13
Recreatie
12
terreinen had bereikt, voor het publiek worden open- I
gesteld. Hiermede was aan het einde van het verslag- I
jaar het voorwaardelijk voor publiek opengestelde i
terrein vergroot tot 105 ha, waarvan 82 ha ge- I
legen in Meijendel.
Met het doel de ogen van het publiek te openen I
voor de schoonheid van het Meijendel-terrein en be- I
grip te wekken voor de kwetsbaarheid van dit recrea- I
tiegebied werden door de Dienst der Gemeentelijke I
School- en Kindertuinen tussen 28 mei en 30 oktober I
excursies georganiseerd.
Er werden 181 excursies gehouden (waarvan 74 I
met schoolklassen), waaraan 3 790 personen deel- I
namen.
In Meijendel werd een 4-tal houten klimrekken ge- I
plaatst, waarvan door de jeugd veelvuldig gebruik I
werd gemaakt.
Voor het natuurterrein „Kijfhoek en Bierlap” wer- I
den 2 163 persoonlijke jaarkaarten en 124 excursie- I
vergunningen, elk voor ten hoogste 20 personen, uit- I
gereikt. I
Leden van de Nederlandse Jeugdbond voor Na- I
tuurstudie verzorgden het onderhoud en de controle I
van 110 nestkasten. I
Bij het toezicht op het publiek werd wederom I
medewerking verleend door de Natuurwacht.
I
Rijwiel- en wandelpaden.
Tussen Golfzang en de kust werd een verhard, 5 m
breed wandel- en fietspad aangelegd. Van dit p 4
dat een verdere ontsluiting geeft van het strand te-
deelte tussen Scheveningen en het Wassenaarse S’ tg,
kwam in het verslagjaar ongeveer 800 m gereed. D of
In het seizoen 1954—1955 kwamen zeer weinig
eikels voor in de duinterreinen. De alsnog verzamelde
eikels werden op de kwekerij gezaaid.
Ten einde de recreatiewaarde van het beboste ter
rein te vergroten, werden in versterkte mate in loof-
en naaldhoutbossen dunningen verricht, ter bevorde
ring van het breder uitgroeien van de bomen.
De myxomatose, welke in het najaar van 1954 de
konijnenstand in de bij het Bedrijf in beheer zijnde
terreinen reeds sterk deed dalen, bleef heersen tot in
het voorjaar 1955, waarna de konijnen geheel waren
verdwenen. Als gevolg hiervan bleef niet alleen de
bekende, duidelijk zichtbare konijnenschade vrijwel
geheel achterwege, maar kon ook de gehele duin-
vegetatie in ruime zin veel sterker tot ontwikkeling
komen.
De larven van de duinkevers veroorzaakten weder
om grote schade aan jong plantsoen. Bij genomen
steekproeven over 5 percelen bleek, dat op een aantal
van 250 stuks gestorven plantsoen 94 door enger
lingen was af ge vreten.
Terwijl tijdens het vernietigen van de rupsennesten
van de bastaardsatijnvlinder in het voorjaar reeds
weinig nesten werden aangetroffen, bleef de bescha
diging door deze vlinder, welke in voorafgaande jaren
vooral in de duindoorns zeer grote vormen kon aan
nemen, gedurende het verslagjaar vrijwel geheel uit.
Terreingedeelten tot een totale oppervlakte van
15 ha (14,5 ha in Mijendel en 0,5 ha tussen het
Pompstation en Meijendel) konden in het jaar 1955
in verband met het stadium, dat de aanplant op deze
VERSLAG DER DUINWATERLEIDING
Een der nieuwe duinmeren nabij Meijendel