I 15 10 Scarlatina. In 1955 werden 406 gevallen van scarlatina aan gegeven. Het verloop was over het algemeen goed aardig. Rubella. De Rubella-epidemie in Nederland kwam ook in onze gemeente tot uiting in de aangifte van 615 ge vallen. Het feitelijke aantal zal ongetwijfeld nog groter zijn geweest daar herhaaldelijk bleek dat diverse artsen meenden hun gevallen niet aan te moeten geven. Waar nodig werden gravidae-contacten behandeld met reconvalescenten-gammaglobuline. Dijterie. Met 70 aangegeven gevallen in 1955 handhaafde zich de daling in het aantal difterie-gevallen van de laatste jaren. Maligne-gevallen behoorden tot de uit zonderingen. Slechts 1 patiënte is overleden. Drie gevallen met korte tussenpoos op één school gaven aanleiding tot een onderzoek aldaar, waarbij één bacillendrager werd gevonden. In een kindertehuis deed zich een geval van difterie voor. Bij onderzoek in deze inrichting werden nog 24 111 x 17 x 10 x Poliomyelitis anterior acuta. Na een gestage daling van het aantal gevallen van kinderverlamming sedert 1951 tot géén geval in 1954, werden er in 1955 12 gevallen van kinderverlamming geconstateerd, waarvan drie zonder en negen met ver lammingen w.o. van ernstige aard. Hepatitis infectiosa en serum-hepatitis. 127 gevallen van hepatitis infectiosa werden in 1955 aangegeven; 4 gevallen deden zich in korte opeenvolging voor in één der gemeentelijke verzor gingshuizen. In twee gezinnen werden 3 gevallen ge constateerd. In 9 gezinnen werden 2 gevallen waar genomen. Twee gevallen van serum-hepatitis werden aan gegeven. Ornithosis (Psittacosis). In het afgelopen jaar werden 9 gevallen van psitta cosis aangegeven. In 7 gevallen kon de besmettings bron worden aangetoond. Het bleken in al deze ge vallen besmette parkieten te zijn waarmede min of meer contact was geweest. In één geval was de ver moedelijke besmettingsbron een kanarie, terwijl in het resterende geval de bron niet met zekerheid kon worden vastgesteld. Door de Veterinair Inspecteur van de Volksge zondheid voor Zuid-Holland werd een controle inge steld op de vogelzaken waarvan de besmette vogels afkomstig waren. Deze controle, hoe nuttig ook, kan echter niet worden beschouwd als een afdoende maatregel voor het bezweren van deze infectie-ziekte. Malaria. De 5 in 1955 aangegeven gevallen van malaria hadden alle betrekking op gerepatriëerden uit de tropen. Lepra. Hiervan werd 1 geval aangegeven. Het betrof een vrouw die in haar jeugd in Indonesië besmet werd. Meningitis cerebrospinalis epidemica. In 1955 werden 12 gevallen van meningitis cere brospinalis epidemica aangegeven. Al de gevallen zijn opgenomen in een ziekeninrichting; één der patiënten is overleden. tijdelijke bacillendragers gevonden, welke echter, ver moedelijk door de goede vaccinatie-toestand van de kinderen, geen aanleiding gaven tot verdere ziekte gevallen. Voor de kinderuitzending naar vakantiekoloniën werden regelmatig keelonderzoeken op difterie ver richt (786 onderzoekingen). In totaal werden 1 587 keeluitstrijkingen verricht waarvan 51 positief werden bevonden. Dysenteria amoebica. Hiervan werden in het afgelopen jaar 30 gevallen gemeld. Het merendeel betrof gevallen van chronische amoebiasis, medegebracht uit de tropen. In enkele gevallen was geen verblijf in de tropen voorafgegaan en ook geen contact met tropenbewoners aan te tonen. Dysenteria bacillaris. In 1955 werden 138 gevallen van bacillaire dysen terie aangegeven. Bacteriologisch werden de volgende typen gevon den: Type Sonne Type Flexner Type Proteus Morgan In hoeverre het juist is in de laatste gevallen van dysenterie te spreken, moge hier buiten beschouwing blijven. Gebleken is dat Proteus Morgan onder bepaalde omstandigheden tot een klinisch beeld van dysenterie aanleiding kan geven. Zestien gevallen van dysenterie deden zich voor in een kinderbewaarplaats, 10 gevallen deden zich voor in een groot tuindersgezin te Loosduinen. Verder waren er nog 2 gezinnen met elk 5 geval len, 2 gezinnen met 3 gevallen en 3 gezinnen met 2 gevallen. - VERSLAG VAN DE GEM. GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1955 | | pagina 216