verhogen. Daarnaast moesten door vele ziekeninrich tingen, in verband met de stijging van de kostprijzen van diverse genees- en verbandmiddelen, de verpleeg prijzen ingaande 1 October andermaal worden ver hoogd. De ziekenfondspremie werd ingaande 1 Januari 1954 met 15 cent per week en per persoon verhoogd. In het verslagjaar werden voor rekening van het Ge meentelijk Bureau voor Ziekenhuisverpleging 34 540 patiënten opgenomen. Dit aantal was vrijwel gelijk aan dat van het jaar daarvoor (34 482), doch het aantal ver- pleegdagen was 5 229 minder en bedroeg in totaal 654 930. Het aantal verzekerden zowel voor de vrijwillige als voor de verplichte verzekering bleef stijgen en bedroeg in het 4e kwartaal van 1954 498 411 tegen 493 291 in hetzelfde kwartaal van 1953. Voor de op het Gemeentelijk Bureau voor Ziekenhuisverpleging betrekking hebbende cijfers wordt verwezen naar bijlage 11 op blz. 32. AFDELING V. VERHAAL INGEVOLGE DE ARMENWET Hoofdstuk 1. Verhaal. Als gevolg van de voortdurende stijging der kosten van levensonderhoud (in verband waarmede per 1 Januari en 1 October de algemene loonsverhogingen van onderscheidenlijk 5 en 6 pCt. volgden) moest de toepassing van de bij de Dienst in gebruik zijnde ver- AFDELING IV. OVERIGE TAKEN NIET INGEVOLGE DE ARMENWET. Bemiddeling bij begrafenissen. In 1954 had de Dienst bemoeiing met 506 begrafe nissen (in 1953 496), bestaande uit de algehele regeling van, dan wel het verlenen van enige bemiddeling of het geven van advies m.b.t. de teaardebestelling. Hiervan werden uitgevoerd a. Voor rekening van de Dienst 338 (371), b. voor reke ning van anderen 168 (125) (gevallen van bemiddeling en advies). Van de onder a bedoelde begrafenissen werden er 303 (320) uitgevoerd door de ondernemer, met wie de Dienst een overeenkomst heeft en 35 (51) door andere ondernemers. Hiervan werden de kosten in 234 gevallen volledig bestreden uit de opbrengsten van polissen en nalaten schappen, 96 gevallen geheel of voor een deel ten laste van de Dienst genomen (hierin zijn begrepen 3 begra fenissen van vreemdelingen ten aanzien van wie 75 pCt. der kosten door het Rijk werden vergoed), 6 gevallen-jna aftrek van de opbrengsten uit polissen e.d. - aan het Ministerie van Maatschappelijk Werk in rekening gebracht (betreft Indonesisch gerepatrieerden), 2 geval len aan de afdeling Bevolking, Verkiezingen en Burger lijke Stand der Gemeentesecretarie van’s-Gravenhage gedeclareerd (voormalige verzorgden van Huize „Crom- vliet” te Rijswijk). Dienst. Worden zij om een of andere reden buiten de Gemeente geplaatst (bij familie of in een opleidings instituut), dan verzoekt de Dienst de betrokken ge meente de hulpverlening over te nemen. Tegen het einde van het jaar werd een aanvang ge maakt met uitbetaling der rehabilitatie-uitkeringen aan Indonesisch gerepatrieerden. Op die uitkeringen worden in mindering gebracht de voor rekening van het Rijk verstrekte voorschotten. Het aantalmeubelvoorschotten dat door de rehabilitatie-uitkering geheel kon worden afgelost, was aan het einde van het jaar nog zeer gering. De uitgaven ten behoeve van de verschillende groe pen oorlogsslachtoffers en uit Indonesië gerepatrieerden worden ten volle door het Rijk vergoed. De op de oorlogsslachtoffers en uit Indonesië gerepatrieerden betrekking hebbende cijfers zijn ver meld in bijlage 9 op bladzijde 31. Onderzoeken krachtens de Noodwet Ouderdoms voorziening. Ten behoeve van de Raad van Arbeid werden in totaal 15 900 rapporten uitgebracht. Hierin zijn begrepen 3 100 gevallen van personen, die een aan vraag om toekenning van een uitkering ingevolge de Noodwet Ouderdomsvoorziening hadden ingediend, terwijl de overige betrekking hadden op periodieke onderzoeken naar de financiële omstandigheden van degenen, die reeds uitkering genoten. Bij beschikking van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid d.d. 4 Mei 1955 zijn de vergoe dingen van Rijkswege voor het uitbrengen van deze rapporten verhoogd. De over het jaar 1954 toegekende vergoeding be draagt 48.177,in totaal, waarin begrepen is een aanvullende verrekening ad ƒ448,—voor het jaar 1953. Noodtehuis voor zg. uitzettingsgevallen. In het Tehuis aan de Delagoastraat 36 (afdeling Noodhuisvesting) werden in het verslagjaar 67 (80) gezinnen opgenomen. Het Gemeentelijk Bureau voor de Huisvesting bezorgde aan 40 (34) gezinnen een woning, de Stichting Centraal Woningbeheer aan 12 (12), terwijl 4 (6) gezinnen met toestemming van het Bureau voor de Huisvesting zelf woonruimte zochten en verkregen. Wegens wangedrag werden 2 (4) gezinnen uit het Tehuis verwijderd, terwijl 10 (12) gezinnen vertrokken zonder dat woonruimte was toegewezen. In totaal verlieten derhalve 68 gezinnen in het jaar 1954 het Noodtehuis. VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1954 | | pagina 549