te
15
iss’ hg
lp
15
Gegegevens betreffende de afwijkingen, gevonden
bij het in 1955 ingestelde onderzoek naar de gezond
heidstoestand van leerlingen der onderscheidene on-
derijsinrichtingen zijn vermeld in de tabel op blz. 17.
Bestrijding der tuberculose.
In 1955 werden wederom op alle scholen voor
voortgezet lager onderwijs, Lo. en b.l.o. zoveel moge
lijk de tot dan toe op tuberculine negatief reagerende
leerlingen systematisch gepirquetteerd, voorzover de
ouders dit hadden aangevraagd door ondertekening en
inzending van de uitgereikte aanvraagformulieren.
Doordat aan het Consultatiebureau voor Tuberculose
hierbij voor het eerst hulp werd verleend bij de con
trole van de Pirquet na B.C.G.-toediening, is blijk
baar het statistisch beeld van de Pirquet-positieven
wat vertroebeld. Gezocht wordt naar een wijze van
verantwoorden, waarbij de B.C.G.-controle goed ge
scheiden zal kunnen worden gehouden van de overige
pirquetteringen.
In 34 gevallen werden, meestal op het verzoek van
het Consultatiebureau voor Tuberculose, scholen of
klassen incidenteel gepirquetteerd in verband met de
mogelijkheid van een schoolinfectie, waarvan 19 ge
vallen na 1 september werden aangevraagd; van de
laatste groep waren op 1 januari 1956 15 gevallen
nog niet geheel afgehandeld, zodat de cijfers slechts
slaan op de 19 gevallen die wel werden afgewerkt.
Het incidentele onderzoek strekte zich ook uit over
scholen voor u.l.o., m.u.l.o., nijverheidsonderwijs,
middelbaar- en voorbereidend hoger onderwijs en
kinderbewaarplaatsen e.d., hieronder samengevat als:
u.l.o. enz.
Gegevens betreffende het onderzoek der leerlingen.
In de volgende tabel zijn de cijfers betreffende het
leerlingenonderzoek vermeld; de cijfers van de school
voor Slechthorenden en Spraakgebrekkigen zijn ver
werkt in die van de b.l.o.-scholen en de cijfers van
de buitenscholen in die van de lagere scholen.
c. Er kwamen 12 aanvragen binnen om keuring
van de voeten ter verkrijging van een verklaring, dat
de betrokken leerling voor hoge schoolschoenen in
aanmerking kon komen. Voor eveneens 12 leerlingen
werd gunstig geadviseerd.
d. In totaal werden 6 336 leerlingen gekeurd ter
verkrijging van een verklaring, dat hun gezondheid
geen bezwaar opleverde voor zwemonderricht; hier
van werden 6 153 leerlingen goedgekeurd en 183 leer
lingen niet geschikt bevonden.
e. De keuring voor de buitenscholen moest wor
den verzwaard, niet alleen om een meer verant
woorde behandeling op deze scholen mogelijk te
maken, maar ook om langs deze weg tot een verdie
ping te geraken van inzicht in de problematiek van
het schoolkind, dat bijzondere zorg behoeft.
Voor plaatsing op de buitenscholen werden 125
leerlingen gekeurd, waarvan er 81 aanbevolen werden
en 44 niet in aanmerking kwamen.
Er werden 213 leerlingen na het verlaten van de
buitenscholen onderzocht ter beoordeling van het
eventueel blijvend resultaat. De tot nog toe gebruikte
criteria voor het welslagen van de kuur hebben echter
voor een groot deel hun geldigheid verloren door het
steeds meer op de voorgrond treden van opvoedings-
en gezinsmoeilijkheden bij deze kinderen. Naar nieuwe
bruikbare criteria wordt nog gezocht. Niettemin is de
indruk gevestigd, dat zeker ruim de helft der kinderen
met gunstig resultaat de buitenschool verlaat en dat
deze resultaten beklijven.
2 2
Keuring van schoolkinderen voor onderscheidene
doeleinden.
a. Ter verkrijging van de geneeskundige verkla
ring, welke ingevolge art. 14, lid 2, der Nijverheids-
onderwijswet vereist wordt om als leerling tot een
lagere technische school (ambachtsschool) te worden
toegelaten, kwamen 919 aanvragen van kandidaat-
leerlingen om kosteloos te worden gekeurd binnen. Er
waren geen aanvragen, die in 1954 niet konden wor
den afgedaan.
Er werden 771 verklaringen afgegeven, waarvan
745 luidden, dat de kandidaat voor het gekozen vak
geschikt was, 8 dat hij voorwaardelijk geschikt en 11
dat hij niet geschikt was, terwijl 7 kandidaten ge
schikt werden bevonden op grond van een vroegere
keuring; 32 kandidaten gaven bericht reeds door de
huisarts te zijn gekeurd. Aan 116 kandidaten kon
geen verklaring worden afgegeven, van wie 9 omdat
zij de ambachtsschool inmiddels weer verlaten hadden,
1 omdat hij naar de huisarts/specialist verwezen was
en daarna niet meer van zich had laten horen, terwijl
van 1 bericht werd ontvangen dat hij voor de keuring
bedankte.
b. Van het Gemeentelijk Bureau voor Beroeps
keuze werden 2 verzoeken om keuring betreffende
geschiktheid voor het gekozen beroep ontvangen. Eén
leerling werd goedgekeurd voor het gekozen beroep,
terwijl de andere leerling ongeschikt voor het gekozen
beroep werd bevonden.
VERSLAG VAN DE GEM. GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST.
9
608
949
8 549 388
921
1 106
5
10 877) 964
2
46 018 8 228 4 077 5 137
54 246
890
43
649
358
Onderzocht
£2
v
n
<u
E
15
31
t e
■g-s
8 o
10 530 2 098
692 64
1. Kleuterscholen
(Systematisch onderzoek)
2. Lagere scholen 1ste leerjaar
(Systematisch onderzoek)
3. Lagere scholen overige leer
jaren (Systematisch onderz.)
4. B.l.o.-scholen
5. Tussentijdse onderzoekingen
en diverse keuringen .15 370 4 714 1 615 2 075