41
Aan Gemeentewerken werd gevraagd een globale
kostenbegroting en een ruwe schetstekening te doen
maken van een vacantieverblijf in het centrum van het
land ten behoeve van de lagere schooljeugd.
Op 15 October 1954 werd aan het oudste school
hoofd verzocht de voorbereiding ter hand te nemen van
een herziening op bepaalde punten van het leerplan
voor de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs.
Bij het begin van het schooljaar 1954-1955 waren 508
(vorig jaar 485) leerkrachten, hoofden inbegrepen, in
vaste dienst en 214 (vorig jaar 183) onderwijzers en
onderwijzeressen in tijdelijke dienst bij het openbaar
gewoon lager onderwijs werkzaam.
GEWOON LAGER ONDERWIJS.
Reeds sinds geruime tijd is de wenselijkheid gebleken
te komen tot een uniforme toelatingsdatum voor de
openbare en de bijzondere scholen in de Gemeente.
In verband hiermede heeft de Wethouder van Onder
wijs en Kunstzaken tot de Inspecteur van het lager
onderwijs in de inspectie ’s-Gravenhage het verzoek
gericht terzake contact op te nemen met de betrokken
bijzondere scholen en t.z.t. te berichten tot welke resul
taten zijn bemoeiingen hebben geleid.
Het aantal sollicitanten naar de betrekking van on
derwijzeres) bij het openbaar g.l.o. bedroeg 120 (vorig
jaar 139). De sollicitantencommissie heeft 82 sollici
tanten bezocht. Hiervan werden 70 gegadigden geschikt
bevonden voor een benoeming in vaste dienst. Benoemd
werden tot onderwijzer(es) 72 sollicitanten (vorig jaar
53), terwijl 5 hoofden van scholen werden aangesteld.
In 1954 werden 5 hoofden en 13 onderwijzers(essen)
overgeplaatst naar een andere openbare school voor
g.l.o. in de Gemeente. De vaste dienst werd verlaten
door 2 hoofden en 32 onderwijzers(essen).
Op 31 December 1954 werden de openbare scholen
voor gewoon lager onderwijs bezocht door 25 556 leer
lingen (vorig jaar 24 112 leerlingen.)
Bij de aanvang van het schooljaar 1954-1955 bedroeg
het aantal klassen van de 88 openbare lagere scholen
716. Sedert het begin van het vorige schooljaar is het
aantal scholen met één en het aantal klassen met 48
toegenomen.
Bij Raadsbesluit van 31 Mei 1954, no. 356 345, afd.
O., is een aantal klassen van de openbare lagere scholen
Roemer Visscherstraat 106 en Coornhertstraat 31 af
gesplitst. De aldus nieuw gevormde school werd ge
huisvest in het gebouw Twickelstraat 5. Nadat Ge
deputeerde Staten van Zuid-Holland hieraan hun goed
keuring hadden gehecht, werd de datum van afsplitsing
door Burgemeester en Wethouders gesteld op 30 Augus
tus 1954.
Wegens de heersende huisvestingsmoeilijkheden be
sloten de besturen van de Ned. Hervormde, de Gere
formeerde en de R.K. lagere scholen in de uitbreidings
wijken Leyenburg en Morgenstond dit jaar per 1 Maart
geen leerlingen op te nemen.
Naar aanleiding van een aantal vragen, gesteld bij
de behandeling van de gemeentebegroting voor 1954,
is een onderzoek ingesteld naar de positie van het
tijdelijk personeel bij het openbaar lager onderwijs.
Hierbij is het volgende komen vast te staan.
Op 1 Maart 1954 waren bij het openbaar gewoon
lager onderwijs in de Gemeente 284 tijdelijke onder
wijzers en onderwijzeressen werkzaam, deels in vaca
tures, deels voor ziektegevallen e.d. Dit aantal vormt
36,5 van het totaal aantal leerkrachten, dat op dat
tijdstip 779 bedroeg.
Van deze 284 tijdelijke leerkrachten hebben er 83
naar een vaste betrekking bij het onderwijs hier ter
stede gesolliciteerd. Een 40-tal van deze sollicitanten
konden na onderzoek voor een vaste benoeming wor
den aanbevolen. De overige 43 candidaten werden on
geschikt of nog niet geschikt verklaard.
Van de 201 tijdelijke leerkrachten, die niet naar een
vaste betrekking solliciteerden werd nagegaan, wat
daarvan de oorzaak zou kunnen zijn. Als resultaat
van dit onderzoek is gebleken, dat deze leerkrachten in
vier groepen kunnen worden verdeeld:
a. gehuwde onderwijzeressen (aantal 68);
b. leerkrachten boven de aangehouden leeftijd, welke
45 jaar voor onderwijzeressen en 50 jaar voor onder
wijzers bedraagt (aantal 46)
c. jongere leerkrachten, die de akte hebben behaald in
de jaren 1952 en 1953 (aantal 42);
d. leerkrachten, niet onder de groepen a, b en c te
rangschikken (aantal 45).
Als toelichting hierbij kan het volgende dienen:
groep a. Behoudens toestemming van de Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen om gehuwde
onderwijzeressen als kostwinster aan te merken,
waarna het Rijk haar wedde vergoedt, worden deze
leerkrachten niet in vaste dienst benoemd wegens de
hieraan voor de Gemeente verbonden geldelijke con
sequenties.
VERSLAG ONDERWIJS.
OPENBAAR GEWOON LAGER ONDERWIJS.
Scholen.
11
Schoolbuitenverblijf.
Leerplan.
v nderwijzend personeel.
ALGEMEEN.
Toelatingsdatum lager onderwijs.
Aantal leerlingen.
Maartklassen in Leyenburg en Morgenstond.
Positie van het tijdelijk personeel bij het openbaar
lager onderwijs.