10
f
de Schoolgeldwet
opbrengst
5
leidend onderwijs.
De schoolgeldregeling is opgenomen in het raads-
1951
1952
1953
1954
1955
Openbaar avondnijverheidsonderwijs voor meisjes en
voor oud-leerlingen van de scholen voor buitenge
woon lager onderwijs.
De schoolgeldtarieven zijn te vinden in de bij
raadsbesluiten van 13 november 1950, bijl. 533 C,
vastgestelde verordeningen.
8 december 1955, staatsbl. no. 558), in werking
treedt.
Openbaar en bijzonder gewoon, voortgezet gewoon en
23.165,—
23.435,—
23.581,—
23.511,—
23.000,—
Openbaar en bijzonder uitgebreid lager onderwijs.
Gemeentelijke dagscholen voor voorbereidend hoger
en middelbaar onderwijs.
Krachtens de bepalingen van de Schoolgeldwet
A vond nijverheidsschool, voorbereidende tot de
Visserijschool.
Het schoolgeld is geregeld in de verordening no.
29 van 1936, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van
2 oktober 1950.
Gemeentelijke tuinbouwcursus te Loosduinen.
Het schoolgeld voor deze cursus is geregeld in de
verordening no. 12 van 1926, laatstelijk gewijzigd bij
raadsbesluit van 28 juni 1954, bijl. 391. Krachtens
dit raadsbesluit, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit
van 28 september 1954, no. 10, is het schoolgeld van
5,per leerling per cursus voor het tijdvak 1 ok
tober 1951 tot 1 oktober 1953 verhoogd tot 6,
en van 1 oktober 1953 af tot 10,per leerling
per cursus.
Het verpleeggeld is geregeld in de verordening,
vastgesteld bij raadsbesluit van 13 november 1950,
bijl. 533 C.
De opbrengst heeft bedragen
I wordt voor deze takken van onderwijs van 1 septem-
I ber 1953 af alleen voor het derde en hogere leerjaar
I schoolgeld geheven.
Gemeentelijke avondcursus tot opleiding voor onder
wijzer.
In zijn vergadering van 26 juni 1950 (bijl. no. 310)
besloot de Raad tot oprichting van deze avondcursus.
De cursus werd geopend op 1 september 1950.
De schoolgeldregeling is opgenomen in de verorde
ning no. 23 van 1951. Het schoolgeld bedraagt
50,per leerling per schoolgeldjaar.
I buitengewoon lager onderwijs.
I Gemeentelijke Visserijschool.
Krachtens de bepalingen van
I wordt voor deze takken van onderwijs van 1 septem-
I ber 1953 af geen schoolgeld meer geheven.
Krachtens de verordening no. 34 van 1950 be
draagt de heffing 190 opcenten op de hoofdsom der
grondbelasting voor de gebouwde eigendommen en
110 opcenten voor de ongebouwde eigendommen. De
heeft bedragen over:
I Gemeentelijke middelbare technische school en ge-
I meentelijke Zeevaartschool (middelbaar nijverheids-
I onderwijs).
Voor de schoolgeldheffing geldt van 1 september
I 1953 af het tarief van de Schoolgeldwet.
Voor het volgen van de aan de zeevaartschool
I verbonden cursussen tot opleiding voor de examens
I voor 1ste, 2de en 3de stuurman voor de grote vaart
I is achtereenvolgens 20,15,en 9,per
I maand verschuldigd (zie de Verordening no. 1 van
I 1924).
I Gemeentelijke handelsavondscholen.
De heffing van het schoolgeld geschiedt krachtens
I de verordening van 13 november 1950 (raadsbesluit
H van die datum, bijl. 533 C).
I Gemeentelijke Centrale school voor machineschrijven.
Het schoolgeld bedraagt 25,voor de jaarcur-
I sus en de korte cursus in machineschrijven, alsmede
- -
I zigd bij raadsbesluit van 18 augustus 1947, heeft op
I de heffing van dit schoolgeld betrekking.
I Kweekschool voor onderwijzeressen bij het voorbe-
I besluit van 13 november 1950, bijl. 533 C.
voor de cursus in stenografie.
De verordening no. 33 van 1934, laatstelijk gewij-
VERSLAG VAN DE GEMEENTEBELASTINGEN.
1954/1955.
5.853,—
5.688,—
5.862,—
4.448
11.421,
ƒ11.715,-
Totaal
ƒ10.456,—
School Doorniksestraat
(Buitenschool)
School Leyweg
(Openluchtschool)
opcenten gebouwd.
4.028.650,—
4.139.200,—
4.229.167,—
4.309.619,—
4.340.000
Verpleeggeldjaar.
1953/1954.
1952/1953.
6.008,— I 5.733,—
opcenten ongebouwd.
Verpleeggelden Gemeentelijke openlucht- en
buitenscholen.
r
Opcenten grondbelasting.
ce.„re.