j
13
8^4
13
kwaadwilligheid dan wel door zorgeloosheid (weg
werpen van brandende lucifers e.d.) van het publiek
werd veroorzaakt.
Behalve de regelmatige controle van ruw- en rein
water, gememoreerd onder het hoofd „Onderzoek van
het water”, werden door het Laboratorium o.a. de
volgende werkzaamheden verricht.
Er werd medewerking verleend aan het door de
Sectie „Water, Bodem, Lucht” van de afdeling Ge-
zondheidstechniek T.N.O. ingestelde onderzoek
naar de zuiverende werking van de bodem.
Voor rekening van de Provinciale Waterstaat wer
den chloridebepalingen verricht van monsters water
uit diepe putten en boezemwateren.
Voor rekening van Gemeentewerken, afd. Rio
lering, werden monsters zeewater onderzocht op hun
planktongehalte.
Voor het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht
werd begonnen met proefnemingen op het gebied van
aantasting van beton door verschillende meer of min
der agressieve vloeistoffen.
Smaakproeven werden gedaan van monsters water
uit de Lek en van het voorfiltraat van een waterbedrijf
aan de Lek. Bovendien werd hierin de groei van
bryozoën nagegaan.
De invloed van verschillende hoeveelheden chloor
op het Lekwater werd nagegaan.
De roestwerende eigenschappen van enkele asfalt-
soorten werd onderzocht en een aantal soldeermidde-
len werd getoetst op zijn keuringseisen.
Voor het nieuwe filtergebouw te Bergambacht werd
gezocht naar een geschikte methode om schimmel
groei op de binnenmuren te voorkomen.
de resterende 200 m door de duinrug langs de kust
voorlopig als zandslag begaanbaar te maken, kon dit
pad in het zomerseizoen reeds worden opengesteld.
Voorts werd begonnen met de aanleg van een ten
zuiden van de Meijendelseweg geprojecteerd verhard
wandel- en fietspad, ter breedte van 3,50 m. De helft
van dit pad 800 m) kwam gereed.
In de nazomer van 1955 werd in het meest zuide
lijke gedeelte van het Meijendelterrein een onverhard
wandelpad (bospad), ter lengte van 750 m, uitge
zet, waardoor een fraai terreingedeelte werd ont-
I sloten.
Aan de parkeerstroken werd het normale onder
houd verricht.
In het kader van de landelijke bestrijdingsactie
tegen de zilvermeeuwen, die zich ook in het duinter-
rein ondanks het schudden van de eieren en het uit
halen van nesten tot een dermate grote kolonie heb-
i ben uitgebreid, dat de kleinere zangvogels hierdoor
i schade ondervinden, werd in het voorjaar onder lei-
c ng van het Staatsbosbeheer en de Vereniging voor
Jgelbescherming ’s-Gravenhage en Omstreken be
gonnen met het stelselmatig uitdunnen van de kolonie
i b !Or middel van vergif. Naar schatting waren in het
orjaar van 1955 in het duinterrein tussen Scheve-
i ngen en het Wassenaarse Slag 1 500 paren zil-
rmeeuwen aanwezig, waarvan 950 vogels werden
i dood.
Op 23 augustus 1955 brak een terreinbrand uit in
or publiek opengesteld terrein in Meijendel, waarbij
200 m2 ruigte en 25 Oostenrijkse dennen ver-
andden.
Er kon niet worden vastgesteld, of deze brand door
VERSLAG DER DUINWATERLEIDING
Een duinmeer nabij het Scheveningse Pompstation.
l
1) T.N.O. Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek.